Rampjaar 1672 : hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte
Luc Panhuysen
Luc Panhuysen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 257.9 PANH |
31/12/2000
De Nederlander Luc Paenhuysen vertelt in De beloofde stad het haast onvoorstelbare, maar waar gebeurde verhaal van de opkomst en de ondergang van het koninkrijk der wederdopers in het 16de-eeuwse Munster in Westfalen. De reformatoren Luther en Zwingli kregen reeds in een vroeg stadium te maken met personen die de hervormingen wilden radicaliseren. De Reformatie wekte verwachtingen die zich verbonden met de bestaande onvrede over godsdienstige en economische wantoestanden. Eén groep ontevredenen hield bijbellezingen in een dorpje buiten Zürich en zocht naar andere vormen van eredienst. De sacramenten moesten volkomen worden gezuiverd en ze fixeerden zich op de volwassenendoop na uitvoerige penitentie. Op 21 januari 1524 traden enkele broeders in de voetsporen van Jezus en lieten zich dopen. Ze werden anabaptisten genoemd: wederdopers. Daarop entte zich een sterk geloof in het Laatste Oordeel, dat spoedig zou volgen. Hun overtuiging verspreidde zich vlot, wat Zwingli ertoe aanzette de radicalen uit Zürich te verbannen. De meesten vertrokken als missionarissen naar alle windrichtingen.
Rond 1530 trok Melchior Hoffman, na te zijn toegetreden tot de visionaire groep van de Straatsburgse dopers, naar Nederland, waar hij profeet werd van de Nederlandse wederdopers. Voor de autoriteiten waren de anabaptisten gevaarlijk omdat ze geen wereldlijk gezag erkenden. Niet alleen de protestanten, maar ook de katholieke Inquisitie trad keihard tegen hen op. Op het einde van 1533 kregen de Nederlandse wederdopers een nieuwe leider: de Haarlemse bakker Jan Matthijsz.
Samen met Jan Beukelsz van Leiden, herbergierszoon en kleermaker, trok hij in het voorjaar van 1534 naar Munster, waar ze vele volgelingen aantrokken en een plebejische theocratie stichtten. In Munster -- "het Nieuwe Jeruzalem" -- zou Christus uit de hemel neerdalen en het laatste oordeel vellen. Na de machtsovername door de wederdopers belegerde de bisschop de stad. Terwijl ze verschillende aanvallen afsloegen, voerden ze de ene spectaculaire maatregel na de andere door: geld en bezit werden afgeschaft, de veelwijverij werd ingevoerd -- in de stad waren 2000 mannen en 5000 vrouwen -- en de kleermaker Jan van Leiden werd na de dood van Jan Matthijsz tot koning gekroond. De profetie van Munster geraakte in de Nederlanden bekend en zorgde voor een grote toename aan wederdopers, vooral in Amsterdam. Tegelijkertijd nam ook de vervolging toe. Op 26 juni 1535 werd Munster bestormd, heroverd en bijna volledig uitgemoord, waarna het katholicisme werd hersteld. Een gematigder stroming hield nadien onder de leiding van Menno Simonsz in de Nederlanden nog een tijdje goed stand onder de noemer 'Doopsgezinden'.
Luc Paenhuysen is erin geslaagd dit fascinerende verhaal ongemeen boeiend te vertellen. Daarbij was het zijn expliciete bedoeling zich niet te laten leiden door anachronistische verontwaardiging -- aanwezig in heel wat oudere historische studies -- over het zedeloze en bloeddorstig-fanatieke koninkrijk der wederdopers. Hij stelt zich dan ook als een pure observator op, die geen waardeoordelen uitspreekt, geen standpunten inneemt en nauwelijks interpreteert. Voor zijn geschiedschrijving beschikte Paenhuysen over twee uitgelezen bronnen: de kroniek van Heinrich Gresbeck, die anderhalf jaar ooggetuige was in het Nieuwe Jeruzalem, en het bronnenboek van Mellinck Documenta Anabaptistica Neerlandica. Van authentiek archiefonderzoek is geen sprake, wat ook uit het zeer beperkte voetnotenapparaat blijkt. De beloofde stad is een zeer toegankelijk, maar eenduidig verhaal geworden, geschikt voor een niet al te kritisch publiek. Voor diepgravende analyses, uitdagende verklaringen en genuanceerde afwegingen is het wachten op een grondigere studie van een historicus die wél standpunt durft innemen.
[Gunter Bousset]
L.G. Jansma
In het boek wordt eerst een schets gegeven van de religieuze, politieke en sociaal-economische omstandigheden in de Nederlanden in de eerste drie decennia van de zestiende eeuw. Dan worden leven en leer van profeet en vader van het Nederlandse doperdom, Melchior Hoffman, besproken; deze meende dat eind 1533 het Nieuwe Jeruzalem in Straatsburg zou neerdalen. Toen die voorspelling niet uitkwam, werd door het merendeel der Nederlandse dopers geloofd dat het godsrijk in Munster met Pasen 1534 zou worden gevestigd. Ook deze voorspelling komt niet uit en dan ontstaat het doperse rijk onder koning Jan van Leiden, steeds belegerd door de troepen van de bisschop van Munster. De inrichting en de verdere ontwikkelingen van dit rijk worden beschreven. Aandacht wordt onder andere geschonken aan de veelwijverij, de relaties met de dopers elders, de doperse opstanden in de Nederlanden en de herovering van de stad door de bisschoppelijke troepen. De verschillende doperse richtingen die na Munster bestonden, worden ook kort aangeduid. Het boek is gezien de stijl van schrijven bedoeld voor een breed publiek. Het bevat een aantal kaartjes en illustraties in zwart-wit.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.