Nele
Herman Van den Maegdenbergh (Auteur), Mieke Van den Maegdenbergh-Van Look (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2001 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 605.91 MAEG |
Magazijn |
Clavis, 2001 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAEG |
Besprekingen
31/12/2002
In de inleiding tot het boek geeft prof. Van Gool, die Nele opereerde, wat informatie over tumoren en kanker. Hij hoopt dat de lezers "in dit boek kunnen ontdekken hoe een jong meisje (...) ons in een paar maanden tijd de weg heeft gewezen naar een dieper en intenser leven, op een moment dat ze haar eigen leven aan het verliezen was, en hoe leeg en ontredderd we achterbleven." Het boek geeft volgens hem "aan veel mensen (...) een boodschap van pijn, verdriet en ontgoocheling, maar ook (...) van innige en warme verbondenheid met Nele". Na een korte boodschap voor Nele geeft haar vader in zeven hoofdstukken de gebeurtenissen van de laatste maanden van haar leven weer, tot haar begrafenis op 3 januari 2000. In de twee hoofdstukken daarna richt hij zich weer tot Nele, in een soort van afscheidstoespraak, waarin hij herinneringen ophaalt en zijn liefde, pijn en opstandigheid tracht te verwoorden. Met het boek wil hij ook steun geven aan het Kinderkankerfonds. Als auteurs van het boek worden Herman en Mieke van den Maeghdenbergh-Van Loock vermeld, maar het is Neles vader die de pen voert. Hij wil zijn verdriet om Nele wegschrijven, zijn dochter in het hart van al haar vrienden verder laten leven, aan iedereen laten weten hoe moedig zij haar zware ziekte droeg en hoe erg hij het vindt "het hopeloze gevecht" verloren te hebben. Het boek wordt besloten met enkele teksten in verzen van een leraar van Nele, van enkele vrienden en klasgenoten. In zeven kleurenfoto's krijgt Nele voor de lezer een echt gezicht.
Literaire pretenties heeft dit boek niet. Het geeft gewoon chronologisch het verloop van Neles ziekte weer. Dat gebeurt vrij gedetailleerd: het boek vermeldt niet alleen wat de bevindingen van de dokters zijn, hoe de verzorging is, wat het resultaat is van de operaties, maar ook wat Nele eet, welke televisieprogramma's ze bekijkt, hoe ze zich kleedt... Natuurlijk geeft de schrijver ook commentaar op Neles houding tijdens de ziekte -- ze is dapper, zeurt niet, hoopt voortdurend dat het toch nog goed komt -- en laat hij af en toe zijn onbegrip over de onrechtvaardigheid van het leven, zijn vragen bij de zin van zo'n dood blijken. Nele wordt voorgesteld als een sympathiek, lacherig, levendig kind dat door de ziekte stilaan gesloopt wordt maar dat niet zeurt of klaagt maar moedig haar ziekte verdraagt, "een pittig juffertje", door haar klasgenoten op handen gedragen. Hier klinkt de toon die ook merkbaar is op veel bidprentjes bij begrafenissen. De mortuis nil nisi bene. We zien Nele alleen door de ogen van haar ouders, die ook niets meer kunnen dan weergeven wat ze zien en horen en hun indrukken verwoorden. Wat er echt in Nele omgaat, vernemen we niet. Zij heeft het boek niet geschreven. Voor de lezer die de hoofdpersoon van het boek helemaal wil kennen en ontmoeten, is dat een tekort. Anderzijds zou de evocatie van Neles gevoelens en gedachten ook fictioneel zijn en het boek in de sfeer van de literatuur trekken en dat was niet de bedoeling.
Het relaas van Neles ziekte is zeker aangrijpend voor wie zich in de situatie kan inleven maar daarvoor is wel wat ervaring en kennis van medische fenomenen en terminologie nodig. De lezer krijgt zonder uitleg zinnen te verwerken als "Echografie, endoscopie en RX van de maag, biopsie van de dunne darm om coeliakie (komt in de familie voor) uit te sluiten." of "Er is in de onderste coupes een hypodense zone te zien." of "De arts vertelt ons dat de diagnose een pilocytair astrocytoma is, een goedaardig gezwel, dat mogelijk operatief verwijderd kan worden." Dat wekt dan de vraag naar het doelpubliek van dit boek. Ik vrees echter dat kinderen zullen struikelen over die medische termen, dat ze moeite zullen hebben met het volwassen vertelstandpunt, dat er bij hen veel onbeantwoorde vragen zullen rijzen i.v.m. de gevoelens, gedachten, angsten, dromen van Nele zelf.
De stijl is vrij zakelijk (in de kliniek "gaat een logistiek medewerkster ons voor") en zelfs de emotionele uitlatingen klinken beheerst: "Het leven is toch zo onrechtvaardig! En als je dan aan een almachtige God en kindervriend denkt, kun je alleen maar zeggen: 'Godverdomme!'" / "Het leven is niet langer een geschenk, het is een loodzware opdracht geworden." Zelfs in zijn verontwaardiging om het geknoei van het ziekenhuis bij het eerste onderzoek -- met gedesinteresseerd personeel en slordige verwerking van gegevens waardoor essentiële informatie niet doorgestuurd wordt -- blijft de schrijver beheerst. Met nadruk drukt de schrijver zijn dank en lof uit voor de inspanningen daarna van alle medewerkers in het ziekenhuis waar Nele geopereerd werd: "Heren politici, hier mogen jullie niet op bezuinigen, hier werken de engelen en heiligen van onze moderne samenleving." (Zijn er geen dames politicae meer?)
Ook in het taalgebruik beoogt de schrijver geen literair effect. Wel jammer dat er niet wat meer zorg aan de gewone taal besteed werd: wij vervoegen de familie, de leraar verbetert de proefwerken (i.p.v. corrigeert het proefwerk), een aardig palmares voorleggen, turnen op school (i.p.v. gymen of gymnastiek), een koers lopen, tijdsverlies, koninginnehapje... Of wat denk je van al het gega in een passage als:" ... om op de gang te gaan wandelen. We gaan elke keer verder en het gaat elke keer beter. De prof vraagt ons onderweg of alles goed gaat" ? Deze aanmerkingen mogen onbelangrijk lijken in het licht van Neles dood en van de smart van de nabestaanden. Toch moet m.i. iedereen die een boek publiceert het materiaal waarmee hij werkt zo goed mogelijk verzorgen of zich daarbij laten helpen, uit respect voor de lezer en om de eigen boodschap helder te laten klinken. Dan zouden ook vreemde passages vermeden worden als deze: "Nootropil is een medicijn om te proberen dementerende bejaarden nog wat helder van geest te houden. Ook studenten die in tijdsnood (sic) komen voor hun examen kunnen er hun studieprestaties mee verbeteren. Omdat Nele duidelijk bij deze beide groepen onder te brengen is, beginnen wij maar aan de therapie."
[Herman De Graef]
T. van Oirschot-Sparla
'Heren politici, hier mogen jullie niet op bezuinigen, hier werken de werken de engelen en de heiligen uit onze moderne samenleving!' Een hartenkreet op pagina 86 van dit boek, waarin ouders het ziekteproces van hun elfjarige dochter beschrijven. Het meisje Nele is een gezond, vrolijk kind, maar een tumor in haar hersenstam maakt daar binnen enkele maanden een einde aan. Haar ziekte en dood wordt door beide ouders afwisselend met veel verdriet, maar eenvoudig verteld. Ze uiten ook hun dankbaarheid aan de hulpverleners en familie en vrienden en nergens wordt het een overtrokken verhaal, nee, het is juist de ingehouden toon die een en ander zo levensecht maakt, zodat het de lezer diep raakt. Ook hebben de ouders de bedoeling om elke cent, die het boek opbrengt ter beschikking te stellen voor kankerbestrijding bij kinderen. Een ontroerend boek en daarbij dan nog die oproep aan de politici. Absoluut terecht in deze tijd en wie kan dat beter beoordelen dan betrokken mensen?
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.