Idylle in ballingschap
Soma Morgenstern
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MORG |
31/12/2001
Het lijkt wel de omgekeerde wereld: wel vaker veroorzaken niet de literaire tijdgenoten, maar stemmen uit het verleden opschudding in de Duitse literatuur. Zo viel Elias Canetti pas in 1963, met de heruitgave van zijn debuut, de verdiende roem toe. En in de jaren '90 beleefden we de heropstanding van de ballingschap-Hongaar Sandor Marai (Gloed), maar ook en vooral van Soma Morgenstern. Vergeefs zoek je in de naslagwerken naar deze naam, Soma Morgenstern. Logisch, want pas in de jaren '90 begon een kleine Duitse uitgeverij met de uitgave van zijn werk. Sindsdien is er voor Morgenstern in allerijl een plaatsje vrijgemaakt in het pantheon van de 20e-eeuwse Duitse literatuur en wordt hij genoemd naast Thomas Mann, Elias Canetti of Joseph Roth.
Morgenstern werd in 1890 geboren in een Galicisch dorp als zoon van een geleerde orthodoxe jood. Hij studeerde in Wenen en kwam in contact met de literaire vaandeldragers van het moderne Wenen. Zoals vele lotgenoten werd ook hij door de nazi's in ballingschap gedreven, met achterlating van zijn manuscripten en documenten. En net zoals Stefan Zweig zijn memoires (Die Welt von gestern) moest schrijven louter op basis van zijn geheugen, begon Soma Morgenstern in New York aan een reconstructie van zijn grootscheepse trilogie Funken im Abgrund. Dat deze verdreven joodse auteur tijdens zijn leven in de vergetelheid verdween, mag als een late overwinning van het nazi-regime beschouwd worden.
In Duitsland was de heruitgave van Morgensterns werk al een succes en met de vertaling van het eerste deel van de trilogie, De zoon van de verloren zoon, is het werk ook voor ons toegankelijk.
Het verhaal van dit eerste deel kan snel samengevat worden. Twee Galicische joden, de landgoedbezitter Welwel Mohylewski en zijn oude rentmeester Jankel, trekken naar het wereldcongres van de orthodoxe joden in Wenen. Daar woont ook Alfred, de zoon van de verstoten want gedoopte broer van Mohylewski. Alfreds vader is gestorven in de Eerste Wereldoorlog en kent zijn joodse familie niet. De slimme Jankel heeft echter een plan: hij wil de jonge Alfred ontmoeten en hem ervan overtuigen om als erfgenaam van zijn broodheer mee terug te keren naar de familiegronden. Alfred stemt daarmee in. Dat lijkt nogal mager als start van een trilogie en toch merk je snel dat we hier met wat men noemt een Groot Schrijver te maken hebben.
Na lectuur van de eerste honderd bladzijden van dit boek moet Robert Musil gezegd hebben: "Als u nu sterft, horen deze honderd bladzijden al tot de wereldliteratuur." Zelf liep ik aanvankelijk minder hard van stapel, maar ik wist na enkele bladzijden al wel met wie ik te maken had. Met veel respect, maar met evenveel zachte ironie introduceert Morgenstern zijn hoofdpersonage. We slaan hem gade bij zijn ochtendgebed, hoe hij zich aankleedt en hij klaarstaat, "als Gods paard, opgetuigd voor het gebed". Eenzelfde milde ironie rust over de beschrijvingen van de andere personages en hun vergane wereld. Zo is er nog de meid, Pesje, "al dertig jaar in het huis, een oude juffrouw, een verdord blad aan de boom Israëls", of de wel bijzonder eigenwijze Jankel. Morgensterns vertelperspectief lijkt daarmee verbazingwekkend veel op dat van Thomas Manns De Toverberg. Ook daar de lichte melancholie naar een verdwenen wereld, ook daar de milde ironie in de voorstelling van de personages. Daarnaast is Morgensterns beschrijvingskunst van een haast tastbare zinnelijkheid. Zo ontstaat beetje bij beetje een beeld van een ongerepte, archaïsche wereld waar boer en landheer, jood en niet-jood harmonieus samenleven en de natuur haar weldaden aan de mens schenkt.
Tegen de tijd dat Morgenstern klaar is met de introductie van het vreemde duo Mohylewski-Jankel en hun wereld, komen beide heren in Wenen aan en neemt de handeling het snelle ritme van de stad over. De roman krijgt vaart en wordt zelfs een keer dolkomisch. Bovendien levert de confrontatie met de nieuwe wereld conflictstof op. Naar men zegt zou Morgenstern heen en weer geslingerd geweest zijn tussen religie en vrijdenkendheid. Dit innerlijke conflict verdeelt hij slim over drie personages: de orthodox-joodse traditie komt in onzachte aanraking met het moderne Wenen en met de herinnering aan Alfreds afvallige vader. Alfred zelf aarzelt tussen assimilatie en identiteit, en kiest uiteindelijk voor de terugkeer naar de orthodoxie. Onderhuids, maar dreigend sluipt ook het toenemend anti-semitsche tijdsklimaat van het interbellum de handeling binnen. Tegen die achtergrond wordt ook Alfreds trotse keuze tegen assimilatie -- "het slechte van jezelf met het slechte van een vreemde vermengen" -- en voor de orthodoxie geloofwaardig. Op het einde is iedereen tevreden: Jankels plan is gelukt, Mohylewski heeft de zoon van de verloren broer teruggevonden en Alfred krijgt een onverwachte erfenis in de schoot geworpen. In zekere zin kan je de herontdekking van Morgensterns levenswerk eveneens als een onverwachte erfenis beschouwen. [Kris Lauwerys]
Prof. dr. K.A.D. Smelik
Eerste deel van een trilogie, 'Vonken in de afgrond', over de thans verdwenen wereld van het Oost-Europese jodendom. De auteur (1890-1976) was zelf uit een orthodox-joodse familie uit Galicië afkomstig, maar had zich geassimileerd. Die problematiek werkt hij uit aan de hand van de ontmoeting tussen de Weense architectuurstudent Alfred Mohyewski en zijn vrome oom Welwel. Alfred besluit terug te gaan naar het dorp waar zijn familie vandaan komt. Een indringend beeld ontstaat uit de geschiedenis van individuele levens, die tegen de achtergrond van de wereldgeschiedenis haarscherp worden weergegeven. De geschiedenis van de totstandkoming van deze trilogie is op zich een weerspiegeling van het lot van het joodse volk tijdens de twintigste eeuw. Dit eerste deel verscheen in 1935, het tweede deel had de schrijver in manuscript bij zich, toen hij Oostenrijk moest ontvluchten na de Anschluss in 1938, het derde deel heeft hij in Parijs voltooid. Bij het verschijnen van het eerste deel kreeg de schrijver veel lof, maar daarna raakte hij in vergetelheid tot zijn herontdekking in de jaren negentig. Ook de volgende delen zullen worden vertaald. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.