Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 418.1 BOEH |
Besprekingen
31/12/2000
Tien lange brieven schrijft de Duitse wetenschapsfilosoof aan zijn vijf dochters. Joachim Campe schreef een jaar na de Franse Revolutie ook een "Vaderlijke raad aan mijn dochter", maar we kunnen ons alleen nog maar verbazen over het tijdgebonden aspect ervan, dat ons bijna potsierlijk voorkomt. Campe raadt zijn dochter aan zich nergens in te bekwamen, behalve in het 'vrouw zijn'. Lezen en denken kan niet voor een vrouw, het korset zit namelijk in de weg. Er was wél duidelijkheid toen, verzucht Böhme, terwijl hij zijn eigen dochters er niet eens van kan overtuigen aan tafel te blijven zitten na de maaltijd, want hij moet daar rédenen voor kunnen geven. Deze luchtige toon is vrij zeldzaam in de brieven. De belezenheid blijft daarentegen wel aanwezig. Het boek is sterk opgebouwd. Eerst komt de vrouwelijkheid voortdurend aan bod, dan de mannelijkheid, de natuur(lijke aard) en ten slotte de liefde en de kinderen. Het is best mooi wat vader daar schrijft, al klinkt het vast bedillerig voor velen. Het klinkt zelfs tot op zekere hoogte origineel. Soevereiniteit, zegt vader bv., is "deel-kunnen-zijn-van". Nu, dat horen we graag, iemand die in zijn pedagogisch project niet het platgebombardeerde fundamentalisme van de zelfbeschikking laat regeren. Uit zo'n boodschap spreken zowel liefde als wijsheid. Want ondanks de vele geleerden en literatoren die mee(s)preken, gaat er van het boek toch die bezorgdheid uit die een vader siert, en dat bedillerige toontje van daarboven ook ruimschoots vergoelijkt. En vader, dat blijkt wel, is filosofisch en natuurwetenschappelijk geschoold. Wie de dochters zijn, kan zelfs tussen de regels door amper uitgemaakt worden. Maar de vader stáát er. [Erik Meganck]
C.H.M. Beijer
Tien brieven van een filosoof aan zijn dochters over de huidige crisis in de westerse cultuur rond vrouwelijkheid en mannelijkheid. Na explicitering van de moreel-politieke en maatschappelijke context waarin de brieven ontstaan, geeft de auteur (1937), hoogleraar filosofie, wetenschapsleer en esthetica aan de Technische Hogeschool van Darmstadt, een reconstructie van klassieke vrouwenidealen, om vervolgens na te gaan wat vrouwen in de twintigste eeuw van zichzelf hebben gemaakt. Hij verwijt geëmancipeerde vrouwen onder meer dat zij hebben verzuimd een nieuw vrouwelijkheidbeeld te vormen of het traditionele beeld te transformeren naar de moderne tijd. Daar komt bij dat onder invloed van de emancipatie mannelijkheidsbeelden zijn afgebroken, dat voor zowel mannen als vrouwen problematisch is. Op basis van de notie 'soevereiniteit' pleit hij tenslotte provocerend voor restauratie van gezinsliefde, echtelijke liefde en rituelen in het alledaagse leven, dat dit breed opgezette epistolaire werk helaas versmalt tot bangelijke, benauwde zedenmeesterij. Storende stijlfouten in een redelijk toegankelijk werk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.