Dromen van de aboriginals
James Cowan
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : COWA |
31/12/2001
De ikfiguur, een Britse erudiet en poëet, is blij verrast wanneer hij van zijn vriend een brief uit Frankrijk ontvangt met de mededeling dat hij in een plaatselijk museum ergens in de Provence een bijzondere perkamentrol uit de 12e eeuw heeft ontdekt. Het blijkt hier te gaan om een lofrede van de troubadour Marcabru (en niet Marcebru zoals vermeld op het achterplat) voor de liefde van zijn leven: de mooie, jonge non Amedée de Jois. Het hoofdpersonage, tevens een kenner van het werk van François Villon, raakt door het bericht zo begeesterd dat hij spoorslags vertrekt naar la douce France. Het werk van de troubadours (hoofse dichters die in tijden van religieuze intolerantie en maatschappelijke ontreddering een taalgebruik en symboliek ontwikkelden die fijnzinniger waren dan dogma of geloof) en het werk van Marcabru (1130-1148) in het bijzonder, doen bij het hoofdpersonage de gevoelige snaar trillen. Hier is dan ook sprake van een sterke affiniteit tussen twee kunstenaarszielen: "Marcabru riep naar mij, terug in de tijd, vanuit de nevelige ochtend van de dood. Hij verlangde mijn aanwezigheid, te midden van de uitgesleten, ruige lavastromen van de Dordogne, zo vol van herinneringen aan erupties aan de oertijd."
Dit stukje bombast zet meteen de toon van het boek, want al vlug wordt het duidelijk dat Marcabru's louterende queeste in het midden van de 12e eeuw doorheen het Provençaalse platteland, op zoek naar de mensen en plaatsen die zijn jong gestorven geliefde aan het hart lagen, tevens die van de schrijver in de huidige tijd zal worden. Esoterische bespiegelingen met betrekking tot eeuwige en platonische liefde; religieuze dogma's die uitmondden in gewapende conflicten, schisma's en genadeloze vervolgingen, het zijn blijkbaar thema's die ondanks de uitroeiing van de Katharen nog sterk nazinderen in het diepe zuiden van Frankrijk. Het hoofdpersonage ontmoet op zijn pelgrimstocht door pittoreske en historische plaatsen als Rocamadour, Albi, Fligéac en Carcassone mysterieuze vreemdelingen die zomaar spontaan beginnen te vertellen over leven en werk van Marcabru, alsof we te maken hebben met een vedette uit de Ronde van Frankrijk. Maar wie deze kronkel voor lief neemt, zal net als de hoofdfiguur deze queeste eindigen als een wijzer man, zeker wat betreft de Franse geschiedenis en de kunst van de troubadours. Sfeervol, maar bevlogen. [Staf Schoeters]
Hans Wagemans
Een Engelse wetenschapper gaat naar Zuid-Frankrijk en onderzoekt daar een pas ontdekte oude tekst uit de twaalfde eeuw. Het is een boek van de troubadour Marcabru, een dodenboek ter ere van de jonggestorven non Amedée de Jois. De Brit volgt het spoor van de troubadour en onderzoekt de dood van Amedée: daarbij moet hij zich ook verdiepen in de leer en de vernietiging van de Katharen of Albigenzen, een zwaar vervolgde 'ketterse sekte' uit die tijd. Het boek is geschreven in een poëtische taal en doet toch recht aan de historische feiten. Diverse ontmoetingen van de ikfiguur met figuren uit het heden maken een bepaald niet realistische indruk. Alles blijft trouwens wat schimmig en ongrijpbaar in dit overigens sfeervolle verhaal. De vertaling is verzorgd, evenals de uitgave zelf. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.