De rattenvanger
Paul Wauters
Jacob Grimm (Auteur), Wilhelm Grimm (Auteur), Wolfram Hänel (Bewerker), Wilbert Van der Steen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Westeinde, cop. 2001 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GRIMM |
31/12/2002
De heldinnen van populaire sprookjes zoals 'Sneeuwwitje' en 'Doornroosje' rijpen in een slaapachtige doodstoestand tot volwassenheid. De (stief)zusjes in het sprookje van 'Vrouw Holle' brengen hun puberteit door in een archaïsch dodenrijk. Dit lot is bij nader inzien niet alleen puberterende meisjes beschoren. Zo moet de mannelijke held uit het sprookje van 'De duivel met de drie gouden haren' op zijn weg naar de volwassenheid een nacht doorbrengen in het rijk van de duivel, dat door water -- de typische grens naar een dodenrijk -- van de vertrouwde wereld afgescheiden is. Het actieve gedeelte van zijn opdracht -- het ontfutselen van de drie antwoorden op moeilijke vragen en van drie haren van de duivel -- wordt door de grootmoeder van de duivel uitgevoerd, terwijl de held in de gedaante van een mier verstopt tussen de plooien van haar rok aandachtig luistert. De protagonist uit het grimmse 'Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen' slaapt dan weer onder een galg waaraan zeven doden bengelen en verblijft drie nachten in een spookslot. Hier moet hij tot actie overgaan, want hij kegelt tegen een afschuwelijke man met doodskoppen en neemt het op tegen een door de warmte van een vuurtje tot leven gekomen dode. In sommige varianten van dit laatste sprookje gaat de held niet op zoek naar de angst, maar wel naar de Dood. Hij ontmoet tenslotte een oud vrouwtje, een allegorische gestalte van het Leven, die hem het hoofd afsnijdt en dit omgekeerd op zijn romp plaatst. Die rechtstreekse confrontatie met de Dood kan de held nauwelijks aan en hij smeekt het oude vrouwtje om hem te genezen. Het voorliggende boek is een bewerking van de bekendere versie van dit toversprookje met de zoektocht naar de angst. Ook in Vlaanderen behoort het met niet minder dan 33 versies tot de vijf bekendste wondersprookjes (internationaal verteltype AaTh 326), zij het dat de zoektocht naar de angst en / of naar de Dood niet langer centraal staat, maar wel de verlossing van een terugkerende dode, die een schat bewaakt. Op het einde heeft de jongen enkel materiële rijkdom verworven en geen geestelijke wijsheid.
De auteur heeft in grote mate het verloop van het oorspronkelijke sprookje gerespecteerd. Enkel de ontmoeting tussen de boze schatbewaker, een geest met een lange witte baard, en de jongen, wijkt daar van af. Het sprookje maakt van een krachtmeting gewag: de boze geest doorklieft met een bijl in één houw een aambeeld. De jongen slaagt in diezelfde opdracht, maar klemt bij het splijten van het aambeeld ook de baard van de geest vast, die daardoor uitgeschakeld wordt. Bij Wolfram Hänel steekt de moedige knaap een kauwgum in zijn mond, blaast een grote bel en laat die in het gezicht van de geest uit elkaar klappen. De geest is door die kleverige brij in zijn mond, ogen, oren en baard zodanig in de war dat hij de held om genade smeekt... De held trouwt dan nog met de knappe koningsdochter en leeft nog lang en gelukkig. Leuk geïllustreerd door Wilbert van der Steen.
[Harlinda Lox]
A. Cames van Batenburg
Variatie op Grimm, waarbij de verhaallijn en thematiek gevolgd worden, maar waarbij de uitwerking soms verschilt. Grootste verschillen zijn: het feit dat de vader naar de predikant toegaat i.p.v. dat de koster op bezoek komt, het feit dat de predikant als spook valt i.p.v. dat de koster als spook van de trap wordt gegooid, het feit dat de jongen hier zonder baard, drie andere hulpmiddelen meeneemt namelijk knalerwten, niespoeder en kauwgum, in tegenstelling tot vuur, draaibank en houtsnijbank met mes, met alle gevolgen voor het verdere verhaal, dat nu iets minder gruwelijk tussen aanhalingstekens lijkt. De oplossingen worden nu gevonden in dit soort handigheden. Het lijk, een vrouw, wordt in de kist verwarmd, in tegenstelling tot de dode neef, die uit de kist wordt gehaald daarvoor. Aan het einde leert de jongen griezelen t.g.v. een boomkikker in zijn muesli en niet door een emmer water met visjes in zijn bed volgens Grimm. Ook schrijft de jongen dan een brief aan zijn vader, terwijl het bij Grimm bij het verbroken contact blijft. Levendig, onderhoudend, grappig, griezelverhaal vol dialoog, met nadruk op actie, voorzien van veel kleurrijke, aantrekkelijke afbeeldingen. Stevige, harde kaft met griezelafbeeldingen in kleur. Vanaf ca. 7,5 jaar, voorlezen vanaf ca. 5 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.