Piet en Riet hebben een geheim
Martine Letterie
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ellessy, cop. 2001 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : LETT |
31/12/2001
Vanaf de ontmoeting tussen de twee hoofdpersonen blijkt dat het principe van de contrastfamilie de structuur en het handelingsverloop van De schaduw van het verleden bepaalt. Groter dan tussen Ciska Cohen en Peter Bartels had het contrast moeilijk kunnen zijn. Ciska heeft lang zwart haar, denkt kritisch, is open van geest en mentaliteit, en komt uit een grote joodse intellectuele familie die al lange tijd voor de Tweede Wereldoorlog in Gasseltkanaal-Drenthe woonde. Peter, groot en blond met blauwe ogen -- wat in de context van dit verhaal misschien niet zo triviaal is als het op het eerste gezicht mag lijken --, is zich bij het begin van het verhaal onbewust van de manier waarop zijn norse, drinkende en vloekende vader het gezin tiranniseert. Hij komt uit een kleine, a-sociale familie van kruideniers en vrachtwagenchauffeurs die tijdens de oorlog in hetzelfde gehucht van Drenthe woonde maar naar de Veluwe is verhuisd. Toch delen Ciska en Peter enkele belangrijke eigenschappen, en via de lotgevallen van hun familieleden zijn ze met elkaar verbonden. Via gesprekken, een bezoek aan het transit-concentratiekamp Westerbork en zorgvuldig verborgen gehouden documenten en dagboekfragmenten in een oude hutkoffer van zijn vader, komt Peter te weten dat een oom van Ciska werd vermoord in Westerbork op het moment dat zijn vader er bewaker was. Dan volgt een periode van ongeloof en verontwaardiging voor de dertienjarige jongen. Hij piekert over morele vraagstukken en zoekt naar personen of gebeurtenissen die nijpende vragen kunnen beantwoorden. Hoe moet Peter staan tegenover die daden van zijn vader, die zijn schuld altijd heeft ontkend en de hele geschiedenis het liefst in de doofpot had gestopt? "Zijn vader leek zich te verontschuldigen voor zijn oorlogsverleden, maar niet als iemand die spijt had van zijn keuzes, meer als iemand die op het verkeerde paard had gewed".
Peter, en via hem de lezer, wordt opgeroepen om na te denken over morele vragen waarvoor geen eenvoudig antwoord bestaat. Tot op welke hoogte is empathie met een van de daders mogelijk? Peter reflecteert hierover zeer helder: "Hij bedacht hoe hij langzaam zijn vaders verhaal was binnengegleden. De kabbelende toon van het dagboek had hem op een of andere manier gerustgesteld. Hij begreep die arme Drentse jongen best, die op zo'n manier carrière had willen maken. Nu, door het dagboek uit Westerbork (met daarin het onbewogen relaas over de executie van een ontsnapte gevangene, Ciska's oom), wist hij dat hij zich vergist had. Zijn vader was wel één van de mannen geweest die de geoliede machines van de Duitsers draaiende had gehouden". Had het betonen van spijt iets veranderd aan de feitelijke schuld van Peters vader? En wat bedoelt Peter als hij in het laatste gesprek met zijn vader de bal terugkaatst naar de manier waarop deze man jarenlang een tiran voor zijn echtgenote en kinderen is geweest? "Misschien had het uitgemaakt, als je thuis anders was geweest,' zei Peter en hij stond op. 'Ik moet gaan.'" In welke zin hadden Peters twijfels en oordelen een andere vorm aangenomen als de emotionele band met zijn vader wél hecht was geweest? Door een stereotiepe gezinssituatie van een zwakke, onderdanige, afhankelijke en bij momenten laffe moederfiguur naast een autoritaire, nukkige, egoïstische vaderfiguur te plaatsen, wordt het plaatje overzichtelijker, en ja, misschien het oordelen gemakkelijker. De argumenten die pleiten voor en tegen de schuld van zijn vader, persoonlijke beslissing, weigering om spijt te betonen versus de uitgekiende verleidingsstrategieën van het nazi-regime en zelfs het feit dat hij niet zelf actief misdaden tegen de menselijkheid gepleegd heeft, volgen elkaar genuanceerd op. Soms wordt deze inspanning om gedifferentieerd te schrijven en niet hals over kop te oordelen krampachtig. Ook de verhaaldraad van Monique, Peters zus, die zich aansluit bij "slechte vrienden", hangt er wat losjes bij. In de laatste bladzijden, waarin open kaart wordt gespeeld, Peters moeder radicaal voor zichzelf en haar kinderen kiest, en Peter en Ciska de weg naar elkaar vinden, schijnt het licht wat te hel. [Katrien Vloeberghs]
H. Koch
In 1970 verhuist de 13-jarige Peter met het gezin van de Veluwe naar Drenthe. Dat er iets niet klopt binnen het gezin is duidelijk. Zijn vader drinkt, kan geen carrière maken en z'n moeder zwijgt. Peter verheugt zich op de nieuwe school en een nieuwe start in de winkel van z'n overleden opa. Ze worden echter genegeerd, zowel in het dorp als op school, maar waarom? Peter komt er achter via een dagboek van z'n vader uit de oorlogstijd. Het duurt enkele maanden om te verwerken wat hij heeft ontdekt en er met hulp van een lerares geschiedenis wat aan te doen. Het verhaal eindigt met een voorzichtig positief perspectief. Een schokkend verhaal, waarin de emoties goed worden uitgewerkt. Deze fictieve situatie geeft inzicht in de problematiek van kinderen die lijden onder de foute keuzes van hun ouders. Boeiend geschreven en goed te begrijpen vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.