Jacques Brel : een leven
Olivier Todd
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2000 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : FRAN 851.6 CAMU XXL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN 851.6 CAMU |
31/12/2000
Deze omvangrijke en soms erg gedetailleerde biografie legt terecht de nadruk op de beslissende rol die Algerije in het leven en het denken van Camus heeft gespeeld en waar hij in 1913 als zoon van een kelderknecht en een analfabete werkster ter wereld kwam. Zijn armoedige achtergrond bestemde hem zeker niet voor op het intellectuele leiderschap dat hij zou verwerven, maar heeft wel een rol gespeeld in de verbetenheid waarmee hij zich in de maatschappelijke strijd heeft geworpen en de morele standvastigheid die zijn hele leven heeft gekenmerkt en die hem op het ogenblik van zijn grootste roem -- de toekenning van de Nobelprijs voor literatuur in 1957 -- tot de paria van zowel links als rechts Frankrijk maakte.
Camus heeft zich altijd formeel verzet tegen elke vorm van geweld waarvan vnl. onschuldigen het slachtoffer worden. "Vrije mensen weigeren terreur uit te oefenen of haar te ondergaan", zal hij blijven zeggen. De antistemming bij de intellectuelen -- bij het publiek bleef Camus altijd een veelgelezen en populair auteur -- culmineerde pas echt naar aanleiding van een interview in Stockholm toen Camus na een heel betoog over zijn opvattingen m.b.t. de kwestie Algerije eindigde met te zeggen dat hij "eerder dan de gerechtigheid zijn moeder [zou] verdedigen". Met veel kwade trouw werd deze uitspraak geïsoleerd en aangegrepen om hem met alle zonden Israëls te beladen. In plaats van de halfzachte en lauwe conservatief die hij eerst was, werd hij er van nu af aan van beticht een regelrechte reactionair, kolonialist en imperialist te zijn. En helemaal al toen hij het opnam voor alle bevolkingsgroepen in het toenmalige Algerije en ook hier een derde weg voorstond, die van een vrije associatie of een federatie met Frankrijk, waar iedereen gelijke rechten en kansen zou hebben. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre de oplossingen die Camus voorstond realistisch waren, zeker binnen de context van de jaren '50, maar duidelijk is dat achteraf bekeken de houding van vele anderen erin bestond weg te kijken van de menselijke catastrofes die zich zowel links (de stalinistische terreur) als rechts (de kolonialistische debacles) voltrokken, waardoor ze zich in feite medeplichtig maakten aan onderdrukking, uitbuiting en moord.
Camus was een man die vanuit zijn moeizame opgang uit een klein arbeidersmilieu soms te weinig afstand kon houden van zijn persoonlijke betrokkenheid en bovendien steeds bevestiging nodig had in al zijn daden, als journalist, schrijver en denker. Het is ook vanuit die moeizame jeugd, waarin niets vanzelfsprekend was, ook niet de affectie van zijn omgeving of de liefde van een moeder die te weinig sprak en het gemis van een vader die hij nooit heeft gekend, dat zijn specifieke relatie tot vrouwen moet worden verklaard. De biografie gaat langdurig in op zijn huwelijksleven, eerst met Simone Hié, dat stuk liep op haar morfineverslaving, dan met Francine Faure die hij alleen maar in zekere zin de rest van zijn leven is trouw gebleven. De promiscuïteit van Albert Camus was legendarisch en zijn seksuele avontuurtjes talloos. Daarnaast raakte hij om de haverklap verliefd en had hij een aantal vaste relaties die toch niet lichtzinnig konden worden genoemd en overigens een publiek geheim waren. Een tweede verklaring voor zijn gedrag moet worden gezocht in de tuberculose die hem al vroeg overviel. Volgens zijn artsen leefde Camus eigenlijk in een permanente toestand van ademnood wat hem dikwijls in paniek bracht en zelfs aanleiding is geweest tot zelfmoordgedachten. Hij was er van overtuigd dat hij niet oud zou worden. Dat hij in die omstandigheden voluit wilde gaan op alle terreinen van het leven is dan ook niet zo verwonderlijk.
Als schrijver kende hij zijn grootste successen. Met L'Etranger (1942), dat hem meteen in de stal van Gallimard deed belanden en waarmee hij zijn faam als romancier vestigde. Met Le mythe de Sisyphe (1942), dat hem als existentieel denker bepaalde en Sartre voor hem innam. Met La peste (1947), zijn grootste publieke succes dat de persoonlijke verantwoordelijkheid en morele betrokkenheid van de mens vooropstelde. Met La chute (1956), een meesterwerk van introspectie en levenswijsheid. Met de schitterende verhalenbundel L'exil et le royaume (1957), waarin hij zijn stilistisch meesterschap demonstreert. Met zijn theaterwerk en zijn essays is het een mooi palmares, al blijft het een vrij bescheiden oeuvre dat de horden der jaren moeiteloos schijnt te nemen. De blijvende belangstelling, waarvan ook Sartre blijkt te genieten, wijst er op dat de vragen en de problemen die zich in Camus' tijd stelden, nog lang niet beantwoord zijn en dat zijn houding er tegenover zeker niet achterhaald is. Zijn vroege dood in 1960 bij een auto-ongeval heeft zijn stem maar tijdelijk verdoofd. Met de publicatie van het onvoltooide manuscript van Le premier homme (1994), een meesterwerk in wording dat ook in zijn embyronale vorm een publiek succes werd, is Camus terug van weggeweest. Een inspirerende en authentieke figuur die niet alleen de vrouwen kon charmeren maar blijkbaar appelleerde aan het beste in ieder van ons, het belangeloze, het opstandige en de weigering om het menselijke tekort te aanvaarden. Dat geldt ook voor zijn biograaf, die naarmate zijn werk vordert meer en meer onder de indruk lijkt te komen van zijn onderwerp en uiteindelijk partij wordt in de zaak Camus. Vooral in de controverse met Sartre is dat te merken als hij, verontwaardigd over het 'onrecht' zijn personage aangedaan, de objectiviteit al eens uit het oog verliest en geen afstand meer kan nemen. Begrijpelijk voor wie de geschiedenis kent of heeft meegemaakt, maar niet helemaal rechtvaardig, ook niet tegenover Sartre, die zich niet altijd bewust was van zijn misvattingen en zeker niet van het effect van zijn woorden op de psyche van zijn tegenstander. [Jan Baes]
Desanka Kempers
'Albert Camus. Een leven.' Even simpel als doeltreffend is de titel van deze Camusbiografie van de hand van Olivier Todd. Todd (1929), bekend van o.a. een eerdere biografie over Jaques Brel en van diverse romans en essays, schetst in dit lijvige boek het leven van Camus (1913-1960) met een opmerkelijke vitaliteit. Zonder zich te laten verleiden tot vluchtige interpretaties of snelle (ver)oordelingen toont Todd Camus' veelbesproken levenswandel: de levenslange emotionele en politieke invloed van de Algerijnse jeugd, de vele amoreuze verhoudingen, het politieke engagement, de breuk met Sarte en de eeuwige twijfel aan het eigen schrijverschap. In vergelijking met eerdere biografieën (bijv. die van Herbert Lottman uit 1980, overigens niet in het Nederlands vertaald) krijgt Camus' gecompliceerde liefdesleven meer aandacht. Aan de hand van een overweldigende hoeveelheid feitenmatriaal (o.a. ontleend aan niet eerder gepubliceerde brieven) schreef Todd in vlotte stijl een knappe biografie waarin leven en denken van de Algerijns-Franse schrijver en filosoof genuanceerd uit de verf komen. Met twee fotokaterns. Kleine druk. In 1997 verscheen een beknoptere, oorspronkelijk Nederlandse biografie: 'Albert Camus, een leven tegen leugens' door Ger Verrips*.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.