Gevangene van cel 25
Richard Paul Evans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Kok, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : EVAN |
31/12/2001
Hunter Bell, een ijverige en geliefde dominee in een buitenwijk van Philadelphia is gelukkig getrouwd met Rachel. Bij de geboorte van hun kindje sterft zijn vrouw en Hunter is zo ontredderd dat hij de plaats waar hij eens gelukkig was, verlaat om er nooit meer terug te keren. Hij verblijft een tijdje in Goldstrike bij de goudzoekers, maar moet er vluchten omdat gokpartners hem naar het leven staan. Na een moeilijke rit door de barre woestijn van Utah ontdekt hij een goudader bij een waterplaats, vraagt een claim aan en vestigt zich daar. Hij noemt de plaats Bethel. In Ierland heerst er hongersnood en iedereen heeft moeite om er te overleven. McGandley verkoopt zijn dochter Quaye aan Jak, een avonturier, die naar Amerika vaart. Jak buit zijn vrouw niet alleen uit op alle mogelijke manieren, maar mishandelt haar ook nog. Aangetrokken door de geruchten over goud komen ook zij terecht in Bethel. In een sneeuwstorm redt Hunter de zwaar verwonde en half bevroren Quaye.
Het verhaal brengt ons in het ruwe en meedogenloze milieu van de goudzoekers, waar gokken, drinken en schieten vaste waarden zijn. Een stierengevecht met een beer veroorzaakt er nog opwinding en brengt mensen op de been. In die omgeving worstelt Hunter om het verlies van zijn vrouw te verwerken en in het reine te komen met zijn gevoelens tegenover God. Door de steeds wederkerende droom in verschillende decors ervaart hij dat vluchten de herinnering niet kan uitwissen. De geestelijke groei komt er pas door een opeenstapeling van ervaringen. De komst van Quaye en zijn ontluikende liefde voor haar ziet hij uiteindelijk als een ingrijpen van hogerhand. Hij krijgt pas dieper inzicht in zijn gevoelens wanneer Quaye liever teruggaat naar haar wrede echtgenoot dan de hulp te aanvaarden van iemand die zegt haar te beminnen maar het verleden niet kan loslaten. Door stukjes uit zijn dagboek bij het begin van ieder hoofdstuk neemt Hunter de lezer mee op de moeilijke weg naar de aanvaarding. Het is een schrijnend maar mooi verhaal, sober geschreven en met uitgesproken karakters. [Maria Sys]
Marian Verstappen-Naus
Hunter is een presbyteriaanse dominee die na de dood van zijn vrouw zijn gemeente en God de rug toekeert en fortuin probeert te maken met gokken en goudzoeken. Tijdens een hevige sneeuwstorm redt hij Quaye, die tijdens de hongersnood in Ierland door haar vader is meegegeven aan Jake, een wrede man die haar ernstig mishandelt. Hunter durft niet toe te geven dat hij van Quaye houdt en laat haar terug gaan naar Jake. Onverwacht wordt hij beschuldigd van de moord op een jonge vrouw die hem ooit hielp ontsnappen aan gokkers die van hem verloren. Tijdens een gevecht wordt Hunter levensgevaarlijk gewond, maar voor hij sterft trouwt hij met Quaye. Quaye gaat op zoek naar de dochter van Hunter en voedt het meisje op als haar eigen kind. Een spannend en informatief boek over het harde leven van goudzoekers in het 19e eeuwse Amerika en hun strijd om claims. Maar ook een ontroerende liefdesgeschiedenis. Plezierig te lezen, sober verhaal, met korte hoofdstukken. Eerder verscheen van de Amerikaanse schrijver (1962) 'De kerstdoos' en 'Het medaillon'*. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.