Taal zonder mij
Kristien Hemmerechts
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HEMM |
Magazijn |
Atlas, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11885 |
GPD
te/ep/30 s
Het idee voor haar roman, ontleende Hemmerechts aan de Britse documentairereeks 7up waarin regisseur Michael Apted kinderen uit verschillende lagen van de Britse samenleving opzocht. Elke zeven jaar haalt hij ze opnieuw voor zijn camera en bekijkt wat er van hen is geworden.
In De kinderen van Arthur selecteert de Vlaamse televisiemaker Arthur Goemaere tien in 1957 geboren kinderen. Arme en rijke, gehandicapte en gezonde, hopeloze en veelbelovende meisjes en jongens. In 1964 praat hij voor het eerst met hen. Eenentwintig jaar lang volgen we de tien kinderen en hun regisseur.
Een interessant uitgangspunt maar wellicht omwille van de onpraktisch lange tijdsduur en het groot aantal personages besliste Hemmerechts heel wat jaren over te slaan en gunt ze de meeste kinderen slechts een plek op de achtergrond. En dat is jammer, want als lezer wil je toch al hun levensverhalen kennen.
Hemmerechts kiest ervoor de regisseur centraal te stellen. Op het einde van de roman slaagt hij er in zijn reportage niet in om Vlaanderen een spiegel voor te houden. Daarvoor is de spiegel niet onbevangen genoeg. Arthurs leven is te veel verstrengeld geraakt met dat van de kinderen om hen nog neutraal te kunnen zien. Zo heeft hij met Dora een te dubieuze relatie om haar nog objectief voor de camera te kunnen plaatsen.
Precies in de beschrijving van dit soort intermenselijke relaties is Hemmerechts zoals steeds op haar best. Daarom had ze zich misschien beter volledig geconcentreerd op haar hoofdpersonages. Desalniettemin een boeiende roman over de precaire relatie tussen realiteit en fictie.
Herman Jacobs
te/ep/27 s
Kristien Hemmerechts
De kinderen van Arthur
Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 286 p., 800 frank.
Het gegeven van Kristien Hemmerechts' nieuwe roman is veelbelovend: een documentairemaker, Arthur Goemaere, selecteert in 1964 tien in 1957 geboren kinderen uit zo'n beetje alle geledingen van de Vlaamse maatschappij, zes jongens en vier meisjes, en vervaardigt een groepsportret van hen, 7plus. De bedoeling is hen om de zeven jaar opnieuw bij elkaar te brengen en dan telkens een vervolgfilm te maken. Uit die serie (gecalqueerd op het niet-fictieve Britse voorbeeld 7Up) zal na enige afleveringen "hopelijk" blijken "hoe bepalend de maatschappelijke achtergrond voor iemands verdere leven was. Of het uitmaakte of je met een zilveren dan wel met een plastic lepel in je mond geboren was. Of met helemaal geen lepel."
Minder veelbelovend is hoe Hemmerechts die kwestie uitwerkt. Niet, namelijk. De op haar zevende straatarme Chantal bijvoorbeeld blijkt veertien jaar later druk bezig rijk en beroemd te worden als fotomodel en zich in Malibu op te houden, waar haar zeer welvarende pleegouders niet zo lang voor de opnamen van 21plus heen zijn verhuisd. Hoe dat zo komt? "Ze had het soort lichaam gekregen dat ontworpen leek te zijn om in minuscule bikini's op een strand of bij de rand van een zwembad te worden gefotografeerd. (...) Het ene moment was ze een meisje op klompen met een kapje op haar hoofd, het andere een bloedmooie vamp (...)." Van het ene moment op het andere inderdaad. Simsalabim! Pleegouders zijn even als goden uit Hemmerechts' schrijfmachine gevallen.
Op zich is daar niets tegen, want zulke dingen gebeuren - af en toe - wel degelijk. Alles gebeurt. Maar ook de levensloop van de overige negen 'plussers' - die overigens slechts bij twee van hen, Dora en Victor, en dan nog vooral Dora, echt consequent gevolgd wordt - illustreert of verduidelijkt niets over de invloed van de zilveren dan wel de plastic lepel op hun verdere leven. Zelfs met Victor, die in afschuwelijke omstandigheden opgroeit ("in openbare toiletten ergens onder een trottoir in het Antwerpse schipperskwartier", samen met zijn moeder, die hem geestelijk mishandelt en hem onder de mannelijke clientèle prostitueert), komt het ten slotte nog min of meer in orde. Met Ronny, de gehandicapte zoon van Roma-kermisklanten, dan weer niet. En met Alex, golden boy uit een welvarend milieu nochtans, eigenlijk ook niet. Want: "Levens verliepen grilliger. Onvoorspelbaarder. Andere factoren speelden een rol. Liefde. Dood. Mazzel." Kort samengevat: "De meesten van hen zigzagden door het leven, leken bij elke aflevering als een onherkenbare feniks uit de as van een vorig bestaan te zijn herrezen." Makkelijk zat is het wel. En een nogal eenzijdige voorstelling van zaken is het ook.
Maar De kinderen van Arthur heeft dan ook alleen in schijn een onderwerp dat maatschappijkritiese literatuurbeschouwers goedkeurend gebrom zou kunnen ontlokken. Ook weinig meer dan flirten doet Hemmerechts met een ander thema dat ze in dit boek had kunnen uitdiepen: fictie en werkelijkheid. Arthur wil die laatste in beeld brengen, maar gebruikt daarvoor - noodzakelijkerwijs - technieken van de eerste. Die geselecteerde, geregisseerde, gemonteerde en dus tot op zekere hoogte gefictionaliseerde realiteit beïnvloedt dan weer, zodra de eerste film van Arthurs project is uitgezonden, de werkelijke levens van 'zijn' kinderen. Zoals dat gaat wanneer privé-aangelegenheden publiek bezit worden. Behalve vaststellen dat dat gebeurt, voor op zijn minst één van de tien met niet onaanzienlijke gevolgen, doet Hemmerechts hier niets mee. Idem dito voor een nauw daarbij aansluitend thema als het gezien-worden, het bestaan in (via) andermans blik, dat door het Endemol-product Big Brother en derivaten daarvan een voorheen ongekende dimensie heeft gekregen. Ja, Dora verleidt Arthur op zeker ogenblik wel voor het oog van een bewakingscamera in het oude BRT-omroepgebouw, maar dat heeft in dit boek geen wezenlijke betekenis.
Voyeurisme bestaat, beste lezers, en u beseft toch wel dat dat ook voor u, lezend en wel, geldt? Ja hoor. Maar een idee in dit verband? Het is in deze roman niet te vinden.
Wat zei ik - Dora verleidt Arthur? Zeker. En wel wanneer haar vader, op wie ze dol was, erg dol zelfs, haar net ontvallen is. Dit vader-, of beter nog familieromanaspect van het boek is grotendeels wèl geslaagd te noemen. (Het wordt ook, om even iets puur technisch te noemen, met kleine vooruitwijzingen en spiegeleffecten vaardig tot een hecht geheel doorgecomponeerd. Zo zegt Arthur op een gegeven ogenblik, wanneer ze al minnaars zijn geworden, iets tegen Dora dat, vele jaren daarvoor, ook haar vader letterlijk zo had gezegd.)
Er gebeurt ook het een en ander in de 'plussersfamilie' - want zo gaan de tien zich in de loop der jaren toch wel een beetje voelen, terwijl ook Arthur emotioneel steeds sterker bij de minder fortuinlijken van 'zijn' kinderen betrokken is geraakt, zozeer dat hij ook in figuurlijke zin hun levensverhaal gaat regisseren, of dat althans probeert. Victor, die eerst in een psychiatrische instelling belandt, weet zich ten slotte, met behulp van een scherpe handbijl, van de demonen uit zijn jeugd te bevrijden, daarbij geholpen door Arthur, die hem niet aangeeft bij de politie. Dora rouwt om haar moeder, een concertpianiste die net voor haar dochters twaalfde verjaardag uit het raam is gesprongen, en vooral om haar beminnelijke kinderboekenschrijvende vader, maar ten slotte vindt ze, zoals Arthur haar had voorspeld, troost en geborgenheid in de armen van een leeftijdgenoot. Anders dan haar broer Bas, die zich na de dood van hun ouders alleen maar sterker tot haar aangetrokken begint te voelen, ontgroeit ze zo dan eindelijk haar incestueuze verlangens.
Ook voor Arthur zelf valt aan het slot alles eindelijk op zijn plaats, min of meer; er was ook nogal wat in het ongerede. Op zijn zevende verongelukt zijn jongere broertje als ze samen aan het spelen zijn. De stolp van verdriet die op die dag over het gezin Goemaere valt, doet hem op zijn zestiende de boerderij van zijn ook tevoren al weinig hartelijke ouders definitief ontvluchten. Nooit hebben zij daarna zelf nog contact met hem gezocht, en dat zit hem jaren nadien nog altijd hoog: "Ik mis hen. Ik verlang naar hen. Maar niet noodzakelijk naar hen. Ik verlang naar ouders. Echte ouders. Ouders die mij zouden zijn komen zoeken." Er zijn de hoeren geweest, daarna kwam de grote liefde, die hij weer verloor aan kanker. Nog later - "Red me, zou hij haar smeken. Red me, alsjeblieft" - trouwt hij met de praktische, nuchtere, slimme en moederlijke Elza, die hij vervolgens, ondanks zijn ongeveinsde minachting voor overspel, weer bedriegt met de springerige, artistieke, zinnelijke maar ook onevenwichtige Dora.
In de tekening van die twee relaties ontvouwt Hemmerechts' talent zich ten volle: zonder één moraliserend woord legt ze met grote empathie bloot hoe liefde ook maar mensenwerk blijft. Misschien beknot Elza Arthur - "Precies zo hoog als het haar zinde zou hij mogen groeien, daarna zou onverbiddelijk de snoeischaar in hem worden gezet" -, maar om te beginnen is dat alleen zijn eigen, niet noodzakelijke met de feiten strokende aanvoelen, en ook is waar dat hij zonder haar nergens zou zijn. Bovendien manipuleert hij de veel jongere Dora (ze schelen 24 jaar); ook al spiegelt hij haar nooit bewust voor dat hun relatie een ander dan een kort leven beschoren kan zijn, hij doet ook niets om te verhinderen dat zij hevig verliefd op hem wordt. Want zijn vlees is al te gewillig, en zijn geest te zwak om zich aan zijn eigen principes te houden. Uiteindelijk, nadat Dora een einde heeft gemaakt aan hun wederzijdse verslaving, vindt hij zichzelf bij Elza terug, en in een huwelijk waar hij, een bijzondere ervaring rijker, nog weleens meer voldoening in zou kunnen scheppen dan hij was gaan denken. Een kluwen van lust, liefde en leugens, van machtsspel en (zelf)bedrog, van onvermijdbare pijn en moeizame heling dat je langzaam maar zeker in zijn greep krijgt - en houdt.
Minder geslaagd is dan weer de uitleggerigheid - "Alles moest Dora haar voorkauwen en uitleggen. Het was om tureluurs van te worden" - waarmee je soms wordt bestookt. Eén voorbeeld slechts: Dora maakt onmiddellijk na haar vaders dood een periode van frenetieke promiscuïteit door; ze scoort 57 verschillende bedgenoten in minder dan elf maanden. "Misschien had ze al die penissen nodig gehad om het verlies van de ene oerpenis te compenseren, de penis die haar had verwekt." Verdomd, dat zou bèst weleens kunnen.
Overigens. Dat Hemmerechts het verschil niet weet - merkwaardig genoeg, voor een schrijfster die in haar werk het lichamelijke toch niet schuwt - tussen 'billen' en 'dijen', het genus van 'huisraad' niet kent, meent dat een tram "woest tinkelend" kan komen aanracen, en nog zo wel een paar dingetjes - ach. Dat ze niet altijd even gelukkig is in haar beeldspraak ("Een zware last gleed van zijn schouders over zijn rug, belandde met een plof op de grond") - och. Maar haar stijl! "Monotoon als een polderlandschap onder een loodgrijze hemel", om het te zeggen met een uit dit boek gelicht clichébeeld. Zo saai. Zo vlak. Zo geheel en al gespeend van enige verbale fantasie. En vooral ook, zo armetierig. Van het wèl indruk makende, naakte, granieten proza waarmee ze ooit debuteerde is geen spoor meer, verwaterd als het sinds jaren is tot iets dat nog het best kan worden omschreven als leesplankjesstijl. Wie tot zijn zestiende de lessen Nederlands niet te vaak heeft verzuimd, zal bij Hemmerechts nimmer een woord, een wending, een vergelijking of wat voor taalkunstigs dan ook aantreffen waar hij van opkijkt, maar dat is niet het enige. Je vindt in De kinderen van Arthur passages waarin tot tien zinnen en meer na elkaar allemaal in de vorm onderwerp-werkwoord-gezegde zijn gegoten. Liefst korte zinnen, met zo weinig mogelijk onderschikking erin. Niet één ervan die je bijblijft.
En dan die verschrikkelijke tic om steeds het voegwoord weg te laten. Voorbeelden zijn letterlijk bij honderden aan te slepen, en je loopt er halverwege het boek al de muren van op: "Hij stak zijn hand naar haar uit, trok haar bij zich op schoot." "De reus pakte een reep chocola uit zijn zak, brak een stukje af." "De kinderen schoven opzij, maakten Dora's plaatsje vrij." "Haar armen schoten uit, trokken de jongen aan zijn dichte kroeshaar naar de grond. (...) Een hand ging in de lucht, aarzelde, gaf het kind geen mep. Désiré stond allang weer overeind, veegde zijn handen aan zijn nieuwe trui af. (...) Désiré knikte, bestudeerde (...) zijn schoenen." "Ze draaide zich om, glimlachte." "Ze luisterde aandachtig, keek hem met rustige ogen aan, zei wat hij moest doen." "Hij greep haar halsband (van een van zijn honden, HJ) stevig vast, duwde de staldeur open. Een zware motor reed het erf op, minderde vaart. (...) Koppig probeerden de dieren zich los te rukken, blaften woest naar de indringer." Hier is een boekhoudster aan het woord: dit is geen vertellen, dit is opsommen.
Waar nog eens bijkomt dat Hemmerechts' dialoogschrijfkunst ook al niet overhoudt: de woorden van alle personages, zonder uitzondering, op één bittere tirade van Ronny na, zijn in toon en stijl niet van elkaar noch van de vertellende gedeelten te onderscheiden.
Dat is allemaal erg zonde, want wat de personages betreft hoort deze nogal donker getoonzette, maar naar het einde toe door iets hoopvoller noten verlichte familiegeschiedenis zeker tot Hemmerechts' betere werk. Niet alle aspecten komen tot hun recht, zoals boven al aangegeven, maar tussen Elza, Dora en Arthur heeft ze wel een sterke literaire driehoek getrokken. Met name die laatste is een schepping die je niet snel vergeet, deze "onbeholpen, goedzakkige reus", deze mens van goede wil, deze gekwetste, brokken makende, aandoenlijke demiurg Arthur Goemaere, met zijn diepe behoefte aan "iemand voor wie híj moest zorgen". Al 'zijn' kinderen redden kan hij niet, maar voor sommigen heeft hij toch iets geprobeerd. Dat had hij hun nu eenmaal beloofd, en hij is een man van zijn woord. Uiteindelijk wel.
Kristien Hemmerechts spreekt op zaterdag
30 september om 18 uur in het kolveniershof.
Van het wèl indruk makende, naakte, granieten proza waarmee Hemmerechts ooit debuteerde is geen spoor meer, verwaterd als het sinds jaren is tot iets dat nog het best kan worden omschreven als leesplankjesstijl
Jeroen de Preter
te/ep/13 s
Kristien Hemmerechts
De kinderen van Arthur
Atlas, Amsterdam/Antwerpen,
286 p. , 800 frank.
De liefde, de dood en het verdriet in de levens van gewone mensen, dat zijn de basisingrediënten van een recept waarmee Kristien Hemmerechts nu al bijna twintig jaar lang de leeshonger van een groot publiek weet te stillen. Het troostende pessimisme dat uit haar vroegere werken spreekt, kenmerkt ook De kinderen van Arthur, andermaal een roman waarin het sterftecijfer hoog is, de relaties vaak scheef lopen, en er meer dan eens naast de pot wordt gepist.
Arthur, bijvoorbeeld, is getrouwd met Elza, maar bedriegt haar met Dora, een weerbarstige femme fatale die zijn dochter had kunnen zijn. Dora is de dochter van Mathilde, een gevierde pianiste die voor haar tijd uit een raam springt. Haar broer Bas is sinds de dood van zijn moeder steeds verliefder geworden op zijn zus. Zij trouwt echter ten slotte met Willem, al zal Arthur wel altijd haar oerminnaar blijven.
Hetzelfde gelazer als vanouds dus, en toch krijg je nooit de indruk dit alles al eens eerder te hebben gelezen. Deze Hemmerechts verschilt in de eerste plaats van de andere door de manier waarop het verhaal wordt opgediend.
De roman valt grotendeels samen met de vierdelige documentaire van Arthur Goemaere, een soort reality soap avant la lettre. Voor zijn eerste reportage, in 1964, brengt Arthur tien zevenjarige kinderen uit evenveel verschillende milieus bij elkaar. Hij hoopt te weten te komen in hoeverre hun toekomst bepaald wordt door hun komaf. In 1985, als de laatste reportage wordt gemaakt en ook de roman naar zijn einde loopt, is die vraag nog steeds niet beantwoord. En ook de schrijfster moet mij het antwoord schuldig blijven.
"Ik geloof niet echt in het fatalistische idee van voorbestemming. Uiteraard zijn die tien kinderen van Arthur getekend door hun afkomst. Het meisje Dora is de dochter van een pianiste en een schrijver van kinderboeken. Ze heeft op zevenjarige leeftijd al een enorme voorsprong op de rest. Het is niet toevallig dat zij uiteindelijk in de televisiewereld terechtkomt. Een ander meisje, Chantal, was straatarm, maar ontkomt aan haar milieu, dankzij de deus ex machina van een pleeggezin, dankzij haar schoonheid, en vooral dankzij haar emigratie naar de Verenigde Staten.
"Amerika is het land waar je jezelf opnieuw kunt uitvinden. Dat is niet alleen een thema in de Amerikaanse literatuur, je merkt het ook als je met Amerikanen praat. Ze zijn veel minder geworteld dan wij. Ze laten veel sneller het verleden achter zich, en hebben bijvoorbeeld minder moeite met scheiden en hertrouwen. Ik denk dat dat de kracht is van die maatschappij, maar tegelijk ook haar gebrek. Chantal heeft vaak aanvallen van heimwee. Op een van die ogenblikken zegt ze dat ze alles zou geven om weer dat arme kleine meisje van vroeger te zijn. Het idee dat je telkens opnieuw kan beginnen, alles achter je kan laten, is uiteindelijk ook verantwoordelijk voor heel wat kwalen in de Amerikaanse maatschappij. Er zijn nergens zoveel therapeuten als daar."
Uit Arthurs documentaires spreekt een grote ambitie. Niet alleen moeten ze een antwoord geven op de oude kwestie van de voorbestemming, ze moeten ook 'onze maatschappij een spiegel voorhouden'. Reikt ook Hemmerechts' ambitie zo ver?
"Ik heb veel moeite met mensen die zeggen dat ze een groot sociaal canvas gaan schilderen, of die me willen vertellen hoe de Vlamingen precies zijn. Ik heb niet die pretentie van nogal wat kunstenaars, die denken de maatschappij een spiegel te kunnen voorhouden. Terwijl de klasse die boeken en programma's maakt de (maakt aanhalingstekens met haar vingers) eenvoudige mensen vaak behandelt als een stukje folklore, iets pittoresks. Als je met de mensen gaat praten, zal je altijd verrast zijn. Niemand is een cliché. Dat geldt trouwens evengoed voor de bourgeoisie. Ook van die laag van de bevolking kan je heel makkelijk een type maken. Ik heb die typologisering in dit boek heel bewust willen ontwrichten.
"Heb je ooit Camping gezien? Dat vond ik van het mooiste wat er op onze televisie ooit te zien is geweest. Uiteraard kreeg je vooral volkse mensen te zien, maar ze hadden wel elk een verhaal dat verschilde, en dat vaak bijzonder verrassend was. Eén van de dingen die ik geleerd heb door les te geven (Hemmerechts doceert aan de KUB, JdP) is dat mensen van wie je het totaal niet zou verwachten soms de prachtigste dingen kunnen vertellen. Als je gelooft dat iemand die tot een bepaalde klasse behoort daar nooit meer zal uitkomen, moet je zeker geen les gaan geven. Onderwijs is het systeem dat nu net mogelijk zou moeten maken dat dit soort verschillen wordt weggewerkt. Toen ik jong was, was dat nog absoluut niet zo. De kinderen die een beetje stonken, moesten achteraan zitten."
Niet alle tien kinderen van Arthur krijgen evenveel aandacht. Zijn vrouw Elza verwijt hem dat hij voornamelijk focust op die kinderen wier levens genoeg drama bevatten. Bij uitbreiding kun je dat ook een tekortkoming van het boek noemen.
"Dat was een van de problemen die ik bij het schrijven heb ondervonden. Om het spel correct te spelen, zou je inderdaad alle personages moeten opvoeren. Uiteindelijk leek me het te artificieel om over elk kind evenveel te vertellen. Je hebt nu eenmaal mensen zonder een bijzonder verhaal.
"Over het meisje Emma heb ik heel bewust gezwegen, omdat ze joods is. Ik voel een enorme schroom om over de joden te schrijven. Ik heb het gevoel dat ik daar af moet blijven. Het eerste hoofdstuk speelt zich af in 1964. De Tweede Wereldoorlog was toen nog niet zo lang voorbij. Emma's vader vertelt op zeker ogenblik dat er in hun familie 'veel afwezigen zijn'. Het leek me niet gepast om als goj de kampen te gaan gebruiken in een verhaal."
Ons gesprek wordt onderbroken door de deurbel. Een koerier bezorgt het eerste gedrukte exemplaar van De kinderen van Arthur.
"Het doet me toch nog steeds iets," zegt Hemmerechts, terwijl ze liefdevol met haar vingers over het boek strijkt. Ze vertelt me ook dat het omslag door dochter De Coninck werd gemaakt, en vraagt me of ik het mooi vind. Ik knik, en denk vervolgens wat ze even later zelf zegt: "Niet iedereen krijgt even gemakkelijk de kans om zijn talent te tonen. Het zal wel geen nadeel zijn om de dochter te zijn van... Misschien heeft het ook mij geholpen, al staat daar tegenover dat mijn broer en zus niet zijn gaan schrijven. Mijn ouders zijn geen van beiden creatief, integendeel zelfs. Ze hebben een bijzonder brede interesse, maar het zijn mensen die vasthouden aan de overgeleverde zekerheden. Maar mijn academische loopbaan is ongetwijfeld een geestelijke erfenis van mijn ouders. Je verzet je daar aanvankelijk tegen, maar komt ten slotte tot de vaststelling dat het academische toch in je zit...
"Maar bij het schrijven ligt dat helemaal anders. Ik kan me niet voorstellen dat er veel schrijvers bestaan die ertoe aangespoord werden. Ik ben eerder ondanks alles en iedereen beginnen te schrijven. En ik heb er nog steeds het gevoel bij dat ik iets heimelijks doe. Onlangs vroeg mijn moeder me hoe het met mijn werk ging. 'Goed,' zei ik, en daarmee was ik uitgepraat. Het valt me nog altijd moeilijk om erover te vertellen, behalve in de afgebakende ruimte van een interview. Ik geneer me er op de een of andere manier voor. Misschien maakt die gêne, dat heimelijke, inderdaad wel de verleiding van het schrijven uit. Dat lijkt me heel plausibel. Er is wat mij betreft absoluut een verband tussen schrijven en erotiek."
Erotiek! Zoals bekend is Hemmerechts niet een auteur die voor het thema terugschrikt. Ook in De kinderen van Arthur trekt ze zich niet zedig terug wanneer haar personages zich naar de slaapkamer begeven. Ze brengt zowel verslag uit van hartstochtelijke stoeipartijen als van zielige miskleunen. De schrijfster vraagt mij wat ik vond van "de echtelijke seks" in haar boek. "Niet echt voorbeeldig," antwoord ik, "maar er bestaat vast erger." "Ik hoop van niet," lacht Hemmerechts, "maar je hebt denk ik wel gelijk. Als je al die nieuwe blaadjes moet geloven, is het allemaal fantastisch wat er in de Vlaamse slaapkamers gebeurt. We doen het allemaal twintig keer per dag, ondersteboven, in de frigo, met drie tegelijk, met vijf op elkaar... Ik word daar weleens depressief van. Met de werkelijkheid heeft dat allemaal niet veel te maken.
"Uiteindelijk leven we in een maatschappij die de fantasie onderdrukt. Het gebeurt weleens dat ik denk: 'Kristien, het is kinderlijk om je fantasie de vrije loop te laten, je bent al 45.' We worden van jongs af gedrild om ons in te tomen. Ik vind het verbijsterend dat 'binnen de lijntjes kleuren' het eerste is wat kleuters moeten leren. Als er iets oninteressant is, dan is het toch wel binnen de lijntjes kleuren? Op die manier leer je al aan kinderen hoe je de fantasie moet onderdrukken. Ik geef weleens lessen in creatief schrijven. Het moeilijkste wat er is, is de mensen opnieuw aanleren dat ze buiten de lijntjes moeten kleuren.
"Ik vind het bijzonder frappant dat vrouwen meer fictie lezen dan mannen. Het bevestigt wat ik vaak denk: dat mannen, meer dan vrouwen, vervreemd zijn van hun fantasie en hun diepere emoties. Uiteraard zijn niet alle mannen zo. Je hebt er ook die door hun emoties geïntrigeerd zijn. Ze kijken ernaar alsof het dieren in de zoo zijn. En natuurlijk zijn er ook supergevoelige mannen. Maar de succesvolle held van nu, die houdt zich niet bezig met zijn emoties en zijn fantasieën."
In deze roman koesteren nogal wat personages al dan niet uitgesproken incestueuze verlangens. Het meest in het oog springt de verhouding tussen Dora en haar broer Bas.
"Door de voortijdige dood van hun moeder worden Bas en Dora nog intiemer met elkaar dan ze al waren. Ze worden gedwongen om zich af te vragen waar de grenzen van hun liefde liggen. Ik wilde in dit boek onder meer laten zien hoe relaties met een zekere intimiteit ook altijd iets erotisch hebben. De relatie tussen Dora en haar vader is ook zo. Hij denkt niet aan seks met zijn dochter, het blijft bij een onbewust incestueus verlangen, waar hij nooit iets mee zal doen, maar hun zeer innige relatie heeft onmiskenbaar iets erotisch. Die onbestemde erotische geladenheid, die niet noodzakelijk overgaat in een seksuele daad, vind ik zelf vaak heel prettig in mijn relaties met mensen."
In geen enkele andere roman van Kristien Hemmerechts wordt zo nadrukkelijk met de ogen van een man gekeken. Talrijk zijn zijn tekortkomingen, groot is echter het mededogen van de schrijfster.
"Arthur is een tragisch personage. Hij neemt zich voor de levens van die kinderen niet te regisseren, maar het tegendeel gebeurt. Hij veracht mannen met een dubbelleven, maar bedriegt zijn vrouw met Dora. Hij neemt zich voor om het misbruikte kind Victor uit zijn ellendige situatie te redden, maar maakt zich uiteindelijk medeplichtig aan de moord op diens moeder. De uitdaging was om iemand neer te zetten die zwaar in gebreke blijft, en toch geen klootzak is. Eigenlijk wou ik dit boek ook een ondertitel meegeven: Een mens van goede wil in de twintigste eeuw.
"Begrijp me goed: ik keur Arthurs relatie met Dora absoluut af. Die heeft geen toekomst, Arthur wil niet dat ze in zijn leven komt, hij weet dat het iets tijdelijks is. Tegelijk begrijp ik goed waarom hij het niet kan laten. Arthur is gewend om te vrijen met een passieve vrouw. Bij Dora is het net omgekeerd: zij maakt de avances, ze overrompelt hem, ze wil hem bezitten.
"Arthurs minachting voor al die mannen met hun dubbele levens is niet gespeeld. Hij heeft op geen enkel moment de intentie om een affaire met Dora te beginnen. Maar eigenlijk had hij nooit met Elza mogen trouwen. Ik geloof niet in hun soort relatie. Het is een huwelijk waarin mensen elkaar klein houden en beknotten. Elza laat hem vrij, maar slechts tot op zekere hoogte. Uiteindelijk houdt zij de touwtjes in handen. Ik ben ervan overtuigd dat er in deze wereld bijzonder veel Arthuren met Elza's zijn getrouwd. Ze is een onaantrekkelijke, maar voor de rest volstrekt betrouwbare en efficiënte vrouw, een hartsvriendin en een goede moeder. Iedereen kent het verlangen naar dat soort geborgenheid. Zoals ook ieder mens in zijn binnenste wilde fantasieën heeft."
'Van jongs af worden we gedrild om ons in te tomen. Ik vind het verbijsterend dat 'binnen de lijntjes kleuren' het eerste is wat kleuters moeten leren''Ik vind het bijzonder frappant dat vrouwen meer fictie lezen dan mannen. Het bevestigt wat ik vaak denk: dat mannen, meer dan vrouwen, vervreemd zijn van hun fantasie en hun diepere emoties'
Lieve De Boeck
te/ep/14 s
Tijd en televisie en hoe die over mensenlevens kunnen heersen, daarover heeft Kristien Hemmerechts het in haar nieuwste roman De kinderen van Arthur . Maar niet alleen daarover. Aan dagen en jaren valt niet te ontkomen, dat is een probleem van alle tijden, maar ook niet aan de soms roofzuchtige heerschappij van beeldvorming. Dat laatste is akelig actueel. Toch speelt Hemmerechts' nieuwe roman zich af tussen de jaren zestig en het midden van de jaren tachtig. Dat is meteen het mooie ervan, ze klaagt geen actueel hysterisch en hectisch heden aan, dat was makkelijker geweest. Neen, ze legt de vinger op de wonde door voor een trager tijdperk te kiezen, voor jaren waarin de huidige mediamacht zich langzaam aankondigde. Ze heeft het dus niet over Jerry Springer-toestanden en niet over oorlogen die via CNN worden uitgevochten en zeker niet over voyeuristisch-claustrofobische programma's als De Bus of Big Brother . De roman begint met een droom, of een terugblik op het jaar '64, een jaar waarin alles begon voor de hoofdpersonages van dit boek. Tv-producer Arthur Goemare (nomen est omen?)brengt, dankzij een idee van de BBC, tien zevenjarigen uit alle lagen van de bevolking samen voor een programma. De bedoeling is de ,,uitverkorenen'' om de zeven jaar terug bij elkaar te brengen en te filmen. Arthur wil vooral weten of het ,,uitmaakte of je met een zilveren dan wel een plastic lepel in je mond geboren was''. Na een moeizame, scrupuleuze zoektocht heeft hij met zijn kinderen een doorsnee van de Vlaamse bevolking bij elkaar gekregen.
Het jaar '64 wordt door de auteur liefdevol, kritisch en heel gedetailleerd ingebed in een herkenbaar stukje België. Tegelijkertijd kan je het Vlaanderen van toen voelen, ruiken en zien, Hemmerechts lijkt wel over synesthetische vermogens te beschikken. Arthurs sensibiliteit en vage maatschappelijke engagement zijn ontroerend. Hij houdt van die tien zevenjarigen en wil niets onherstelbaars aanrichten in hun levens. Ondanks het medium televisie, dat per definitie openbaar is, probeert hij zo discreet mogelijk te blijven.
Hij weet wat de tijd met mensen aanricht, hoe sommigen hun dagen doorbrengen met weg te hollen voor het verleden en daarom had hij ze bij die eerste keer in de studio liefst ,,allemaal bevroren. Altijd en eeuwig zeven jaar laten zijn.'' Ondanks alle voorzichtigheid zal het optreden van de kinderen gevolgen hebben voor hun verdere leven. Dankzij het programma 7 plus van Arthur Goemare krijgt de lezer ook een mooi, accuraat overzicht van de evolutie van het medium tussen '64 en '85, een evolutie van discretie naar een grotere vrijpostigheid, met de eerste symptomen van het exhibitionisme en voyeurisme van vandaag.
Arthur zelf heeft een uiterst precieze herinnering aan toen hij zeven was. Zijn jongere broertje is toen gestorven door een ongelukkige val in een teil kokend water. Voortaan hadden zijn ouders nog één kind, het dode kind. Arthur voelde zich verwaarloosd en brak als puber met zijn ouders. Hij heeft er een overgevoeligheid voor lakse moeders aan overgehouden. Dat zal hem parten spelen in zijn contact met Victor (een van de tien zevenjarigen) die ondergronds opgroeide, in openbare toiletten, samen met een harde en wrede moeder.
Met dit thema zitten we op vertrouwd terrein bij Hemmerechts. Families en hun obscure geheimen, relaties die erotiek en doodsdrift verenigen, sadisme en masochisme, verlies en buitensporige rouw, voyeurisme en exhibitionisme, de auteur wordt almaar scherper in het ontrafelen van al die gecompliceerde en geraffineerde emoties. Ze is genadeloos eerlijk in het blootleggen van de motieven die mensen bij elkaar houden of uit elkaar drijven. Ze focust op thema's uit haar vroegere romans, maar wat ze ons voorhoudt wordt altijd genuanceerder.
In deze roman is het register dat ze bespeelt ook nog eens breder. Ze neemt het medium televisie en zijn evolutie naar het bedelen om macht en geld op de korrel. Bovendien spelen de tijd en de ruimte die mensen toebedeeld krijgen in hun leven een grotere rol dan in eerdere romans, zonder dat de schrijfster in saaie abstracties vervalt. Opgroeien in nauwe, gore toiletten of volwassen worden in luxueuze villa's, een boerderij verlaten, in een krappe rolstoel zitten, al die plaatsen en woningen zijn bijzonder betekenisvol voor de respectieve karakters.
Hoe hecht of hoe slecht een relatie is kan worden afgemeten aan bed- en badkamerrituelen. Victor is als kind eenzaam en smerig, als vrijgezel gaat Arthur één keer per week naar de openbare baden (die waren er vroeger overal) waar hij zich wast zonder zeep. Wanneer hij getrouwd is ontstaan er dagelijkse badkamerrituelen, na een vrijpartij met zijn vrouw maakt hij zich schoon met tissues, na seks met zijn maîtresse gaat hij onder de douche en zij op het bidet. Het meisje in de rolstoel vindt dankzij het programma haar grote liefde en beweert lachend dat ze veel meer moet vrijen dan anderen, het werkt ook pijnstillend. En zoals altijd bij Hemmerechts zitten er nog veel meer lichamelijke wijsheden in deze roman. Als Dora, een van de welgestelde meisjes van de tien, rouwt om de dood van haar vader uit zich dat in een drastische transformatie van haar uiterlijk en in verregaand promiscue gedrag. Dankzij zijn programma wordt Arthur een soort nonkel Bob voor de tien kinderen. Hij is hun leven binnengetreden en kan er onmogelijk weer uitstappen, hij wordt voor de tien een belangrijk ijkpunt in de discontinuïteit van hun levens. Arthur moet een continuïteit garanderen die ze zelf nooit ervaren. Tegelijkertijd wordt hij hun steun en toeverlaat en hij durft ver te gaan in zijn loyaliteit. Victor, die als kind door zijn moeder werd gedwongen om voor geld mannen af te zuigen in de toiletten, wordt later psychotisch. Heel even komt hier het thema pedofilie om de hoek kijken, maar Hemmerechts geeft het geen kans om te ontaarden in een sensatiebelust verhaaltje, alles blijft beheerst en uiterst gevoelig en voorzichtig. Wanneer hij volwassen is, vermoordt Victor zijn moeder omdat ze hem als kind 's nachts opsloot in een duister toilet. Arthur helpt hem het lijk begraven, de moord zal nooit aan het licht komen. De begrafenisscène is een ander voorbeeld van een ritueel, een prachtig primitief wraakritueel.
Als Dora na het overlijden van haar vader een beetje extravagante waanzin speelt, wordt Arthur haar minnaar. Door haar liefde voor hem stopt ze met haar promiscue gedrag en ontpopt ze zich tot een populaire presentatrice van kinderprogramma's. In de voetsporen van haar vader, die voor kinderen schreef, en met een surrogaatvader als minnaar, wordt ze weer min of meer normaal en maakt ze een einde aan de bijna incestueuze verhouding met haar broer Bas.
Tussendoor wordt de schrijvende pers nog even geïroniseerd. Die dringt soms schaamteloos het privéleven binnen van mensen die een enigszins openbaar bestaan leiden en richt onvermijdelijk schade aan door eender wat te beweren of te interpreteren.
De personages Arthur en Dora krijgen van Hemmerechts de grootste aandacht. Hun relatie is in ieder geval een aanleiding om het vrijmoedig over erotiek te hebben, over afhankelijkheid en onafhankelijkheid, over pijn en lust, over trouw en ontrouw en over het huwelijk. Maar Hemmerechts vermijdt stelligheden, ze toont alle dubbelzinnigheden zonder in oordelen te vervallen, ze kent de inconsequenties waarmee mensen moeten leven, de leugens en het bedrog die nodig zijn om het geweten te sussen. Dromen, realiteit, liefde en de spanning tussen die drie is een andere rode draad die door deze roman loopt. Zeker Dora, die als een volleerde actrice werkelijkheid, fantasie en droom door elkaar kan laten lopen zoals het haar uitkomt, heeft van haar auteur een rijk en intrigerend gestructureerd karakter gekregen. Arthur, haar minnaar, is een beetje een goedaardige en in ieder geval goedbedoelende sukkel. Hij wil de halve wereld redden, maar zijn leven wordt grotendeels in evenwicht gehouden door zijn praktisch ingestelde vrouw Elza. Wanneer Dora de verhouding met Arthur verbreekt (zij is dan 28 en de vierde aflevering van 7 plus is net klaar) wordt hij verlost van de excessen die hem zowel aantrokken als afstootten. Dora associeerde erotiek en seks met hem met verval omdat hun relatie verborgen moest blijven, dikwijls speelt ze de hoer voor hem, ze vernedert zichzelf voordat ze zich laat vernederen. Arthur voelt zich daar niet zo goed bij. Zijn geweten en zijn zelfbeeld laten geen goorheid toe, ook al behoort die ook tot het leven. Na zijn buitenechtelijke verhouding komt hij voorgoed thuis bij zijn vrouw en hij voelt zich gerustgesteld door die wat saaie huiselijke harmonie.
De kinderen van Arthur is een ontwikkelingsroman, in meer danéé n betekenis. Hij schetst een mooi portret van de evolutie van de televisie en zijn groeiende greep op individuele levens. Maar ook toont hij de evolutie van de personages tussen '64 en '85, met speciale aandacht voor gecompliceerdere relaties.
Bovendien wordt de dynamiek van het verhaal schitterend gebruikt om te onthullen, niet om de lezer met opdringerige betekenissen op te zadelen. De roman is strak en mooi gecomponeerd, de laatste bladzijde sluit perfect aan bij de eerste en van bij het begin zijn er volop verwijzingen naar het verdere verloop van het verhaal. Ondanks zijn gelaagdheid, kan je dit boek ook oppervlakkig lezen, daarvoor zorgen de schitterende beelden en de onmiskenbare vaart en spanning.
KRISTIEN HEMMERECHTS,
De kinderen van Arthur, Atlas, Amsterdam, 300 blz., 800 fr.
GPD/EDB
ob/kt/07 o
Het idee voor haar roman, ontleende Hemmerechts aan de Britse documentairereeks '7up' waarin regisseur Michael Apted kinderen uit verschillende lagen van de Britse samenleving opzocht. Elke zeven jaar haalt hij ze opnieuw voor zijn camera en bekijkt wat er van hen geworden is.
In Hemmerechts' roman selecteert de Vlaamse televisiemaker Arthur Goemaere tien in 1957 geboren kinderen. Heel verschillende jongens en meisjes, arme en rijke, gehandicapte en gezonde, hopeloze en veelbelovende. In 1964 praat hij voor het eerst met hen. Eenentwintig jaar lang volgen we de tien kinderen en hun regisseur. Een interessant uitgangspunt maar wellicht omwille van de onpraktisch lange tijdsduur en het onhandig groot aantal personages besloot Hemmerechts heel wat jaren over te slaan en gunt ze de meeste kinderen slechts een plek op de achtergrond. En dat is jammer want als lezer blijf je op je honger zitten. Onbewust wil je toch alle levensverhalen kennen.
Hemmerechts opteert er voor de regisseur zelf centraal te stellen. Arthur is geen objectieve waarnemer maar ontpopt zich gaandeweg tot actief hoofdpersonage. Wanneer de roman eindigt, heeft hij net aan 'zijn' inmiddels achtentwintig jaar oude kinderen de vierde aflevering van de documentaire getoond. Zijn oorspronkelijke opzet - Vlaanderen een spiegel voor te houden - heeft hij niet echt kunnen realiseren. Daar is de spiegel niet onbevangen genoeg voor. Arthurs leven is te veel verstrengeld geraakt met dat van de kinderen om hen nog neutraal te kunnen zien.
Zo krijgt hij na de eerste opname medelijden met Victor, wiens moeder in de Antwerpse hoerenbuurt een publiek toilet uitbaat en haar zoontje inzet om mannen te bevredigen. Wanneer Victor later zijn moeder om het leven brengt, helpt Arthur hem het lijk te dumpen.
Ook met Dora heeft hij een te dubieuze relatie om haar nog objectief voor de camera te kunnen plaatsen. Hij wordt verliefd op haar maar is niet bereid zijn veilige huwelijk op het spel te zetten voor deze hartstochtelijke verhouding.
Precies in de beschrijving van dit soort intermenselijke relaties is Hemmerechts zoals steeds op haar best. Daarom had ze zich misschien beter volledig geconcentreerd op haar hoofdpersonages, eerder dan af en toe toch nog terug te keren naar de andere kinderen.
31/12/2000
In 1962 startte de BBC de serie '7up' op, waarin een aantal in 1955 geboren kinderen uit verschillende sociale milieus werden gefilmd, met de bedoeling hen om de zeven jaar weer in beeld te brengen en zo hun verdere levensloop te schetsen. Kristien Hemmerechts heeft zich op deze documentaire geïnspireerd voor haar roman De kinderen van Arthur. Programmamaker Arthur Goemaere steekt in 1964 van wal met zijn '7plus'-serie: "Met zijn tienen waren ze, een kleine overzichtelijke groep voor een klein overzichtelijk land. Tien kinderen uit verschillende bevolkingslagen, die om de zeven jaar zouden worden gefilmd en geïnterviewd zodat de documentaire hopelijk zou kunnen achterhalen hoe bepalend de maatschappelijke achtergrond voor iemands verdere leven was. Of het uitmaakte of je met een zilveren dan wel met een plastic lepel in je mond geboren was." In de slotbladzijden komt deze vraag letterlijk terug, nu met dit antwoord: "Ja. Nee. Ja. Nee. Levens verliepen grilliger. Onvoorspelbaarder. Andere factoren speelden een rol. Liefde. Dood. Mazzel."
De roman opent met een terugblik van de voornaamste betrokkenen op de opnames in het bewuste jaar 1964. Niet iedereen komt daarbij even nadrukkelijk uit de verf. Vooral Dora en Victor komen aan bod. Zij zijn het trouwens die om uiteenlopende redenen drastisch zullen ingrijpen in het leven van Goemaere zelf. Over de andere kinderen wordt, net zoals in het slothoofdstuk, dat gesitueerd is in 1985 (wanneer ze 28 zijn dus) weinig relevante informatie bezorgd.
Hemmerechts verdringt deze personages duidelijk naar de rand van haar verhaal om zo des te nadrukkelijker te focussen op Arthur Goemare en de manier waarop Dora en Victor mee diens levensloop hebben bepaald. Niet toevallig komen beiden uit een totaal verschillend milieu. Aan deze drie protagonisten hangt Hemmerechts haar roman op, die zijn spankracht ontleent aan de onderliggende motieven die erin aan bod komen en de typische Hemmerechts-signatuur vertonen: relaties, erotiek en seksualiteit, verlies. Explicieter dan in vorige romans wordt in De kinderen van Arthur het thema van de dood uitgewerkt. Hemmerechts heeft het op zeker moment over "een macabere dodendans". Macaber inderdaad, als je bedenkt hoe Victor uit wraakzucht zijn moeder vermoordt en daarna, in een ongeloofwaardig overkomende scène, haar aan stukken gesneden lijk in de boomgaard van Arthur komt begraven. Aangrijpend en psychologisch degelijk onderbouwd daarentegen is de manier waarop Arthur, gelukkig getrouwd en vanuit zijn karakter minachtend neerkijkend op mannen die hun vrouw bedriegen, een passionele relatie begint met Dora. Wat hen bindt, is de dood. Met het personage Dora introduceert Hemmerechts op een verder niveau het thema van de incest binnen de vader-dochterrelatie en de broer-zusrelatie.
In De kinderen van Arthur stelt Hemmerechts, in de marge als het ware van haar 'klassieke' thema's, ook vragen bij de steeds toenemende invloed van de media op het persoonlijke leven. Televisie en kranten, zo lijkt ze te suggereren, kunnen iemand maken of kraken. We zullen het geweten hebben... [Jooris Van Hulle]
Dick Welsink
Het gegeven van deze roman is ontleend aan de bekende BBC documentaire-serie 7up : tien Vlaamse kinderen uit uiteenlopende milieus worden op hun zevende voor het eerst gefilmd en ondervraagd en dat wordt om de zeven jaar herhaald. Bedenker van dit project is Arthur Goemaere, nog net geen 31 wanneer hij aan deze klus begint. Hoewel het natuurlijk de bedoeling is dat het project geen invloed op hun levensloop heeft, omdat het een objectief verslag wil zijn van de ontwikkeling die de jongens en meisjes in hun groei naar volwassenheid doormaken, blijkt dat in de praktijk in ieder geval voor een aantal van hen niet op te gaan. Ze worden 'Arthurs kinderen'. Voor de een is hij een mentor, voor de ander een vader en voor een derde zelfs een minnaar. Er zijn drie episoden: februari 1964, de aanvang van het project, juni 1980, twee jaar nadat de derde documentaire is gemaakt en er een dramatische gebeurtenis plaatsvindt, en ten slotte oktober 1985, kort na de voorvertoning van de vierde aan de deelnemers. Hemmerechts heeft misschien met dit boek iets te veel gewild, maar is er desalniettemin op een aantal punten in geslaagd haar thematiek op een overtuigende wijze over te brengen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.