De publicatie van dit boek is eigenlijk zeer ongewoon: voor het eerst verschijnt een boek dat in de eerste persoon door een van onze vorsten werd geschreven. Het dramatische verhaal van Leopold III en de koningskwestie behoort tot het collectieve geheugen van onze natie. Na zijn zeer dubbelzinnige optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog wilde Leopold achteraf gewoon opnieuw koning worden. Na een jarenlange patsituatie werd op 12 maart 1950 een volksraadpleging gehouden, waarbij 72% van de Vlaamse kiezers zich uitsprak voor en 58% van de Waalse kiezers tegen de terugkeer van de koning naar België. Ondanks die twijfelachtige uitslag, bleef Leopold III koppig aan zijn troon vasthouden. Pas nadat er drie doden vielen, het land aan de rand van een burgeroorlog stond en de regering hem het mes op de keel zette, toonde hij zich in de nacht van 31 juli op 1 augustus 1950 bereid af te treden. Hij verdween uit de actualiteit. Tijdens de jaren '70 verschenen standaardwerken over de koningskwestie van Albert de Jonghe en Jean Stengers, die de Leopoldistische versie van de feiten ontkrachtten. Daarom schreef Leopold III, die in september 1983 overleed, tijdens zijn laatste levensjaren zijn versie van de feiten neer. Zijn echtgenote prinses Lilian moest de geschriften te gepasten tijde uitbrengen, wat nu, honderd jaar na zijn geboorte en vijftig jaar na zijn troonsafstand, isgebeurd.
De reacties van pers en critici na het verschijnen van het boek waren vernietigend. Alleen de historici Jan Velaers en Herman van Goethem, die zelf in 1994 een standaardwerk over de koningskwestie schreven, hebben het in 'De Morgen' over een revelerend boek "omdat de koning zich bevrijdt van de Leopoldistische versie van de waarheid".
De memoires behandelen de periode 1933-1950, bestaan uit 28 korte hoofdstukken en worden opgesmukt met uiterst interessant historisch bronnenmateriaal. Alleen strikt politieke gebeurtenissen komen aan bod, over persoonlijke gebeurtenissen zoals zijn omstreden huwelijk met Lilian Baels -- nochtans ook belangrijk om alles goed te begrijpen -- wordt niet gerept. Leopolds stijl is helder en direct. Kernhoofdstukken zijn het 14e, 'Mijn politieke overwegingen bij het begin van de bezetting', en het 24e, over de politieke contacten tussen Leopold en de regering onmiddellijk na zijn bevrijding. Ook het laatste hoofdstuk, over zijn krampachtig vasthouden aan de macht en zijn uiteindelijke beslissing tot aftreden is adembenemend, hoewel die feiten reeds in detail bekend waren. Het hele boek is geschreven in een bittere en pessimistische toon, die getuigt van een 'onverwerkt verleden'. Leopold haalt voortdurend uit naar de politieke klasse ("Zo gaat dat met het gegeven woord van politici") en naar de vakbonden en het boek bevat onvervalste haatpassages jegens eerste minister Pierlot en zijn broer-regent Karel. Bovendien blijkt ten overvloede dat Leopold -- ook nog in de jaren '80! -- twijfelt aan ons huidig parlementair stelsel en in feite een samenleving gebaseerd op "orde en tucht" voorstaat. Op een pijnlijke wijze blijft Leopold III het hele boek door overtuigd van zijn grote gelijk. Jammer dat het boek op een niet-kritische en niet-geannoteerde wijze werd uitgegeven. [Gunter Bousset]