Tussen drie plagen
Jaan Kross
Jaan Kross (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KROS |
31/12/2001
Tussen het summiere eerste en het laatste hoofdstuk van deze volumineuze roman ontvouwt zich het verhaal als één grote flashback. Jaak Sirkel, waarin men gerust de auteur Kross kan zien, is erin geslaagd voor enkele dagen Sovjet-Estland (we zijn in 1969) uit te geraken en naar Zweden te gaan. In zijn hotelkamer in Stockholm wordt hij opgebeld door de vader van een jeugdvriend, die hem wil spreken over wat met zijn zoon gebeurd is. Sirkels gedachten gaan terug naar de jaren 1938-1942. Hij was toen beginnend student in de rechten aan de universiteit van Tartu, waar hij in de studentenvereniging Indrek Tarma als mentor toegewezen kreeg. Tarma heeft een heel mooie vriendin, Riina, op wie de jonge Sirkel heimelijk verliefd is. Als Estland in 1940 door de Sovjet-Unie geannexeerd wordt, belandt Tarma door zijn provocerende gedrag en om zijn nationalistische overtuiging in de gevangenis, terwijl zijn vrienden onderduiken op het platteland. Het jaar daarop vallen de Duitsers binnen en zal Sirkel zich met journalistieke klusjes in leven moeten houden. Bij stukjes en beetjes zal hij het mysterieuze lot van Tarma aan de weet komen en op een dramatische manier met Riina's ontrouw geconfronteerd worden. Hoe het uiteindelijk met Tarma afliep, zal een ooggetuige hem in 1958 vertellen. Het is zo gruwelijk dat hij zijn geheim nooit aan Tarma's vader zal kunnen vertellen en in het slothoofdstuk een ontmoeting met de oude man vermijdt.
Van Jaan Kross (geb. 1920), de nestor van de Estlandse literatuur, is dit het derde boek in het Nederlands. Hij formuleert wijdlopig, precieus en bedachtzaam, zelfs de dialogen zijn boekerig, maar precies daardoor slaagt hij er ook in een treffend tijdsbeeld op te roepen. Het valt te vrezen dat meer dan één lezer zal afhaken door de gedetailleerde beschrijving van de Tartuse studentenmores, de sociëteiten, de literaire avonden en de examenmoeilijkheden. Te veel van het Estland van die tijd en zijn politici is hier onbekend. Toch ware dat jammer, want vanaf hoofdstuk 11 wint het verhaal vaart en wordt het echt beklemmend. Een roman als deze geeft ten andere een boeiend inzicht in wat in Estland gebeurde. [Jos Van Damme]
G. Brandorff
Eindelijk is het opnieuw mogelijk om kennis te maken met werk van Jaan Kross (1920), nestor van de Estse literatuur en potentiële ontvanger van de Nobelprijs voor literatuur. Na 'De gek van de tsaar' en 'Het vertrek van professor Martens' neemt de schrijver als zijn alter ego Jaak Sirkel de lezer mee terug naar de jaren 1938-1942, toen hij in Tartu studeerde. In de wereld van de universiteit en de studentenvereniging 'Amicus' wordt Jaak bepaald door de verhouding tot zijn scherpzinnige vriend en mentor Indrek en de heimelijke liefde tot diens vriendin Riina. Het leven wordt wreed verstoord als in 1940 de Sovjet-Unie Estland opslokt. Indrek komt in de gevangenis terecht. Is er verraad in het spel? In 1941 bezetten Duitse troepen Estland. Dit traumatische gebeuren heeft ook desastreuze gevolgen voor de individuele verhoudingen. Kross beschrijft spannend, indringend en met diepzinnige humor de onthutsende geschiedenis van een klein Europees land. In zijn breedvoerige stijl schildert de in de omgang met de censuur geoefende auteur meesterlijk blijvend actuele dilemma's. Bevat noten. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.