Reality Soap ! : Big Brother en de opkomst van het multimediaconcept
Irene Costera Meijer (Auteur), Maarten Reesink (Redacteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Boom, cop. 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NEDERLAND 095.2 COST |
Besprekingen
31/12/2001
Volgens zijn bedenker, John de Mol, beantwoordt het concept van het televisieprogramma Big Brother aan de vuistregel van de 'goede televisie': het moet in één zin uit te leggen zijn. Maar zoals blijkt uit Reality Soap ! is deze eenvoud in het geval van Big Brother maar schijn. Wars van alle vooroordelen bundelt dit interessante boekje een reeks essays die het problematische karakter van dit programma, dat in zowat alle landen van Europa op de buis verscheen (behalve in Frankrijk), in zijn verschillende facetten tonen.
Vooreerst was er totaal geen ontkomen aan: zelfs al zag je er bijna niets van, toch was het mogelijk om perfect op de hoogte te zijn van het reilen en zeilen van de bewoners in het Big Brother-huis. Was het in termen van verwerping (in het begin), fascinatie (toen het eenmaal zijn publiek had veroverd) of analyse (achteraf), je las en hoorde er overal over. Zoals uit dit boekje blijkt, biedt deze door sommigen betitelde "incarnatie van het intellectuele niets" toch een groot aantal aanknopingspunten voor polemiek.
In haar bijdrage 'Verlangen en verzet' gaat Liesbet van Zoonen bv. verder in op het stokpaardje van heel wat critici: het probleem van de privacy en de openbaarheid. Vanuit haar lezing van de geschiedenis van de scheiding openbaar-privé (een vrij recent fenomeen eigenlijk) als een maatschappij-ordenend en zelfs verdrukkend fenomeen, valt echter te begrijpen hoe voor bepaalde mensen het manifest opheffen van deze scheiding een emancipatie en erkenning van hun eigen leefwereld betekent t.o.v. die van de maatschappelijke elite.
Op haar beurt haalt Rosemarie Buikema, in haar stuk over de rol van de vrouwen in het Big Brother-huis, de sociologische leugen van het programma, een amalgaam van doorsnee voorstadsbewoners op te voeren, onderuit. Zijn de verhoudingen kwantitatief correct, dan blijkt uit haar analyse van de respectieve schermtijd en de rolpatronen die door de deelnemers werden aangenomen, dat er aan de klassieke sociale patronen ook in deze 'progressieve televisie' weinig is veranderd. Representatief voor de ganse bevolking was de jonge, blanke groep trouwens allerminst; het was dan ook geen documentaire over een sociologisch experiment, maar beantwoordt meer aan wat Wim Staat hier 'televisualiteit' noemt: Big Brother is een documentaire met de stijl en dus de truukjes van televisie-fictie. Het vernieuwende van deze kruising is dat de kijker zelf bij machte is om de fictie te doorprikken: via de andere media (internet, krant...) kan hij de 'echte' feiten te weten komen. Big Brother was dan ook letterlijk 'multimedia', in de zin dat het een hybride was van reality-tv, soap opera, spelshow en talkshow. Daarenboven speelden internet en telefoon een cruciale rol bij de interactie met het kijkerspubliek.
Een aantal van deze totaal 'gewone' mensen uit het Big Brother-huis werden plots ook echte sterren. Daarvoor hadden ze nochtans niets gedaan buiten langdurig 'zichzelf-zijn'. Zoals Patricia Pisters in haar essay dan ook terecht opmerkt: de kwantitieit van de voortdurende media-aandacht rond deze mensen zonder bijzondere kwaliteiten of gebreken maakt ze tot bereikbare sterren, waarop iedereen zichzelf makkelijk kan projecteren.
De combinatie van al deze onderling gelinkte fenomenen maakt Big Brother tot een fascinerend media-experiment. Deze bundel essays biedt waardevolle aanzetten voor een noodzakelijke reflectie. [Sven Gustav Sterken]
B. v.d. Graaf
Zesentwintig verschillende auteurs, afkomstig uit de academische wereld, buigen zich hier onder redactie van Irene Costera Meijer (docent mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam) en Maarten Reesink (docent film- en televisiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam) over het fenomeen 'Big Brother', het door John de Mol geproduceerde en door Veronica uitgezonden tv-programma waarin 9 mensen zich over een periode van 100 dagen (16 september t/m 31 december 1999) in een huis lieten opsluiten, 24 uur per dag bespied door 24 camera's. Het populaire programma (met een gemiddelde van 1,5 miljoen kijkers per avond) wordt gepresenteerd als het eerste succesvolle mulitimediaproject (televisie, internet, telefoon) dat verschillende tv-genres (reality tv, soap opera, spelshow en talkshow) met elkaar combineerde. In 6 verschillende secties (bestaande uit langere hoofdstukken en kortere columns) wordt het succesvolle fenomeen onder de loep genomen. Ook reacties uit het buitenland en van de vaderlandse pers komen aan de orde. Voorzien van een auteursregister en een uitgebreide literatuurlijst.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.