De onbereikbare binnenkant van het verleden : over de enscenering van het culturele erfgoed
Pascal Gielen
Pascal Gielen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2001 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 497 GIEL |
31/12/2002
Onder impuls van Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, kwam op 24 mei 2000 een ad-hocwerkgroep samen om te discussiëren over het (toekomstige) cultuurbeleid. Naast kabinetsmedewerkers en leidende ambtenaren van de administratie Cultuur maakte ook de auteur deel uit van deze groep. Hij werd belast met de verslaggeving, interpretatie en het uitschrijven van sneuvelteksten. Hij is als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Cultuursociologie van de KU Leuven onder leiding van Rudi Laermans. Uitgangspunt was om tot een discussietekst voor een breder publiek te komen. In een eerste deel worden de verschillende spelers in het Vlaamse culturele landschap onderscheiden. Vanuit een beleidsoogpunt komt aldus een topografie van het Vlaamse culturele landschap (wie maakt en beïnvloedt het beleid?) tot stand. In het tweede deel worden twee toekomstscenario's voor het cultuurbeleid aangeboden. Het eerste vertrekt vanuit een analyse van de bestaande situatie in Vlaanderen, terwijl het tweede scenario geënt is op de beleidsorganisatie in Nederland. In een derde deel worden verwachtingen over een cultuurbeleid in Vlaanderen geformuleerd.
In zijn eerste deel probeert de auteur de diverse actoren in het cultuurbeleid te onderscheiden. Hij vertrekt daarbij van een dubbele as: van officiële tot officieuze beleidsbeïnvloeding en de mate van openbaarheid (publieke zichtbaarheid). Naast voor de hand liggende actoren (minister, parlement, administratie...) zijn er nog heel wat andere spelers: de media (opinion leaders), het onderwijs, internationale organisaties, vakbonden, reclamebureaus, financiële instellingen (sponsoring) tot zelfs het koningshuis (dat regelmatig vooraanstaande figuren uit de culturele sector in de adelstand verheft). De talrijke steunpunten die minister Anciaux oprichtte plaatst de auteur op het kruis van zijn assenstelsel, omdat ze -- althans theoretisch -- een faciliterende functie (kunnen) vervullen in het verzamelen, documenteren, sensibiliseren en reflecteren. In principe kunnen ze als katalysator tussen beleid en werkveld fungeren: "Hun autonomie bestaat er juist in dat zij, zowel met het veld als met de overheid, sterke banden hebben (...)".
In het tweede deel schetst Pascal Gielen twee scenario's. Enerzijds een model waarbij alle macht gecentraliseerd wordt bij de minister, omringd door experts. Zijn tweede scenario is een radicale afrekening met een gepolitiseerd cultuurbeleid: "Actoren binnen de verschillende culturele sectoren proberen daarbij zo onafhankelijk mogelijk tot een eigen beleidsvorming te komen en autonoom over zichzelf te beslissen". Of m.a.w. het scenario van de "verfondsing".
In het derde deel formuleert de auteur verwachtingen omtrent een (toekomstig) cultuurbeleid. Pascal Gielen pleit voor het tot standkomen van een beslissersesthetica: "De ontwikkeling van een permanente beeldvorming, een coherent cultuurdiscours, een reflexiever en een transparanter cultuurbeleid vormen de ambitieuze uitgangspunten voor een debat over beslissersesthetica".
Zijn vrij theoretisch geïnspireerd slotdeel zal m.i. vooral een aantal "cultuurpausen" verleiden tot het gewenste publieke debat. [Jan Geeraerts]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.