Congo's gewelddadige vrede
Kris Berwouts
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Elmar, cop. 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BERW |
31/12/2001
Kris Berwouts stelde voor de Elmarreeks 'Sprookjes uit de wereldliteratuur' een bundel met Afrikaanse diersprookjes samen. Onder de noemer van diersprookjes nam de samensteller verhalen op met dierlijke protagonisten in de hoofdrol. Dit impliceert dat de opgenomen teksten niet enkel tot de kleine canon diersprookjes behoren, maar ook tover-, legende- en kettingsprookjes zijn, die in de Europese vertelcultuur met menselijke protagonisten verteld worden. Een paar voorbeelden: verhalen zoals 'Het apinnetje', 'De oogverblindende dochter van de schildpad' en 'Op vrijerspad' vertellen van een huwelijk tussen een vrouw en een dierlijke partner. In de Europese vertelcultuur behoren dergelijke zogenaamde dierbruidegomsprookjes tot de toversprookjes: menig held wacht als dier (als kikker, beer, ezel, egel, leeuw) op het meisje dat hem door haar zegevierende liefde uit deze toestand bevrijden zal. Het verlossingsprocédé komt meestal in de bruidsnacht op gang doordat de bruidegom zijn dierenhuid afstroopt. Het verschil mag hier dan ook duidelijk worden: in de Europese vertelcultuur is de bruidegom een betoverd mens, terwijl het in de sprookjes van de natuurvolkeren wel degelijk om een verbinding tussen een dierlijke partner en een meisje gaat en er van geen metamorfose in welke zin dan ook sprake is. 'Hoe Kwaku Anansi kaal werd' is een legendesprookje dat in de Europese vertelcultuur aan een heilige toegeschreven wordt: Petrus wil zijn hete pannenkoek niet delen met Onze-Lieve-Heer en verstopt deze onder zijn muts -- en zo ontstond de kaalhoofdigheid. In de Afrikaanse vertelcultuur hebben de hete bonen Anansi's schedel zo erg toegetakeld dat er geen haartje meer op wil groeien. Daarnaast zijn er ook verhalen opgenomen die wij -- weliswaar met een andere bezetting -- dadelijk als typische diersprookjes herkennen, zo o.m. het verhaal van 'Kwaku Anansi en de schildpad', dat wij met de vos en de ooievaar kennen. De thematiek die de diersprookjes ten gronde ligt is meestal de volgende: een klein, zwak dier kan zijn fysiek sterkere tegenstander door zijn moed, scherpzinnigheid en ongehoorzaamheid overwinnen. Zoals het bekend is voor de fabel is het dierenrijk een metafoor voor de mensenwereld. De personages hebben menselijke trekken, met gebreken en kwaliteiten. Een grote, doch in de Europese vertelcultuur vergeten groep verhalen, vormen de zogenaamde etiologische of natuurverklarende sprookjes, die -- toegespitst op het rijk der dieren -- een karaktereigenschap of uiterlijk kenmerk, een bondgenootschap of vijandschap tussen dieren verklaren: deze verhalen kennen geen opwaartse beweging naar een gelukzalig einde toe zoals typisch is voor het toversprookje, maar treuren om het verlies van een paradijselijke toestand, en alle nakomelingen van een bepaalde diersoort dragen als straf hun uiterlijk of karakter mee dat een stille getuige is van een misstap van hun voorouder... Zelfs de komst van de dood wordt toegeschreven aan een fout die een vergeetachtige haas ooit heeft begaan.
De verhalen boeien omdat ze aansluiten bij zovele bekende sprookjes en toch nog net iets anders zijn: het reconstrueren van de zogenaamde processen van narratieve acculturatie is voor de sprookjeswetenschapper steeds een ongelofelijk boeiende bezigheid. [Harlinda Lox]
Harrie M. Leyten
In samenlevingen zonder geschreven bronnen, zoals de meeste Afrikaanse, spelen verhalen een belangrijke rol. Ze verbinden verleden en heden, en hebben een belangrijk aandeel in de opvoeding van de thans levende generatie, bij het aanleren van waarden en normen, of bij het zoeken van verklaringen voor de oorsprong en de betekenis van dingen. Dierenverhalen zijn bij uitstek een geliefd genre. De verteller kan zijn mimische kunsten uitbuiten, hij kan op een niet bedreigende of beledigende wijze kritiek uitoefenen op ongewenste situaties in de gemeenschap. Dit boekje biedt een verzameling van meestal korte dierenverhalen uit bijna alle landen van Afrika, verteld met humor, soms spot, met dubbele bodems, en in een bijna poëtische verteltrant. De gekozen verhalen zijn ook voor de Nederlandse lezer zeer toegankelijk, zij zijn goed vertaald en voorzien van een korte maar informatieve inleiding. Krappe marge.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.