Het einde van de waanzin
Jorge Volpi
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VOLP |
31/12/2001
De relativiteitstheorie en de kwantummechanica stortten de natuurkunde in de vroege twintigste eeuw niet alleen in een fel wetenschappelijk debat, maar raakten ook aan eeuwenoude vragen van de mensheid over toeval, God, kennis, zekerheid. De twee theorieën waren bovendien onlosmakelijk verbonden met de heftige historische ontwikkelingen van die tijd -- de wereldoorlogen, het nazisme, de Amerikaanse expansie en de atoombom. De jonge Mexicaanse auteur Jorge Volpi heeft al deze aspecten van de moderne natuurkunde verwerkt in een ambitieuze ideeënroman die zich ook manifesteert als een whodunit die de lezer zelf moet oplossen.
Een kernvraag in de moderne natuurkunde is het belang van het perspectief van de onderzoeker, d.i. het onzekerheidsprincipe van Werner Heisenberg dat stelt dat de observatie van subatomaire deeltjes het gedrag van die deeltjes beïnvloedt. Zo'n stelling is natuurlijk spek voor de bek van een romancier die de illusie van het vertelperspectief wil doorprikken. Volpi is zeker niet de eerste auteur die de merkwaardige parallel tussen de moderne fysica en de (post)moderne literatuur aanwendt, maar hij doet het wel op zeer nadrukkelijke wijze. De verteller in zijn boek, de Duitse wiskundige Gustav Links, was een medewerker van Heisenberg. Hoewel hij in 1944 deelnam aan de mislukte aanslag tegen Hitler, ontsnapt hij bij toeval aan de executie. Na de Tweede Wereldoorlog wordt hij aangeworven voor een Amerikaans onderzoek naar Nazi-wetenschappers. Links doet het verhaal van dat onderzoek maar benadrukt meteen dat dit zijn versie van de feiten is, waarna de lezer zelf zal moeten besluiten wat waar is en wat niet. De verteller laat niet na daar enige literatuurtheoretische beschouwingen aan vast te knopen.
De lezer wordt in dezelfde onzekere positie geplaatst als het andere hoofdpersonage van het boek, luitenant Francis Bacon (de naam is natuurlijk niet toevallig gekozen). Bacon, van opleiding natuurkundige, voert een onderzoek naar Klingsor, een code-naam voor de wetenschapper waarvan men vermoedt dat hij alle wetenschappelijke activiteiten tijdens het Nazi-regime coördineerde, in het bijzonder het nucleaire programma. Bacon beschikt enkel over indirecte bewijzen, en is in zijn speurwerk volledig aangewezen op de getuigenissen van zijn assistent Links en andere wetenschappers. Deze laatste, die, anders dan Links, historische figuren zijn, zoals Max Planck en Werner Heisenberg, antwoorden echter in vage termen. Zij weiden vooral uit over de snelle ontwikkeling van de natuurkunde in die periode, de theoretische uitdagingen, de onderlinge menselijke verhoudingen. Deze interviews, ook met niet-Duitse wetenschappers als Erwin Schrödinger en Niels Bohr, zijn literaire krachttoertjes van Volpi: hij weet deze beroemde figuren levendig voor te stellen en biedt een helder inzicht in hun moeilijke theorieën èn leven. Op andere plaatsen in het boek doet hij hetzelfde met Einstein, Gödel, Von Neumann, etc. Deze sprankelende wetenschapsgeschiedenis vormt het aantrekkelijkste onderdeel van Volpi's roman. Net zoals Michael Frayn deed in zijn toneelstuk Copenhague (1998), haalt de auteur ook het verband met de ontwikkeling van de atoombom naar voren. Ethische vragen daarover worden door de wetenschappers zelf gesteld. Klingsor, de duistere kracht uit de Duitse Arthur-traditie, staat uiteindelijk voor deze negatieve kant van de moderne wetenschap.
Terug naar het detectiveverhaal: luitenant Bacon voelt zich al vlug verloren in de veelheid van perspectieven die de gesprekken met de wetenschappers opleveren. Zijn Duitse vriendin Irene doet hem bovendien inzien dat Links het onderzoek op subtiele wijze in een bepaalde richting leidt. Maar Links onthult dan weer een duistere kant van Irene. Onder druk van zijn geliefde kiest Bacon een bepaalde oplossing waarvan Links zweert dat het de verkeerde is. Hoewel Links een andere wetenschapper als Klingsor naar voor schuift, moet de lezer zelf de waarheid zoeken.
Het onderzoek eindigt in onzekerheid, mislukking en verraad. Die thema's worden obsessief in het boek verweven, want ook de privélevens van Bacon en Links staan bol van onduidelijkheid en verraad, en de onzekerheid in de fysica en de literatuur werd hierboven al aangehaald. Kortom, de postmoderne boodschap van de auteur dringt zich onherroepelijk aan de lezer op. Volpi put volop uit de postmoderne trukendoos: een gefragmenteerd, heterogeen verhaal, het gebruik van een detectiveverhaal als kapstok, legio intertekstuele verwijzingen, wetenschappelijke metaforen (bv. hoofdstukken die als hypothesen of wetten worden betiteld), een spel met het vertelperspectief, een verhaal dat zichzelf becommentarieert, een complex kluwen van spiegelingen en ironie dat geen duidelijk einde kent. Door zoveel informatie en spel in één roman te willen stoppen, zijn enkele onderdelen minder geslaagd: het detectiveverhaal is mager en voorspelbaar, de figuur Bacon is nogal vlak getekend en de roman lijdt op het einde wat aan langdradigheid en herhaling. Het postmoderne spel haalt gelukkig nooit de bovenhand op de diepe inhoud van dit werk, dat ook tal van prachtig geschreven passages bevat. [Chris Bulcaen]
Hans Wagemans
Een Amerikaanse natuurkundige en luitenant wordt in 1946 naar Duitsland gestuurd om te zoeken naar 'Klingsor', een Duitse atoomfysicus en verrader (van wie aan het eind van het boek nog steeds niet vaststaat wie hij was en of hij ooit bestaan heeft). Daarbij worden vele uitstapjes naar heden en verleden gemaakt en ook naar tamelijk pretentieuze filosofietjes. Enige liefdesgeschiedenissen en -perikelen doorkruisen het verhaal, maar zijn weinig overtuigend weergegeven. Veel grote natuurkundigen uit die tijd worden sprekend opgevoerd. Als men dan ook nog te lezen krijgt hoe enige Amerikaanse hoofdpersonen in februari '45 Den Haag bezoeken (zonder last te hebben van hongerwinter of bezetter) gaat het laatste beetje vertrouwen in de betrouwbaarheid van de Mexicaanse auteur (1968) wel heen. Dit vermoeiende boek werd redelijk vertaald en keurig uitgegeven. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.