Floris en Blancefloer
Diederic van Assenede
Pieter Langendijk (Auteur), Anna De Haas (Andere)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 887 LANG |
31/12/2001
Het Nederlandse taalgebied kende in de 18e eeuw slechts weinig interessante toneelauteurs. Een gelukkige uitzondering is Pieter Langendijk (1683-1756), die een aantal blijspelen schreef waarvan er ten minste één de tand des tijds heeft kunnen doorstaan. Recent werden het leven en het werk van Langendijk opnieuw doorgelicht in een uitstekende biografie van Kees Smit: Pieter Langendijk (Verloren, 2000).
De komedie Het wederzijds huwelijksbedrog werd voor het eerst in 1714 gepubliceerd, en kon sindsdien van een blijvende belangstelling genieten, zowel in Vlaanderen als in Nederland. In dit stuk proberen twee jongelui elkaar te versieren, terwijl ze zich beiden voordoen als iemand anders. De verarmde edelman Lodewijk geeft zich uit voor een Poolse graaf terwijl een arme jonge dame Charlotte zich als zeer rijk voordoet. Onafhankelijk van elkaar wordt besloten de andere te schaken, resp. zich te laten schaken. Parallel loopt de geschiedenis van Lodewijks knecht Jan (een paardendief) die zich uitgeeft voor baron, en die alzo Klaar (de meid van Charlotte) wil winnen, die voor een toekomstig leven als barones haar vrijer Hans laat schieten. Het bedrog komt uit doordat de broer van Charlotte in Jan de paardendief herkent. Maar zoals het in een blijspel gebruikelijk is, loopt alles voor alle partijen relatief goed af.
Anna S. de Haas verzorgde deze tekstuitgave, die ze van een beknopt maar duidelijk nawoord voorzag. De spelling en interpunctie is wat gemoderniseerd, maar een eigenlijke 'hertaling' wilde De Haas niet maken. Zij bleef erg trouw aan het origineel, en haar aanpassingen en wijzigingen werden weldoordacht tot een minimum beperkt. Degelijke en bevattelijke voetnoten (helaas niet onderaan de pagina's, maar achteraan gepubliceerd) geven de nodige verduidelijkingen.
Een uitgave van één van de 'klassiekers' uit onze Nederlandse toneelliteratuur, die in geen enkele schoolbibliotheek zou mogen ontbreken. [Toon Brouwers]
Dr. H.Chr. van Bemmel
Een geheel nieuwe uitgave van een klassiek en populair werk van de toneeldichter Pieter Langendijk, dat voor het eerst verscheen in 1714. Er verschenen reeds geannoteerde uitgaven vanaf 1891. Deze uitgave van Anna S. de Haas (1947), die promoveerde op het onderwerp achttiende-eeuwse Nederlands toneelopvattingen, is geheel opnieuw uitgegeven en van nieuwe annotaties voorzien. De bewerkster heeft ook een nawoord toegevoegd waarin ze ingaat op de inhoud van het werk, over de opvoeringen en hoe het spel in de tijd geplaatst moet worden waarin Langendijk leefde. Het is een stuk dat vooral in latere tijd zo populair is geworden dat er zelfs nu nog opvoeringen plaatsvinden. De bewerkster geeft niet aan voor welke doelgroep zij deze uitgave verzorgde. Ze zal een algemeen publiek voor ogen gehad hebben, maar ongetwijfeld ook gedacht hebben aan leerlingen van middelbare scholen die het stuk op hun leeslijst willen plaatsen. Voor hen ook zal zij de aantekeningen bedoeld hebben die achterin per bladzijde zijn gegeven: verklaringen van woorden die wij niet meer begrijpen. Pocket; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.