Lesbia : verzen van liefde en spot
Gaius V. Catullus
Gaius V. Catullus (Auteur), Jan Kal (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2000 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OUDE TALEN : Latijn CATU |
21/12/2000
De Romeinse dichter Catullus (ca. 84-54 v.C.) behoorde tot de groep dichters die zich van de Romeinse poëtische traditie afkeerden en enthousiast de Alexandrijnse dichtkunst beoefenden: de poëzie hoefde geen maatschappelijke functie te vervullen, maar werd om de kunst beoefend. Naast lange huwelijksgedichten met mythische en geografische allusies, schreef hij vooral korte liefdes-, spot- en rouwgedichten.
Deze publicatie is beperkt tot de dertig liefdesgedichten die Catullus over zijn relatie met Lesbia schreef. Lesbia wordt doorgaans geïdentificeerd met Clodia, een getrouwde vrouw die ongeveer tien jaar ouder was dan de dichter. Het pseudoniem Lesbia verwijst naar de dichteres Sappho van Lesbos: Catullus vertaalde een van haar gedichten en volgde enkele keren haar versmaat na. De inhoud van deze gedichten is tijdloos en verwoordt de verschillende stadia van een relatie die op een breuk eindigt: passie en extase, ontgoocheling en haat. Naast de vertaling is ook de Latijnse tekst afgedrukt.
Vertaler Jan Kal heeft de oorspronkelijke ingewikkelde versmaten behouden. Deze formele krachttoer heeft onvermijdelijk zijn weerslag op de inhoud. De dwang van het metrum resulteert in ongewone constructies als "Het musje is overleden van mijn meisje". Om voldoende lettergrepen te hebben is het musje geen "lieveling" maar een "lievelingsspeeltje", en wordt "Lesbius is mooi" verlengd tot "Lesbius. Mooi heet Mijnheer". Omdat drie van de vier gebruikte versmaten vereisen dat het vers met een beklemtoonde lettergreep begint, krijgen we zinnetjes als "Weet ik niet" en "Zegt ze", en als het vers met een beklemtoonde lettergreep moet eindigen, wordt "snelstromend water" dan maar "snelstromend nat". Deze voorbeelden zijn echter eerder uitzonderingen. In het algemeen heeft de vertaler de moeilijke klippen van de versmaat weten te omzeilen. Toch is in het Nederlands het poëtisch effect van ingewikkelde versschema's (als een reeks spondeeën, onderbreken door één dactyle, of als een reeks jamben, afgesloten met een spondee) zeer miniem, vergeleken met gebruikelijkere middelen als alliteraties en rijm. De gepresteerde krachttoer heeft dus niet zoveel zin.
[Jef Ector]
Redactie
Van Gaius Valerius Catullus (Verona ca. 84 - Rome ca. 54 v.Chr.) zijn 116 gedichten bekend. Dertig daarvan zijn gewijd aan Clodia, de echtgenote van de consul Quintus Caecilius Metellus Celer. Catullus was een van haar minnaars en noemde haar Lesbia. Clodia hield hem aan het lijntje en in zijn gedichten (carmina) getuigt hij van zijn vreugde wanneer ze zijn liefde beantwoordt, van zijn wanhoop wanneer ze de verhouding verbreekt, van zijn enorme blijdschap wanneer zij hem weer in genade aanneemt en van zijn verbittering en ontgoocheling wanneer hun relatie voorgoed ten einde is. Sonnettendichter Jan Kal heeft ervoor gekozen het origineel zo nauwgezet mogelijk te volgen en maakte daarom een niet-rijmende, metrische vertaling. In afwijking van de Latijnse verzen die alleen een nummer dragen, gaf hij zijn Nederlandse versies elk een eigen titel die de inhoud goed dekt: "Poging tot flinkheid", "Herkregen geluk" en "Afknapper". De uitgave is tweetalig, zodat de liefhebber direct kan controleren of de vertaler zich niet al te veel vrijheden veroorloofd heeft. Op de voorzijde van het omslag een afbeelding in kleur van een vrijwel naakte vrouw, detail van een mozaïek uit Pompeji.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.