Overspel
Bob Mendes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
The House of Books, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MEND |
Martine Cuyt
ob/kt/07 o
Bob Mendes (72) ziet er nog steeds uit alsof hij net van kantoor komt: kreukvrij hemd, das en jasje. Het is niet moeilijk om je de man met de joodse naam voor te stellen met een keppeltje. Dit is de gentleman-schrijver. Hij biedt me een rit door de stad aan in wat een limousine lijkt: een donkerblauwe Mercedes Elegance. "Meteen gekocht nadat ik de Gouden Strop had gewonnen", zegt Mendes. We sleeën naar het Kattendijkdok. Naar de witte doos die het Koninklijk Ballet van Vlaanderen bevat.
Robert Vapanov, de artistiek directeur van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, wist er alles over en toen ik de naam van Rebecca Kissinger noemde, was hij onmiddellijk bereid mij te woord te staan in hun gloednieuwe theater voor de thuisvoorstellingen aan het Kattendijkdok in Antwerpen. (Dirty Dancing, p.66)
Bob Mendes vond inspiratie in de danswereld van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.
We worden met open armen ontvangen door Nora Van Dessel, directeur externe relaties van het Ballet. En door een stapeltje posters van Tango Fiesta, de productie die Mendes naar het leven in zijn verhaal integreerde. Hij is niet eerder in het gebouw geweest, maar beschrijft de repetitiestudio’s, decor- en kostuumateliers alsof hij er woont. "Indrukwekkend", klapt Mendes zich in de handen bij de repetitiezaal. "Fantastisch toch dat zoveel mensen van over de hele wereld naar Antwerpen komen om te dansen? En dan zeggen ze nog altijd dat we hier in Vlaanderen niks hebben."
Ook Nora klapt in de handen. "Robert Denvers en ik vinden het een zeer leuk idee", zegt ze. "Spannend dat het Ballet in een boek komt. En dan nog in een exemplaar van een van Vlaanderens bekendste factionschrijvers." Dansers Sanny en Géraldine worden even gekaapt om Bob een paar passen aan te leren. Voor de foto...
Na de dansles rijden we langs de kade naar het Steen. "Ooit wordt 't Eilandje zoals de Docklands in Londen", voorspelt Bob. Aan het oude gebouw van de belastingen aan de Rijnkaai kan hij niet zomaar voorbij. "Hier speelt mijn boek De Fraudejagers. De grote afrekening, de finale, situeerde ik op die trappen", wijst hij. "In dit pand heb ik vele uren zweet en bloed gelaten."
Riverside
"De kade is mooi geworden", zegt de schrijver. "Dat zie je het best vanop een schip. Als je hier voorbij vaart, zie je dat Antwerpen eindelijk een stad aan de stroom is geworden, met een echte 'Riverside'. Hier past een woordje van lof."
"Aan de Schelde gaat mijn hart wat sneller slaan", bekent Bob. "Als ik terugdenk aan mijn vorig leven en aan het grote maritieme bedrijf aan de Orteliuskaai waar ik geregeld kwam, dan denk ik aan de keren dat ik bedankte om in La Perouse te gaan lunchen. In plaats van op restaurant te gaan, parkeerde ik mijn auto onder de hangar en at er met zicht op de Scheldebocht mijn boterhammen op. Nu woon ik in Schoten en ik ben gelukkig daar, maar zonder honden had ik al lang een appartement in de stad, met groot terras, uitzicht Schelde. Ongelooflijk mooi."
Bob parkeert de wagen aan Het Steen. "Als kind vond ik Het Steen al prachtig. Ik was geweldig onder de indruk van een bezoek aan de kerker. Ik was toen tien. Het toeval wil dat ik later in het gebouw ertegenover twee studio’s kocht. Vanuit die ene zie je Het Steen door de ramen werkelijk in een kader. Alsof het is ingelijst. De andere studio heeft de Onze-Lieve-Vrouwetoren in beeld."
Rebecca Kissinger woonde op de vijfde verdieping van een pand aan de rechteroever van de Schelde met een schitterend uitzicht op de stroom en Het Steen, een tiende-eeuwse burcht die volgens de legende was gebouwd door de reus Antigoon, die tol eiste van alle voorbijvarende schepen. Brabo, een Romeinse soldaat, vocht met de reus, doodde hem, hakte zijn grijpgrage hand af en wierp die in de Schelde. Zo ontstond de naam van de stad: (h)and-werpen. Op deze historische ligging was de huur voor een gewone sterveling onbetaalbaar, maar Rebecca hoefde zich daar niet om te bekommeren. De huur werd betaald door papa, die, zoals ik intussen had vernomen, er meer dan warmpjes in zat. (Dirty Dancing, p.57)
De auteur heeft vanuit zijn studio een mooi uitzicht op de Schelde.
Gastvrije eigenaars uit Sint-Amands en een vriendelijke conciërge laten toe dat we het gezicht vanop de vijfde verdieping uit zijn boek ook in het echt te bewonderen krijgen. (Zie foto.) Bob is gelukkig met de studio’s, zegt hij. "Deze huizen verzoenen de architectuur van toen met die van nu. Ik heb deze buurt geheel verkrot gekend. Tegenwoordig hangt in dit stukje stad een dorpssfeer", geniet hij, terwijl we verder stappen.
"Er zijn lelijkere dingen. Mocht ik burgemeester van Antwerpen zijn, dan haalde ik meteen dat afschuwelijke R.T.T.-gebouw neer. En pakte ik Groenplaats en omgeving aan. Ik zou er een ander dek op leggen en zover durven gaan dat ik de huisjes tussen Groenplaats en Kathedraal zou weghalen. Kun je je voorstellen welk prachtig open gezicht dat zou zijn ?"
Intussen is het uitzicht lichtjes veranderd. Achter de ramen lokken roze en rode TL-lampen. Zijn Dirty Dancing, de moeder van alle dancings genoemd, situeert zich in het boek weliswaar in het Statiekwartier, maar ook daar zullen we hem niet vinden.
Er is geen Dirty Dancing in Brussel. Wel in Antwerpen, in het beruchte Statiekwartier., zegt zijn boek op pagina 71.
'Dirty Dancing', je moet er niet lang naar zoeken in Antwerpen.
"Tot mijn spijt moet ik bekennen dat de lezer niet in Antwerpen op zoek moet naar deze tent. Die real fuck show heeft bestaan in Parijs, als kopie van een tent in New York. Beide zijn binnen het jaar gesloten door de overheid wegens zedelijk niet toelaatbaar."
Sabbat
Tijd om heiligere oorden op te zoeken. Volgende halte: de joodse synagoge aan de Bouwmeestersstraat. "In mijn boek maak ik er een museum van", knikt hij, alsof hij heeft voorvoeld dat deze synagoge zou gesloten worden. "De leegloop zag je aankomen. Vrome joden mogen op de sabbat geen autorijden. En op het Zuid wonen ze al lang niet meer. Dat betekent dus te voet of met de fiets naar daar gaan en da’s een eind. Waarom wordt hier geen joods historisch museum van gemaakt, zoals in Amsterdam en New York? Want wat niet bewoond is, verkommert."
De Hollandse synagoge behoort tot de Israëlitische Gemeente Shomre Hadass, de Handhavers van het Geloof. Hij wordt alleen nog gebruikt bij huwelijken en feestdagen, Rosj-Hasjana, Jom Kippoer, Pesach. Voor de gewone erediensten is hij voor de vrome joden te ver afgelegen. (Dirty Dancing, p.34)
De synagoge aan de Bouwmeestersstraat. Waarom er geen historisch museum van maken?
"Een prachtig gebouw", zegt Mendes, die de gabbe, de koster zeg maar, goed kent. "Als jonge knaap al ben ik mijn vader verloren. Maar ik herinner me nog die keer dat abba mij meenam naar deze synagoge voor een huwelijk. Daar werd zo ongelooflijk gezongen."
"Ik ben grootgebracht als christen, met heel veel goud en beelden in de kerken. In vergelijking daarmee is deze synagoge sober. De luchters en glasramen komen voor mij pas echt tot leven als die vrome mensen erin zingen en een eredienst houden."
Zijn personage Sam Keizer schrijft: Nog altijd was ik onder de indruk van de resoluut oosterse bouwstijl: een imposante moorse tempel met minaretten en koepel. Volgens abba wees dat op het sterke bewustzijn van de joodse gemeenschap in de kosmopolitische havenstad, voor een deel toch al beïnvloed door de streng orthodoxe, Oost-Europese, emigranten die zich na 1880 in Antwerpen vestigden.
"Ik ben een onbesneden jood", zegt Mendes. "Een halve dus. Ik heb mijn bar mitswa niet gedaan. Weet je dat ik me tussen mijn 16de en 56ste weinig bewust was van mijn joodse afkomst? Tot een aantal jaar geleden wist ik minder over het jodendom dan de gemiddelde intellectueel. Het diepst ben ik in mijn verleden gegaan voor mijn boek De smaak van vrijheid. Dat was emotioneel erg zwaar."
We stappen de auto in voor een ritje langs diamantwijk, Quinten Matsijslei en stadspark, om een plekje te vinden in de Lange Kievitstraat. Een koosjere maaltijd zal deugd doen. Wij, een halve jood en een goj - want behalve wandelend, nergens gelijkend op een joodse - lopen Hoffy’s binnen, waar we door de broertjes Hoffman uitgebreid worden verwelkomd.
"Dit is een studie-etentje voor mij", zegt Bob. "In mijn nieuwe roman, met als werktitel Het vijfde element, komt een van de personages hier eten. Weet je wat mijn vijfde element is? Diamant. Mede dankzij de Diamant-bijlage van Gazet van Antwerpen ben ik aan mijn onderwerp geraakt. Deze gemeenschap is de mooiste ontkenning voor al wie zegt dat Antwerpen een bruine, racistische stad is. Een volk wordt niet van de ene dag op de andere racistisch."
Sam
Waarom heeft hij van zijn privé-detective Sam, behalve een joodse, een vrouw gemaakt? "Ik ben gefascineerd door vrouwen en het vrouw-zijn. Een vrouwelijke reporter zei me ooit dat de sterkste figuren in mijn boeken altijd vrouwen zijn. Dat was me nog niet opgevallen, maar het klopt. En dat heeft niet speciaal of alleen met seks te maken, hoor."
"Tachtig procent van het schrijven is fantasie. Als schrijver moet je van een sneeuwbal een lawine kunnen maken en omgekeerd een aardbeving kunnen terugbrengen tot allerlei nauwelijks voelbare trillingen."
Maar dit is werkelijkheid: een gesprek met Bob Mendes bij Hoffy’s. Een stukje van deze avond zal in zijn volgende boek aan bod komen. We eten koosjer en drinken koosjere, rode wijn uit de Golan. "Jullie eten nu wel joods, maar niet als een jood", zegt Chassid Hoffman. "Wij eten snel. We hebben geen tijd omdat we driemaal per dag naar de synagoge gaan en studeren." Daar hebben we geen verhaal tegen.
John Vervoort
em/ec/14 d
Ooit was Bob Mendes een succesvol zelfstandig accountant met een droom. Hij wilde schrijver worden, het liefst van faction -thrillers, genre Frederick Forsyth. Ondertussen heeft hij twee keer De Gouden Strop gewonnen voor de beste Nederlandstalige spannende roman: in 1993 voor Vergelding en in 1997 voor De kracht van het vuur . Vergelding werd ook in Amerika gepubliceerd onder de titel Vengeance. A Prelude to Saddam's War . Bij de nieuwe uitgeverij The House of Books verscheen onlangs Dirty Dancing , een bundel met zes nogal ongelijkmatige verhalen die we best als tussendoortjes beschouwen.
De eerste drie, nogal zwakke verhalen zijn met elkaar verbonden doordat ze dezelfde hoofdpersoon hebben, Sam(uela) Keizer, een ,,joodse privédetective, gevestigd in het midden van de multiculturele Antwerpse diamantwijk,'' dixit het achterplat. In het eerste verhaal, ,,Twee joden, drie synagogen'', verblijft ze nog in Amsterdam waar ze een mol in een succesvol bouwbedrijf moet opsporen. Ook wordt er een kind gekidnapt. De moeilijkheid met dit soort verhalen is dat de schrijver op erg korte tijd een
spanningsboog moet opbouwen. Dat is ook het mankement in ,,Judaica'', waarin Sam op zoek gaat naar de dief van een aantal waardevolle joodse religieuze voorwerpen. Beide verhalen lijken eerder schetsen die op een gedegen uitwerking wachten. Spannend zijn ze in ieder geval niet.
Pas het titelverhaal, meteen het laatste met Sam Keizer in de hoofdrol, heeft een onderhoudende spanningsboog. Er verdwijnt een danseres die door iedereen als de toekomstige coryfee van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen wordt bestempeld. De verdwijning is onrustwekkend omdat haar vader een belangrijke functie heeft bij de Navo. Mendes probeert de lezer ook te interesseren voor Sams privéleven, en dan vooral voor haar getroebleerde relatie met Henry Berneman. Die is in het eerste verhaal nog haar geliefde en in het laatste verhaal alleen nog maar haar baas. Helaas is het allemaal nogal flauw en clichématig
uitgewerkt. In verhaal één wijst Sam hem af, in verhaal twee wil zij hem terug maar vindt zij hem met een andere vrouw in bed, en in verhaal drie wil hij haar terug maar heeft zij geen zin meer.
En dan is het plots gedaan, exit Sam en Henry, want het vierde verhaal, ,,Geheel en al Slivova'', speelt zich af in Bulgarije tijdens een internationaal congres van misdaadauteurs. Voor deze plot lijkt het alsof Mendes zich heeft laten inspireren door de affaire Dick Francis. Een biograaf van deze beroemde Engelse misdaadauteur onthulde vorig jaar dat Francis bij zijn verhalen behoorlijk wat hulp had gekregen van zijn vrouw. Ook ,,Geheel en al Slivova'' gaat over manuscripten die niet geschreven zijn door degene wiens naam op het voorplat staat.
Het achterplat van Dirty Dancing meldt dat een aantal van deze verhalen ,,ondeugend'' zijn. Dat slaat onder meer op ,,Nobele doeleinden'', waarin een rijke diamantair zijn nieuwe secretaresse heel graag zijn collectie Chagalls wil laten zien, net nu zijn vrouw aan de Costa del Sol verblijft. Al van ver zie je aankomen dat de vrouw in een complot zit om de man niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk uit te kleden. Maar dat stoort nauwelijks omdat Mendes een inventieve plot heeft bedacht. Het verhaal doet denken aan een urban legend of stadssage, waarin onwaarschijnlijke voorvallen toch geloofwaardig worden voorgesteld.
Daarmee verwant, en ook ,,ondeugend'', is het lange slotverhaal. In Vermoorde onschuld rijdt een man in beschonken toestand een hitsige babysit naar huis. Wat voorafging: bij thuiskomst na een avondje uit is zijn vrouw meteen gaan slapen, maar hij rook de marihuanadampen in de woonkamer, afkomstig van Nancy, de babysit, die ondertussen naar een pornofilm zat te kijken. Dat opende perspectieven, vooral omdat Nancy liet merken dat ze wel in hem geïnteresseerd was. Doei, zegt ze en stapt uit zijn auto, die nog ,,trilde van de golven van sensualiteit die ze had achtergelaten''. Op weg naar huis rijdt de man iemand aan en pleegt vluchtmisdrijf. Blijkt dat het slachtoffer de vader van Nancy en zijn bedrijfspartner is. Omdat de man beseft dat hij zal worden opgespoord, wil hij dat zijn vrouw verklaart dat zij de babysit naar huis heeft gebracht. Zij was immers nuchter en kan verklaren dat ze in paniek op de vlucht sloeg. Maar dat is buiten adjudant-chef Jeff Senelle gerekend, voor wie ,,rijkswachter zijn meer dan een gewone ambtenarenbaan was.'' Zijn de eerste verhalen uit de bundel nogal flauw en inspiratieloos, in de laatste verhalen is Mendes goed op dreef. Deze verhalen hebben niks met faction te maken, weinig met doorgedreven research, diepgaande
karakteranalyse of met een ,,casestudy met maatschappelijke en sociologische accenten'', zoals Senelle zijn onderzoek in het laatste verhaal nogal protserig samenvat. Hier is een schrijver aan het werk geweest die zichzelf en de lezer vooral heeft willen amuseren. Pretentieloze ontspanning dus, ondeugende tussendoortjes. Zo gelezen, zo vergeten.
JOV
em/ov/25 n
Het boek begint met drie verhalen waarin de hoofdpersoon telkens Sam(uela) Keizer is. Ze is joodse en wil een detectivebedrijf in Antwerpen beginnen. De eerste twee verhalen, die rond bedrijfsspionage en de diefstal van joodse religieuze voorwerpen draaien, zijn ronduit zwak. Ze zijn hoegenaamd niet spannend en werden nogal schematisch uitgewerkt. Pas in het titelverhaal, waarin Sam op zoek gaat naar een verdwenen ballerina, komt Mendes wat op dreef, alhoewel ook daar de spanning niet echt oploopt. Mendes heeft ook oog voor de perikelen van Sam en haar ex-vriend, maar die zijn nogal flauw en overstijgen amper het cliché.
De drie volgende verhalen, die los staan van elkaar, zijn merkelijk beter en drijven op een paar leuke vondsten. In Geheel en al Slivova vergezellen we een misdaadauteur naar Bulgarije waar een congres voor soortgenoten wordt gehouden. Er wordt ook een belangrijke prijs uitgereikt, wat natuurlijk aanleiding geeft voor gesjoemel, vooral met manuscripten.
In Nobele doeleinden wil een rijke diamantair, nu zijn vrouw in Spanje verblijft, iets te graag zijn collectie Chagalls aan zijn nieuwe secretaresse laten zien. Natuurlijk zit de vrouw in een complot om de man te beroven, maar Mendes heeft een leuke tweede verhaallijn bedacht, waarin een erg vroom paar de bedoelingen van de misdadigers dwarsboomt.
Het laatste verhaal is meteen het langste en het beste. In Vermoorde onschuld brengt een nogal beschonken man na een avondje uit met zijn vrouw de babysit naar huis. Zowel de man als de babysit willen wel, maar verder dan wat gewriemel komt het niet. Op weg naar huis rijdt de man iemand aan en pleegt vluchtmisdrijf. Al snel blijkt dat hij de vader van de babysit, die ook zijn eigen bedrijfspartner is, aangereden heeft. De man wringt zich in allerlei bochten om de dans te ontspringen, maar dat is zonder een erg ambitieuze rijkswachter gerekend, voor wie zijn job meer is dan ,,een gewone ambtenarenbaan''.
Dirty dancing is een ongelijkmatige bundel. De verhalen hebben niet veel om het lijf en zijn niet echt spannend, al doet Mendes in de drie verhalen zonder Sam Keizer toch zijn best om een origineel idee met vaart te vertellen.
Jeroen Kuypers & Piet de Moor
ob/kt/28 o
Zijn dichtbundel Met rook geschreven uit 1984 ging over zijn in Auschwitz vermoorde vader, maar sindsdien heeft Bob Mendes de joodse thematiek jarenlang angstvallig vermeden. Met zijn pas verschenen verhalenbundel Dirty dancing brengt hij daar verandering in.
In de meeste verhalen van Dirty dancing is de joodse privé-detective Sam Keijzer de hoofdpersoon. Met haar vindingrijkheid lost zij een aantal ontvoeringen en diefstallen op. Tussen de regels door schetst Bob Mendes een kleurrijk beeld van de joodse gemeenschap van Antwerpen, een gemeenschap waartoe hij, in geestelijk opzicht, in de loop der jaren zelf steeds meer is gaan behoren. Dirty dancing is een lichtvoetige bundel. De verhalen zijn niet gespeend van humor en behandelen geen van alle de zware thematiek die zo kenmerkend is voor de "faction-thrillers" waarmee de 71-jarige Bob Mendes inmiddels niet alleen in het eigen taalgebied, maar ook ver daarbuiten bekend is geworden.
Bob Mendes: Sam Keijzer is een personage dat me zozeer is bevallen dat ik haar heb behouden. Ik schrijf momenteel een roman met haar in de hoofdrol en ik zal haar zeker nog in andere verhalen laten figureren. Een joods personage biedt me bovendien de gelegenheid me verder in de joodse cultuur en godsdienst te verdiepen.
Trauma
Wordt de "goj" Mendes op zijn oude dag nog een echte jood?
Mendes: Zover gaat het nu ook niet. Mijn debuut was een gedichtenbundel over mijn oorlogservaringen als kind. Mijn moeder was een christen, mijn vader een jood. Mijn vader was van beroep handelsreiziger, een prachtige dekmantel om overal in België vlugschriften van het verzet te verspreiden en geheime berichten te vervoeren. Op een dag is hij in het centraal station van Antwerpen gearresteerd met twee koffers vol verzetsbladen. Aanvankelijk werd hij in de gevangenis opgesloten, maar toen enkele maanden later de transporten naar Auschwitz begonnen, is hij vanwege zijn joods klinkende naam - Benjamin Mendes - door de Duitsers op transport gezet. Omdat ons hele gezin in het verzet zat zijn mijn beide broers en ik ook onder moeten duiken. Mijn moeder is zo getraumatiseerd geraakt, dat ze in onze verdere opvoeding alle sporen van onze joodse afkomst heeft weggeveegd. Over de oorlogsjaren hebben we nadien zoveel mogelijk gezwegen. Mijn broers hebben zich dan ook nooit joods gevoeld.
Schrale troost
Maar het liet zich op den duur niet onderdrukken?
Mendes: In 1995 ontmoette ik Tobias Schiff, een overlevende van Auschwitz, die onder meer via lezingen op scholen onophoudelijk getuigde van wat hem tijdens de oorlog overkomen was. Hij zei me dat een auteur als ik, met een zo groot publiek, eigenlijk de morele plicht had op zijn manier ook te getuigen. Een goed geschreven misdaadroman kon volgens hem meer indruk maken dan een documentaire of historische studie. In De smaak van vrijheid heb ik dan in de proloog mijn eigen oorlogservaringen te boek gesteld. Hoewel het verblijf in en de ontsnapping uit het concentratiekamp Buchenwald van mijn hoofdpersoon Megin fictie is, heb ik me voor de plot gebaseerd op talloze interviews met overlevenden.
Mendes: Sam Keijzer is ontstaan na een verzoek van het Nederlandse Nieuw Israelitisch Weekblad . Een van de redacteuren had mij uitstekend geholpen bij de research voor De smaak van vrijheid . Ze vroeg mij om een verhaal voor een speciaal nummer van het blad met joodse misdaadverhalen. Mijn personage beviel me zo goed dat ik besloot meer verhalen te schrijven met haar in de hoofdrol. Ze zijn afzonderlijk te lezen, maar ook als een roman-in-delen. Via Sam Keijzer kan ik een beeld schetsen van de kleurrijke joodse gemeenschap in Antwerpen. Nu het imago van de Scheldestad zozeer bezoedeld wordt door de opkomst van het Vlaams Blok, vind ik het belangrijk te tonen dat deze stad niet uitsluitend uit vreemdelingenhaters bestaat. Anders was de joodse gemeenschap allang verschrompeld tot een kleine kern.
31/12/2001
Onze tweevoudige Gouden Strop-winnaar Bob Mendes is de specialist bij uitstek van het subgenre van de faction-thriller. Zo nu en dan heeft hij een ideetje dat niet genoeg stof bevat om veel research voor te doen. Een thriller van normale omvang zit er dan niet in. Deze korte plots heeft hij uitgewerkt in deze verhalenbundel. In de helft van de gevallen figureert de Antwerpse privé-detective Sam Keizer als hoofdpersonage. Ze beantwoordt aan alle clichés uit het genre (mooi, sexy, onvervaard en single) en bijt zich zonder aarzelen vast in het gevaarlijke Antwerpse diamantmilieu. In de drie andere verhalen worden verschillende figuren geconfronteerd met moord, dood of doodslag. Als doodbrave, normale burgers geboren, gebeurt er iets in hun leven waardoor ze ofwel in een onoverzichtelijke situatie terechtkomen, ofwel veranderen in een moorddadig iemand.
Persoonlijk beschouw ik korte verhalen als moeilijker dan voldragen romans, omdat de auteur zich enerzijds moet bezighouden met de kern van de zaak en anderzijds de spanning bij de lezer in een korte tijd tot een extreme hoogte moet proberen te brengen. Een verrassende pointe is ook een must voor het kortverhaal. Aan al deze criteria voldoet Mendes ruimschoots. Zeer degelijk werk. [Chris Vandenbroucke]
G.P. Schuring
Zes misdaadverhalen, waarvan de eerste drie met Sam Keizer als hoofdpersoon. Deze joodse vrouw keert vanuit Amsterdam naar haar geboortestad Antwerpen terug en komt daar min of meer toevallig met een paar zaken in aanraking. In de overige drie verhalen spelen Vlamingen de hoofdrol: een verhaal over diamantdiefstal in Antwerpen, een verhaal over plagiaat en een verhaal waarin een man zijn beste vriend aanrijdt en daarna doorrijdt. Hij wringt zich in allerlei bochten om zichzelf schoon te praten, maar komt steeds hopelozer in de knoei. Vlot leesbare verhalen, waarbij de lezer zich wellicht zal afvragen, waarom er niet een gehele bundel aan Sam Keizer gewijd is. Het joodse milieu, de jiddische opmerkingen en de joodse humor en de gevarieerde misdaden zijn het waard een hele bundel te vullen. Nu voelt de lezer iets onevenwichtigs. Wat niet wegneemt dat de schrijver er ook in slaagt te overtuigen bij het schrijven van korte verhalen. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.