Emiel en zijn detectives
Erich Kästner
Erich Kästner (Auteur), Walter Trier (Illustrator)
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lebowski, 2014 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KAES |
Magazijn |
Atlas, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KAST |
Magazijn |
Houtekiet, 1998 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KAES |
31/12/2008
Welk enigszins avontuurlijk kind klinkt een plechtige waarschuwing als "Het is nu eenmaal niet zonder gevaar [...]. Wie bang is, kan maar beter gaan slapen" niet als muziek in de oren? Het zijn de woorden van de kleine Emiel, het hoofdpersonage uit Emiel en de detectives, een 'roman voor kinderen' die nu al precies 80 jaar lang de fantasie van menig lezer(tje)s op hol doet slaan. Geen onbegrijpelijke keuze dus van Atlas om na Dubbele Lotje (De Leeswelp 2008, p. 181) nu ook Kästners eerste kinderboek in een nieuwe vertaling heruit te geven. Net als Dubbele Lotje is ook Emiel en de detectives een verhaal dat schittert in zijn geniale eenvoud. Emiel gaat naar zijn oma in Berlijn. Hij moet haar een som geld overhandigen. Omdat zijn moeder de kost moet verdienen, neemt Emiel in zijn eentje de trein. Onderweg wordt het geld waarvoor zijn moeder zo hard gewerkt heeft, gestolen. Samen met een bende Berlijnse straatjongens zet Emiel de achtervolging in op de dief. Dankzij hun uitstekende organisatie (inclusief een hulpdienst, telefooncentrale en koerier) en sterke solidariteit kunnen de jonge detectives uiteindelijk de dief ontmantelen. Deze blijkt een notoir bankrover te zijn die reeds geruime tijd gezocht wordt. Zo wordt Emiel ten slotte een echte held. Hij komt in de krant en krijgt als beloning 1000 mark.
Dat Emiel en de detectives na al die jaren nog zo sterk tot de verbeelding spreekt, hoeft niet te verbazen. Het heerlijk complexloze verhaal bevat immers alle ingrediënten van een degelijke klassieker: een vlotte verteltrant, subtiele humor, een eenvoudige maar des te sterkere plot en een hoofdpersonage waarvan ieder kind meteen de beste vriend wil zijn. Emiel is de perfecte kruising van een voorbeeldige modelzoon en een eigenwijze deugniet: "Emiel was een voorbeeldige jongen. Zo is dat. Maar hij was er niet zo een die niet anders kan omdat hij laf is en gierig en niet echt jong. Hij was een voorbeeldige jongen omdat hij dat wilde zijn! Hij had het besloten zoals je besluit niet meer naar de film te gaan of niet meer te snoepen. Hij had het besloten en vaak vond hij het heel moeilijk." Gedreven door een grote liefde, soms zelfs ontzag, voor kinderen doet Kästner wat auteurs als Roald Dahl, Astrid Lindgren en Annie M.G. Schmidt jaren later ook zullen doen: kinderen radicaal vooropzetten en via hen volwassenen op een royale portie kritiek trakteren. Al gaan sommige volwassenen, onder wie Emiels moeder en grootmoeder en de journalist Kästner (hoe kan het ook anders?) vrijuit. Hoewel de titel van het laatste hoofdstuk 'Kunnen we hier iets van leren?' anders doet vermoeden, werkt de moraal hier, in tegenstelling tot in Dubbele Lotje, minder dwingend. Emiels antwoord op deze vraag: "je kunt niemand vertrouwen", wordt als "kletskoek" afgedaan. Het is oma's ontnuchterende antwoord dat het haalt: "'Dat je geld alleen per postwissel moet versturen,' bromde oma giechelend als een speeldoos." Een dergelijke toon komt de luchtigheid van het verhaal ten goede. Kers op de taart van deze uitgave is de frisse vertaling door Elly Schippers. Deze is zo vlot en eigentijds dat zij het aantal momenten waarop het boek gedateerd overkomt, tot een minimum weet te beperken. [Marit Trioen]
Redactie
Hoe je, als je wilt schrijven over de Stille Zuidzee ten slotte terecht komt bij een verhaal over Emiel en zijn detectives, daarmee begint de auteur zijn boek. Later komen we de schrijver weer tegen, nu als journalist die Emiel interviewt. Intussen is er heel wat gebeurd. Op reis naar Berlijn is Emiel bestolen. De dief kan niemand anders zijn dan de man die bij hem in de treincoupé zat. Bij het verlaten van het station vangt Emiel nog net een glimp van de onverlaat op en dan begint er een spannende achtervolging. Emiel krijgt daarbij hulp van een groep jongens en op een originele manier slagen ze erin de dief in handen van de politie te spelen. De auteur laat zijn jeugdige detectives geen buitenproportionele heldendaden verrichten. Ze moeten het hebben van slimheid, eendracht en overmacht. De wijze waarop de avonturen beschreven worden doet enigszins denken aan Roald Dahl en Annie M.G. Schmidt: humor, ingehouden ironie en een onvoorwaardelijk geloof in kinderen. Aan een aantal zaken is duidelijk te merken dat het oorspronkelijke verhaal al in 1928 verscheen. Ze zullen nauwelijks het leesplezier beïnvloeden van dit fraai uitgegeven klassieke kinderboek met passende zwart-witte tekeningen. Vanaf ca. 10 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.