De ontdekking van de hemel : roman
Harry Mulisch
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2001 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MULI |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8797 |
Magazijn |
De Bezige Bij, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MULI |
31/12/2001
Voor een lezing belandt de gevierde oudere schrijver Rudolf Herter, die meer dan één gelijkenis met Harry Mulisch vertoont, in Wenen. Tijdens een tv-interview legt hij uit hoe hij zijn werk altijd heeft beschouwd als een literair laboratorium. Je kunt er iemand die je niet begrijpt in een gefantaseerde, extreme situatie plaatsen om te achterhalen hoe hij reageert en zo inzicht in hem te verwerven. Als de interviewster vraagt wie hij dan nog zou willen begrijpen, zegt hij spontaan: Hitler, de raadselachtigste historische figuur die je je kan indenken. De volgende dag stapt na de lezing een hoogbejaard echtpaar op de schrijver af. Ze willen hem hun geheim toevertrouwen. In de jaren '30 en '40 blijken Ullrich en Julia Falk als huisbedienden op Hitlers buitenverblijf in Berchtesgaden te hebben gewerkt. Toen Eva Braun een kind van Hitler verwachtte, mocht de buitenwereld daar geen weet van krijgen. De jongen werd niet Siegfried Braun, maar Siegfried Falk. Ze voedden hem op als hun eigen zoon. Nadat Hitler er door sluwe medewerkers op was geattendeerd dat Eva Braun niet 100 procent Arisch was, kreeg Ullrich Falk een ontstellend bevel van de Führer. En Hitlers bevel had kracht van wet... De afloop van het verhaal brengt de schrijver danig van streek. In een paranoïde waan 'ontdekt' hij het geheim van het verband tussen Hitler en Nietzsche, en hij bezwijkt onder zijn inzicht.
"Hitler vangen in het net van de fictie" is het niet geringe doel dat de schrijver Rudolf Herter zich stelt. Dat met het verhaal van het Weense echtpaar de werkelijkheid de verbeelding verslaat, is een typisch Mulischiaans gegeven -- zeker als je beseft dat die werkelijkheid in de roman natuurlijk fictie is. Maar dat is zowat het enige raadselachtige in dit boek. Het eerste derde is zo'n herkenbaar portret van de meester, dat Mulischfans niet zullen weten waar ze het hebben, tenzij ze overvallen worden door een zekere gêne over zoveel ijdelheid. Het verhaal dat Hitler een zoon had, deed lang in allerlei roddelbladen de ronde, tot het in de jaren '60 naar het rijk der fabelen werd verwezen. Dat Mulisch het voor zijn roman weer opdiept, zou geen bezwaar zijn als hij er iets mee deed. "Dat het in de kunst altijd ging om het hoe, niet om het wat. Dat in de kunst de vorm de eigenlijke inhoud was", verklaart Herter in het genoemde interview. Wat dat betreft, laat dit boek het afweten. Het verhaal gaat rustig kabbelend en op de juiste plaatsen bloedstollend zijn gang, maar het blijft uiterst voorspelbaar. Bovendien legt Mulisch hier tot vervelens toe uit hoe de vork in de steel zit, als vreesde hij dat de lezer hem niet zou kunnen volgen. Het voorlaatste hoofdstuk, de dagboekbladzijden van de laatste weken van Eva Braun, verklaren ten overvloede Hitlers bevel en de leugenachtigheid van zijn entourage. De theorie die de schrijver ontwikkelt omtrent Hitler als het gepersonifieerde, alles verzwelgende Niets, komt behoorlijk zweverig en mythomaan over. Het zwakste punt is echter dat het zo geroemde gedachte- of fantasieënexperiment (Hitler had een zoon) nauwelijks iets verandert aan de vooropgezette stelling over Hitler, wiens "wezen de afwezigheid van een wezen was". Wat veel van Mulisch' werk zo fascinerend maakt -- de gedurfdheid waarmee hij 'het raadsel' kon 'vergroten' --, is in Siegfried verwaterd tot een nadrukkelijke, pedante en flauwe rebus. Geen nood: in Mulisch' oudere werk valt nog genoeg te ontdekken. [Erik de Smedt]
Redactie
Hoofdpersoon van deze goed ontvangen roman uit 2001 van Mulisch (1927) is Rudolf Herter, begin 70, schrijver met een "lang, smal, breekbaar, welhaast doorzichtig lichaam", na twee kankeroperaties en een hersenbloeding. Hij is met zijn dertig jaar jongere vriendin Maria in Wenen, om de zojuist verschenen vertaling van zijn roman 'De Uitvinding van de Liefde' te promoten. Enkele jaren na de oorlog was hij ook in deze stad, die daar toen nog de duidelijke sporen van vertoonde. Hij is gefascineerd door Hitler, "een onbegrijpelijke dode, die je haat", zoals hij in een televisie-interview zegt. Als gevolg van deze uitspraak komt hij in contact met een hoogbejaard echtpaar dat in de jaren dertig op Hitlers buitenverblijf Berghof in de huishoudelijke dienst heeft gewerkt. Tijdens een bezoek aan hen vertellen zij hem iets dat hem bijna letterlijk van zijn stoel doet vallen. Als vanouds speelt Mulisch hier weer een spel met de werkelijkheid, het is bijvoorbeeld welhaast onmogelijk om in Herter geen (gechargeerd) zelfportret te zien. De toespelingen op gebeurtenissen uit zijn eigen leven zijn te talloos om toevallig te heten. Het enige verschil is dat Herter aan het eind van het boek het loodje legt. Paperback; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.