O God ! Waar is mijn kot ? : een bloemlezing hooggeschoolde onzin
Ludo Meyvis
Ludo Meyvis (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2000 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VEZAMELBUNDEL : MEYV |
31/12/2001
De ballade van Arie Hop en andere lichte verzen is 'een bloemlezing light verse', samengesteld en ingeleid door Ludo Meyvis en Bob Stouthuysen. De gedichten zijn luchtig en begrijpelijk. De aandacht voor de vaste, klassieke vorm met rijm en metrum is een van de hoofdkenmerken van het genre. De bundel is ingedeeld in ruim twintig thema's, waaronder 'Technisch getater', 'Eindelijk onzin', 'Tafelen met stijl', 'Seks en zo', 'Hallo God' en 'Liefdesverzuchtingen'. Er is binnen het genre een grote verscheidenheid waar te nemen. Aan het ene uiterste staan de gedichten die eigenlijk maar op het randje 'light' zijn, zoals 'Liefdesverklaring' van Jan Greshoff, en aan het andere uiterste zijn er nonsensteksten zoals 'Hosz pità ' van J.M.W. Scheltema. Ook Charivarius levert stukken die het vooral moeten hebben van de klank of een speciale gekte. Daartussen zijn alle nuances mogelijk. Enkele mooie gedichten zijn: 'Sonnet' van Drs. P, 'Vegetariërs' van Peter Burger, '140 pond' van Jac. van Hattum en 'Aan Rika' van Piet Paaltjes. Heel knap is 'Middelbaar onderwijs' van Driek van Wissen. Daarnaast is er nog 'Boerke Naas' van Guido Gezelle. Met milde ironie portretteert Han G. Hoekstra de man die één van zijn complexen verloor in 'Een man met 17 complexen'.
De samenstellers hebben een heel goede keuze gemaakt. Een bundel als leuke ontspanning ter afwisseling van ernstige poëzie. De ironische ingesteldheid, de frisse kijk op de medemens en het relativerend vermogen van veel opgenomen dichters verhogen het leesplezier. [Herv]
Dick Welsink
In vergelijking met de bekende voorganger 'Ik wou dat ik twee hondjes was' is deze nieuwe bloemlezing van Nederlandstalige light verse uitgebreider, in die zin dat er een grotere periode bestreken wordt. Beperkte Vic van de Reijt zich tot de twintigste eeuw, de heren Meyvis en Stouthuysen namen ook werk uit voorafgaande eeuwen op, in het bijzonder uit de negentiende, hetgeen zeer te prijzen valt. Maar door het ontbreken van een goede (werk)definitie van het begrip light verse zijn er verschillende gedichten in deze uitgave terechtgekomen die daar beslist niet in thuis horen. De gedichten zijn ondergebracht in rubrieken met titels als 'Taal en tongval', 'Het spetteren der letteren', 'Eindelijk onzin' en 'Doodleuk'. Onvermijdelijk kom je vele bekenden tegen, zoals Charivarius, John O'Mill, drs. P, Annie M.G. Schmidt, Kees Stip en Daan Zonderland, de coryfeeën van het genre. Verrassend zijn enkele bijzonder aardige bijdragen afkomstig van internet, van Marjolein Kool en Geert Kruideren. De 'Verantwoording' bevat een aantal onvolkomenheden die gemakkelijk vermeden hadden kunnen worden. Formaat 10,5 x 17 cm.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.