De heen-en-weerbrief
Gerda Dendooven
Gerda Dendooven (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2000 |
Woord Toneel : 887 DEND |
31/12/2001
Het verhaal lijkt zoals de titel op het eerste gezicht simpel en herkenbaar. "De rand van een bos. De ene helft is nog licht, de andere duister. De ikfiguur speelt aan de rand van het bos en mag niet verder. De drang om toch het bos in te gaan is onweerstaanbaar." Je hoeft maar een halve lezer te zijn om te weten wat er de volgende 50 bladzijden zal gebeuren. Ik ontmoet een vreemd vrouwtje dat haar vraagt om haar koffer weg te brengen. Na een weigering, lang aarzelen en dralen besluit ze om de koffer toch weg te brengen omdat het vrouwtje Ik "van die avonturen belooft die je tegen het avondeten overvallen. Tussen de bomen liggen er altijd wel een stuk of tien te wachten. (...) Heel spannende, bijzonder mooie avonturen liggen er klaar voor kleine, flinke meisjes. Op oude vrouwtjes wachten enkel bomen en de struiken. En de Angst." Vooral aan de Angst kan Ik niet weerstaan. Het lijkt haar wel wat om die eens te ontmoeten. Wat volgt, is een doldwaze tocht door het bos, waar Ik achtereenvolgens een Bloemenkind dat wel erg veel op Roodkapje lijkt ontmoet, een Struikeman met roverallures en een dandy-achtige Wolf, bij wie ze de Angst leert kennen. Hoewel Dendooven zelf bij de voorstelling van de personages schrijft dat de ikfiguur een "beetje naïef maar nieuwsgierig is", vallen meteen het kasante taalgebruik en de woordspelingen op. Doorheen de tekst zijn duidelijke verwijzingen naar fabels en sprookjes. Dendooven laat je voorspellingen niet alleen uitkomen, ze doet er bovendien nog een schep bovenop. Het is dat méér dat deze tekst kenmerkt maar waardoor je tegelijkertijd merkt dat de auteur hier aan haar proefstuk toe is. Zo valt het soms op dat tussen twee flitsende woordspelletjes door een deel tekst verweven zit die enkel als bindmiddel, als aankondiging voor de volgende vondst dienst doet.
Daarnaast valt er ook heel wat te zeggen over de uitwerking van een personage als het Bloemenkind. Hier lijkt de duidelijke verwijzing naar Roodkapje enkel tijdens de eerste dialogen te werken en verwatert het gegeven snel tot enkele minder geslaagde maar vooral gelaagde verwijzingen. Bloemetjes plukken alleen en een paar -- overigens vindingrijke -- allusies zijn niet voldoende om tot een evenwichtig personage te komen dat kan wedijveren met de gevatheid van de ikfiguur. Dat Dendooven nochtans een degenwisseling van woorden aankan bewijst ze bij de ontmoeting van de ikfiguur met de Struikeman. Door bij dit personage duidelijk te kiezen voor een andere, seksueel geladen interpretatie van het begrip 'jager' overstijgt dit personage de verwijzing naar zijn sprookjesfiguur. Wanneer Struikeman bv. het spelletje 'Haasje achterover' uitlegt aan de ikfiguur, slaagt Dendooven er wel in om een tweeledige betekenis in de tekst te leggen. "Ik ben de jager en jij het haasje. Jij loopt heel snel weg en ik probeer je te vangen. En als ik je vang, leg ik je achterover. Simpel maar leuk en het doet geen pijn." Een dubbelheid die de frisheid en de kracht van dit verhaal uitdrukt en die ervoor zorgt dat het geheel over het algemeen genomen geen gekunsteld, goedkoop taalschraapsel wordt. Vanaf 14 jaar. [Jan Staes]
Drs. A.W.M. Duijx
De ik-figuur (kan een meisje of jongen zijn) ontmoet een oud vrouwtje dat haar weet te overtuigen een zware koffer naar de andere kant van het bos te brengen. Daar ontmoet zij eerst een bloemenkind en de struikenman. Naarmate de tocht vordert wordt het steeds donkerder en wordt de koffer steeds zwaarder. Aan het slot ontmoet ze de Boze Wolf en tegelijkertijd de Angst, twee (of een?) personen die heel anders zijn dan zij zich had voorgesteld. Toneeltekst, in zes scènes voor vijf personen in een eenvoudig decor, die zich als proza laat lezen. De ik-figuur richt zich rechtstreeks tot het publiek en speelt tegelijkertijd een rol met de overige personages, waardoor je als lezer zeer betrokken bent bij het verhaal. De thema's nieuwsgierigheid, ongenoegen en tevredenheid en het overwinnen van de Angst zijn briljant uitgewerkt. De vierde scène bestaat uit een schitterende monoloog, waarin de ik-figuur zich volledig bloot geeft. De auteur verwijst regelmatig naar andere teksten, zoals de Fabeltjeskrant of bekende sprookjes. Een prachtige tekst die zeer tot de 'verbeelding' spreekt. Vanaf ca. 13 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.