Orgelman : Felix Nussbaum : een schildersleven
Mark Schaevers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 857 SCHA |
31/12/2000
In een inleidend essay over het schrijversinterview illustreert Mark Schaevers met talrijke citaten hoe schrijver en interviewer op gespannen voet met elkaar staan. Het interview dreigt dikwijls een machtsspelletje te worden, waarbij de schrijver een gevoel van onteigening krijgt. Niet het werk lijkt van belang, maar de publieke figuur die de media van de schrijver willen maken. De eigen interviews met Nederlandstalige schrijvers die Schaevers hier bundelt, maken daar niet altijd een uitzondering op. Ze verschenen eerder in gewijzigde vorm in 'Humo' en een enkele keer in 'De Standaard der Letteren'. Het dubbelinterview met Hugo Claus en Harry Mulisch gaat vooral over het schrijverschap van twee uitzonderlijke mensen die dat ook beseffen. Cees Nooteboom blikt n.a.v. verschillende levensstaties terug op wat hem in zijn leven en werk heeft bewogen; het is het evenwichtigste interview uit de bundel geworden. Het gesprek met Jef Geeraerts beperkt zich tot het thema Kongo, maar graaft daardoor ook diep. De stekelige vragen van de interviewer, o.m. over de beschuldiging van Geeraerts' 'racisme', zorgen hier voor een bijzondere spanning. Het vraaggesprek met W.F. Hermans bevat daarentegen niet meer dan variaties op bekende thema's.
Jeroen Brouwers gaat in een dubbelgesprek open en gedreven in op zijn motivatie als schrijver en op zijn literatuurfilosofie. Drie interviews met Gerrit Komrij tekenen de Dichter des Vaderlands ten voeten uit; tussen de regels komen Komrijs opvattingen zelfs ongewoon duidelijk aan het licht. Het interview met Claus dat de bundel besluit, bevat een aantal boeiende correcties op het overgeleverde levensverhaal van de Vlaamse reus. Een eigen charme van dit interviewboek is dat er nogal wat dwarsverbanden ontstaan doordat de geïnterviewden het ook over elkaar hebben. Ook de eigen spreektrant van de schrijvers blijft in de geschreven weergave goed bewaard. Het schrijversinterview mag dan een genre zijn dat stilaan aan inflatie onderhevig is, deze gesprekken behoren tot de betere soort. Niet alle passages zijn even belangwekkend, maar er ontstaan levendige (zelf)portretten van een aantal belangrijke figuren in de Nederlandse literatuur. [Erik de Smedt]
Drs. J.G. Heymans
De Vlaamse literair journalist (1956) bundelde in dit boek zeven uitvoerige interviews met schrijvers, gehouden tussen juni 1992 en november 1998 en gepubliceerd in het Belgische weekblad 'Humo'. De schrijvers zijn te rekenen tot de top van de Nederlandstalige moderne literatuur -Claus, Mulisch, Nooteboom, Geeraerts, Hermans, Brouwers, Komrij- en tot de oudere generatie ervan. De thematiek van de interviews is in die zin karakteristiek, dat niet zozeer het verschijnsel literatuur en de literaire theorie in het centrum van het gesprek staan alswel beschouwingen van algemene aard over de levensgang van de schrijvers, hun politieke standpunt (de jaren zestig, Cuba, het communisme en dergelijke), de invloed van het ouder worden en de betekenis van liefde en seksualiteit. Waar expliciet over literatuur gesproken wordt, klinkt als ondertoon in de visies van de schrijvers een gevoel van bedreiging voor literatuur door de nieuwe media en een bezorgdheid om de ondergang van de polemiek in het huidige literaire leven. Interessant, al is er voor de lezer het praktische ongemak dat de tekst van de interviewer typografisch niet duidelijk onderscheiden is van de tekst van de schrijver. Royale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.