Fundering voor de metafysica van de zeden
Immanuel Kant
Immanuel Kant (Auteur), Bernard Delfgaauw (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Agora, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 156.3 KANT |
31/12/2001
Naast zijn drie grote Kritieken schreef Kant (1724-1804) nog vele kleinere werken die een grote bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de westerse filosofie. In deze bundel worden de geschriften uit de periode 1784-1795 uitgegeven in een vertaling van de eminente Nederlandse filosoof Bernard Delfgaauw, die beschouwd wordt als een van de beste Kant-kenners uit ons taalgebied. Het zijn korte teksten (artikels) die Kant schreef voor een breder publiek rond politiek, geschiedenis en sociale ethiek, waarmee hij rechtstreeks wilde inspelen op de vragen van zijn tijd. Deze vertaalde essays werden reeds eerder tussen 1986 en 1988 in vier afzonderlijke deeltjes gepubliceerd, telkens met een interessante inleiding van de vertaler. Nu ze in één band zijn samengebracht, wordt het makkelijker om het verband tussen deze essays beter te evalueren, met name dank zij de uitstekende inleidingen van Delfgaauw zelf.
De redacteurs van deze uitgave, J.M.M. de Valk (Rotterdam) en J. De Visscher (Gent), hebben de essays met hun inleiding gerangschikt volgens vier thema's. In een eerste thema rond verlichting en denken vind je de twee beroemde essays: Beantwoording van de vraag: wat is Verlichting? en Wat betekent: zich oriënteren in het denken? De inleiding van Delfgaauw is hier langer dan de tekst van de twee essays samen, maar biedt dan ook een ruime visie op de problematiek van de Verlichting zoals die zich in de tweede helft van de 18e eeuw stelde. Het tweede deel gaat over de idee van de geschiedenis. Hierin komen drie teksten aan bod: Idee voor een algemene geschiedenis in het perspectief van de wereldburger, Vermoedelijk begin van de menselijke geschiedenis en Het einde van alle dingen. Het is opvallend hoe vele van deze ideeën van Kant over de ontwikkeling van onze samenleving vandaag nog zeer actueel zijn en kunnen helpen verder na te denken over de toekomst. Het derde thema gaat over de verhouding tussen theorie en praktijk aan de hand van het essay Over de gemeenplaats: dat kan in theorie wel juist zijn, maar deugt niet voor de praktijk. Kant geeft hier niet alleen theoretische beschouwingen over de moraal als zodanig, maar gaat ook concreet in op de verhouding van de theorie tot de praktijk in het staatsrecht en in het volkenrecht. Een laatste deel is het essay 'De eeuwige vrede', waarin Kant zijn visie geeft op de vredespolitiek en de voorwaarden daartoe. Zijn gedachten lopen hier vooruit op een algemene erkenning van de democratische wereldorde. Ook de grondidee van de latere Volkenbond en de nog latere Verenigde Naties wordt door hem geschetst als noodzakelijke weg naar de wereldvrede. Wie deze essays van Kant leest, zal meteen aanvoelen dat hij niet alleen een puur filosofische theoreticus was, maar erg geïnteresseerd bleek in de problemen van de wereld en het lot van de mensen, iets wat eigenlijk de taak van elke filosoof dient te zijn.
Deze Kant-uitgave is zeer goed verzorgd, met een aangename bladspiegel en een handig notenapparaat onderaan elke pagina. Elk thema bevat ook de verwijzing naar de oorspronkelijke Duitse uitgaven en enkele noten in verband met de vertaling. We mogen er ons terecht over verheugen dat met deze bundel Kant voor ons taalgebied veel toegankelijker is geworden. [Willy Deckers]
Drs. N. Versluis
De in 1993 overleden hoogleraar in de wijsbegeerte Bernard Delfgaauw heeft zich na zijn emeritaat in 1982 intensief beziggehouden met de studie van Kant. Hij had met name bewondering voor de zogenaamd 'Kleine geschriften' van Kant, tijdschriftartikelen en uitvoerige boekrecensies, waarin de meer technische uiteenzettingen uit de jaren na 1781 voor een groter publiek toegankelijk werden gemaakt, maar ook nieuwe gedachten werden ontwikkeld, vooral op het gebied van sociale ethiek, geschiedfilosofie en religie, die in de 'kritieken' niet aan de orde waren gekomen. Ook gaat Kant daarin in discussie met tijdgenoten als Mendelssohn, Jacobi, Herder enz. Van 1986 tot 1988 publiceerde Delfgaauw in vier deeltjes een vertaling van deze kleine werken, die vooral bekend werden vanwege hun informatieve en verhelderende inleidingen*. Deze vertalingen samen met de voortreffelijke inleidingen zijn nu ongewijzigd in één deel heruitgegeven. Het gaat om essays die o.m. befaamd zijn geworden vanwege Kants definitie van de Verlichting als 'het uittreden van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft', de introductie van een 'wijsgerig geloof', zijn pleidooi voor een 'wereldburgerschap' en zijn ontwerp van een 'volkerenbond' om de vrede in de wereld te garanderen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.