Hoeveel geest kan de wetenschap verdragen ? : een grondslag voor de unificatie van natuur- en geesteswetenschappen
Juleon Schins (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Agora, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 135 SCHI |
Besprekingen
31/12/2001
De wetenschap is onvolledig, ze vertoont hiaten en scheuren. Gödel ontdekte reeds dat elk formeel systeem met een zekere complexiteit noodzakelijk onvolledig was -- in termen van wetenschapsfilosofie en harde logica: deze systemen bevatten uitspraken die waar zijn, maar waarvan de waarheidswaarde niet met behulp van de geëigende deductieregels afgeleid kan worden uit het corpus van de theorie. Goed, dit gold al voor de wiskunde en spoedig deed de streng wiskundige quantumfysica ook het ideaalbeeld van de fysica als kampioen van de wetenschappen in haar volledigheidsaspiraties opgaan in rook. Daar voegt de auteur nog eens de bio-evolutie aan toe: ook deze theorie is onvolledig. Hoe dat nu ook komt -- volgens mij is bv. evolutie een ideologisch model en geen theorie; is slechts de Copenhagen-interpretatie van de quantumtheorie echt en principieel onvolledig -- is niet van enorm belang. Het gaat er de auteur om aan te tonen hoe die onvolledigheid een kans geeft aan de geesteswetenschappen, sterker nog, hoe die onvolledigheid pas echt zinvol valt uit te leggen als en slechts als zoiets als geest bestaat. Moesten immers de natuurwetenschappen volledig zijn, dan verscheen geest als een extreme, maar niet geheel vreemde manifestatie van de echte, materiële werkelijkheid. Blijkt echter dat de geesteswetenschappen die op die manier gerevalideerd worden niet veel meer zijn dan een zachtgekookt aristotelisch rationalisme (een 'hylemorfisme'), een ethiek die amper uitstijgt boven het statuut van toegepaste toepassingsleer van de natuurwetenschappen en tenslotte een theodicee die op een onvervalst godsbewijs uitloopt. Goed voor die hard-wetenschappers die eens met de teen willen voelen hoe koud het daarbuiten wel is. [Erik Meganck]
Dr. D.G. van der Steen
Reductionisme is het streven om een wetenschap te herleiden tot de wetenschap van iets anders, iets eenvoudigers: biologie tot natuurkunde bijvoorbeeld, of psychologie tot neurowetenschap. Voor zoiets als 'geest' is dan vanzelfsprekend geen plaats meer. De fysicus Schins (1964) verzet zich hiertegen. Hij gaat uit van het feit dat in de 20e eeuw is aangetoond dat wiskunde, natuurkunde en biologie onvolledig zijn, van binnenuit op hun eigen grenzen stuiten, en dat zonder de geest de stap naar filosofie, ethiek en religie niet te maken valt. De auteur is duidelijk meer fysicus dan filosoof. Hij schrijft in principe voor leken, maar veronderstelt op zijn minst een academisch denkniveau. Zijn boek bevat een literatuurlijst, geen index.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.