Een levensverhaal
Manu Ruys
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pelckmans, 2000 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : CONGO-KINSHASA 945.6 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pelckmans, 2000 |
VOLW. : NON FICTIE : CONGO-KINSHASA 945.6 |
31/12/2000
De criminele uitschakeling van de eerste Congolese regeringsleider is geen toevallig en alleenstaand feit, maar het eindresultaat van een lange reeks fatale gebeurtenissen, beslissingen en vergissingen. De moord op Patrice Lumumba houdt verband met historische omstandigheden die wortelen in een koloniale tijd, en met neokolonialistische reacties op een ontspoorde dekolonisatie." Dat citaat typeert de voorzichtige en twijfelende houding van Manu Ruys, oud-hoofredacteur van 'De Standaard' en Congo-deskundige, tegenover de recente stellingen rond de dood van de Congolese premier Lumumba in januari 1961. De commotie ontstond in september 1999 toen de Vlaamse socioloog Ludo de Witte in De moord op Lumumba poneerde dat de moord op Patrice Lumumba vanuit Brussel werd georchestreerd en dat daar het feitelijke executiebevel werd gegeven. In afwachting van de eerste resultaten van de onderzoekscommissie schreef Manu Ruys nu een inleidende toelichting die de lezer wegwijs moet maken in de donkere doolhof van de dekolonisatie van Congo. De publicatie gaat echter verder en trekt de doelstellingen van de parlementaire onderzoekscommissie in twijfel.
Het boek brengt eerst een chronologisch en gedetailleerd feitenrelaas van het leven van Lumumba (geb. 1925). In oktober 1958 richt hij mee het Mouvement National Congolais (MNC) op, aanvankelijk een denktank maar spoedig een politieke partij, die streeft naar onafhankelijkheid. In mei 1960 haalt de partij een glansrijke verkiezingsoverwinning, waarna Lumumba op 23 juni de eerste premier van Congo wordt. Een week later is Congo een onafhankelijke republiek en houdt Lumumba zijn beroemde toespraak, waarin hij Boudewijn vernedert. Lumumba wordt geconfronteerd met de opstand van het Congolese leger begin juli en de Katangese secessie onder Tshombe. Op 5 september wordt hij door president Kasa Vubu afgezet, op 2 december aangehouden en op 17 januari 1961 in de afgescheurde provincie Katanga vermoord. Ruys brengt het feitenrelaas op een zeer overzichtelijke en bevattelijke wijze. Het virtuoos geschreven verhaal wordt op een hoger niveau getild door de persoonlijke anekdotes van Ruys, die Lumumba persoonlijk vrij goed heeft gekend. Nog sterker is het daaropvolgende deel, waarin Ruys op een zeer gesynthetiseerde wijze de achtergronden en beweegredenen van de uitschakeling van Lumumba schetst: de slecht voorbereide en dubbelzinnige dekolonisatie, de door België gedirigeerde Katangese afscheiding, de toenadering tussen Lumumba en de Sovjet-Unie, de commerciële belangen van de internationale kopermaatschappijen, het licht ontvlambare temperament van Lumumba. Vervolgens stelt Ruys de schuldvraag naar de moord. Hier fluit Ruys op een subtiele wijze Ludo de Witte terug: "De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de executie van Patrice Lumumba kan niet worden gelegd bij één enkel persoon of herleid tot een beslissing, getroffen in een plotse vlaag van moordzucht". De stelling van De Witte -- dat het telegram van de Belgische minister van Afrikaanse Zaken d'Aspremont-Lynden de doorslag gaf bij de uitlevering van Lumumba aan het regime van Tshombe in het afgescheiden Katanga, in het besef dat hij daar zou worden vermoord -- wordt zo als te eenduidig en simplistisch afgedaan. Ruys verwacht trouwens niet dat de parlementaire onderzoekscommissie het definitieve bewijsstuk voor de moord zal kunnen leveren en stelt zelfs dat de historici van de onderzoekscommissie aan de bestaande kennis weinig zullen kunnen toevoegen. Ruys twijfelt ook aan de politieke opportuniteit van de onderzoekscommissie: "Zal het parlement een tribunaal oprichten, voor hetwelk de Belgische staat ter verantwoording wordt geroepen en, misschien, het koningshuis gecompromitteerd?" Bovendien betreurt Ruys dat de onderzoekscommissie geen leden met Afrika-ervaring en terreinkennis telt, noch Congolezen (op één hoogleraar na). Voor Ruys moet de schuldvraag niet centraal staan, maar moet het onderzoek naar de moord op Lumumba leiden "tot toekomstgerichte beschouwingen bij de Congolese en Afrikaanse actualiteit". [Gunter Bousset]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.