Zowat 25 jaar geleden bezaten zowel mijn kameraden als ikzelf, bij gebrek aan een degelijk budget, een tweede- of zelfs derdehandse wagen. We schuimden de autokerkhoven en garages uit de buurt af op zoek naar vervangstukken of accessoires voor onze VW-kever, Morris, 2-pk of Toyota 1000. Zo konden we voor luttele franken en met als leidraad een vraagbaak van P.H. Olving ons karretje rijdende houden. Toen al waren die boekjes voor ons een openbaring. Ze leerden ons aan de hand van eenvoudige technische omschrijvingen en duidelijke figuren alles wat we wilden weten over ophanging, afstellen van de motor, elektrische bedrading enz..
Of deze boeken nu nog hetzelfde nut en dezelfde aantrekkingskracht hebben als toen, mag ik zo goed als zeker betwijfelen. Een moderne wagen zelf onderhouden is voor een deel onmogelijk geworden. De motorafstelling en het opsporen van afstellingfouten gebeuren voortaan met dure elektronische diagnosetoestellen, eigen aan elk merk. Demonteren van een bepaald onderdeel vraagt specifiek gereedschap. Zelfs de reset van de onderhoudsintervalindicator kan niet meer zonder het juiste elektronische toestel. Toch is naar mijn gevoelen het doelpubliek van de 'vraagbaak'-boeken amper veranderd. Het gaat nog steeds om mensen die rijden met een courante kleine of middenklassewagen, nieuw of tweedehands, en die graag net iets meer willen weten over de specifieke technische kenmerken van hun voertuig.
De structuur van de boekjes is ten opzichte van vroeger amper veranderd. In de inleiding worden de behandelde modellen van het merk kort en duidelijk gesitueerd (motoren, invoerder, jaartallen, type, uitvoeringen...). Vervolgens zijn er een ganse reeks hoofdstukken, vol met de typische, technische tekeningen van de meeste onderdelen zoals koeling, brandstofsysteem, ontsteking, motoren (benzine en/of diesel), koppeling, versnellingsbak, ophanging, stuurinrichting, remmen, elektrische installatie en koetswerk. Elk van die hoofdstukken behandelt werking, demontage en montage van het besproken onderdeel volgens een steeds weerkerend patroon: werkvoorbereiding, eigenlijke demontage, controle van de nodige maten en spelingen, verwijzingen naar tekeningen, aandachtspunten, goede raad, montage, vermelding van de nodige aandraaimomenten van moeren en bouten. De 'vraagbaak' bevat voortaan ook interessante randinformatie, zoals de foutcodes van het diagnosesysteem. Hierdoor krijgt de lezer een beter inzicht in de werking van bepaalde geheimzinnige onderdelen en het maakt hem mondiger in discussies met specialisten. Grote herstellingen of het opvragen van dergelijke codes in geval van technische problemen behoren immers hoe langer hoe meer tot het privé-domein van de merkgarages, waardoor niet alleen het 'zelf doen' in hoge mate wordt ontmoedigd, maar waardoor ook de barrière tussen garagist en klant toeneemt. Juist hier schuilt nog steeds de kracht van de goede oude 'vraagbaak'-boekjes. Of ze nu gaan over de Seat, de Renault Clio, de Toyota Yaris, de Ford Focus, de VW Lupo, de Fiat Marea of enig ander populair type auto, heeft in principe minder belang. Het is door hun nuchtere aanpak van het onderwerp dat ze argeloze autobezitters de kans geven om een herstelling juister in te schatten, om met meer kennis van zaken te discussiëren over een defect of om beter te begrijpen hoe een bepaald onderdeel functioneert. Daarom zijn ze ook, hoewel ze misschien een beetje aan belang hebben ingeboet, nog steeds hebbedingetjes voor de prijsbewuste, technisch georiënteerde autobezitter. [Marc Heylen]