Cartesiaans geloven : een verhandeling over het cogito ergo sum
Pim Willemsen (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Damon, cop. 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 155.2 DESC |
Besprekingen
31/12/2001
Hoewel Descartes steevast geassocieerd wordt met het kille rationalisme, de mechanisering van het wereldbeeld en de reductie van God tot een klare en welonderscheiden denkinhoud, zijn alternatieve en wellicht zinvollere lezingen mogelijk. De laatste jaren werd werk gemaakt van een restitutie van Descartes' denken. Dit dunne werkje wil een bijdrage leveren. Traditionele interpretaties namen het experimentele karakter van de cartesiaanse aanzet, de methodische twijfel, niet ernstig genoeg. Toen men eindelijk inzag dat Descartes niet zozeer het denkend ik in ontologische zin voor God plaatste, maar dat voor hem God pas de werkelijke en volle bevestiging van de waarheid omtrent het ik en de wereld van buitenaf -- en niet van binnenuit! -- betekende, kon de rationalist plots ook een andere dimensie tonen. De auteur van deze studie merkt op dat Descartes alles behalve een kil en afstandelijk denker is. Noemt hij zijn geschriften niet 'meditaties'? Vraagt hij van zijn lezer niet een persoonlijke betrokkenheid? Volgde zijn wetenschappelijk onderzoek niet op een bekering? Deze voorheen nogal eens als irrelevant beoordeelde feiten worden nu naar voren gehaald en spijkeren een nieuw denkraam aaneen, waarin Descartes als een gelovig mens én denker verschijnt. Na een degelijk overzicht van de verschillende recepties van het cogito ergo sum analyseert de auteur dat cogito onder het nieuwe licht en eindigt met een grondige vergelijking tussen Descartes' geloven en dat bij de tegenwoordig immens populaire kerkvader Augustinus. [Erik Meganck]
Wim Fiévez
De systematische twijfel van de Franse filosoof Descartes (1596-1650) legde de basis voor het moderne begrip van kennis en waarheid: wetenschap en geloof zijn daarin onverenigbaar. Dat is het officiële standpunt. Maar Descartes heeft ook een impliciet standpunt dat veel ontvankelijker is voor geloven, ook al bezit dat geloven geen direct religieus karakter. Mede aan de hand van een vergelijking met kerkvader Augustinus concludeert de auteur dat Descartes filosofische twijfel aanvult met een existentieel vertrouwen in eigen vermogens. De kern van Descartes' filosofie is op die manier uitdrukking van vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. Daarmee lijkt de tegenstelling tussen weten en geloven overbrugd. Een interessante aanvulling op de recente reeks publicaties over Descartes, maar filosofische scholing is voor een goed begrip ervan noodzakelijk. Kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.