Breendonk 1940-1945 : de geschiedenis
Patrick Nefors
Patrick Nefors (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Halewyck, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 935.4 NEFO |
31/12/2000
Patrick Nefors schreef een doorwrocht, maar tevens leesbaar werk over het ingewikkelde en onder vele lagen hypocrisie en misleiding bedolven onderwerp van de industriële collaboratie in België tijdens de bezetting van mei 1940 tot septem-ber 1944.
Tekenend voor Nefors' benadering is alvast de titel. Hij zet het woord collaboratie tussen behoedzame aanhalingstekens. En nadat wij hem op zijn speurtocht hebben gevolgd lijkt een term als collaboratieverzet hier en daar, en heel uitzonderlijk, wel toepasselijk. Dit is geen flauw grapje. Het was ernst, dodelijke ernst zelfs voor de Belgische economische spilfiguur tijdens de bezettingsjaren: Alexandre Galopin, gouverneur van de destijds vooral in de kolen- en staalindustrie overheersende holding, de Société Générale de Belgique.
Door zijn gezag in de Belgische industriële en financiële elite zou Galopin, zeker in het begin van de bezetting, toen de Duitsers zich nog aan zekere uiterlijke vormen wilden houden, zonder meer incontournable zijn geweest, zowel voor de bezetter als voor de Belgen. Het kan triviaal klinken, maar eten werd zeer spoedig een van de bekommernissen en voor zeer velen op de duur de hoofdbekommernis. Een groot deel van het voedsel moest worden ingevoerd en die invoer hing af van de Duitse willekeur. De bevoorrading werd een chantagemiddel. In ruil voor een min of meer gevulde maag moesten de Belgen met wat nuttigs voor de dag komen. En daar verscheen Galopin ten tonele, niet als een weldoener maar als een behoeder van het Belgische industriële potentieel, dat hij draaiende wou houden. België moest gereed zijn voor de naoorlogse concurrentieslag, waarin het land volgens hem alleen zou staan. In zijn Algemeen Besluit zegt Nefors het zo: "Dat een hogere Belgische productie de nederlaag van het Reich kon vertragen, was voor Galopin, met zijn sterk economisch gekleurde opvatting van de 'nationale belangen' (...) geen probleem: met een schouderophalend 'nous savons de toute façon qu'il est vain-cu' wees hij dergelijke redeneringen van de hand".
Ingaan op alle aspecten van dit boek is onmogelijk. Wel willen we even wijzen op de verschillende reacties van enkele hoofdrolspelers. Galopin was een ouderwetse, paternalistische kapitalist, die in het naoorlogse sociaal bestel nog moeilijk zijn draai zou gevonden hebben. Op de duur trok de Belgische regering in Londen de hand van hem af, omdat ze vond dat hij veel te ver ging in zijn toegevingen. Maar had Galopin wel een keuze? Hij was geen man van eclatante daden, maar door te leveren wist hij wel veel te behoeden voor ontmanteling. De Vlaams nationalist Victor Leemans was uit ander hout gesneden. Die was in het begin van de bezetting aangesteld als secretaris-generaal van Economische Zaken, maar, aldus Nefors, in 1942 stelde Leemans zich niet meer op als Duitsgezinde Nieuwe Orde-aanhanger. Toen ging hij zijn kompas richten op Galopin en de "traditionele Belgische elite". (Door tijdig zijn huik naar de wind te hangen heeft Leemans zich nog verzekerd van een fraaie naoorlogse politieke carrière). Nog een VNV-er, Willem Van Hee, volhardde in de boosheid. Hij bleef als hoofd van de Textielcentrale -- een overkoepelend corporatistisch organisme -- tot het bittere eind een handlanger van de Duitsers. "Deze fascist", zoals Nefors hem beschrijft, "maakte de Textielcentrale tot een gewillig instrument in handen van de bezetter". Toeval of niet, maar de textiel was nu juist een van de sectoren die buiten de belangstellingssfeer van Galopin vielen. Van Hee en niet weinig fabrikanten en handelaars in die sector werkten ook van harte mee aan de arisering van joodse ondernemingen. Ze deden gouden zaken.
België was maar één van de bezette landen. De Duitsers pasten vele verschillende systemen toe. Maar overal wilden ze wel het onderste uit de kan. Een vergelijking, bv. met Nederland en Frankrijk, valt uit in het voordeel van België. In Nederland werden de Duitse industriële orders zeer vlot afgewerkt, wat zijn weerslag had in de vorm van grotere Nederlandse rantsoenen, alleszins tot een heel eind in de bezettingsperiode. En in Frankrijk gaf het Vichy-regime zijn officiële zegen aan de industriële collaboratie, wat zorgde voor een "dédouanement moral". In België was er de les van de Eerste Wereldoorlog geweest. En voor wie geen aandacht schonk aan morele normen, was er in ieder geval nog de vrees voor de naoorlogse straf. [Robert Schoeters]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.