Europa : een geschiedenis van grensnaties
Olivier Boehme
Olivier Boehme (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 935.2 BOEH |
31/12/2000
Dit is het navrante verhaal van het Vlaamse aandeel in een Europees intellectueel debacle. Het verhaal ook van hoogmoed voor de val. Met ontstellende blindheid lieten vooral rechtse intellectuelen zich tijdens de periode tussen de twee wereldoorlogen lustig meedrijven op de stroom van de toenmalige autoritaire en totalitaire tijdgeest. Professoren en academici meenden te behoren tot een "nieuwe aristocratie", die de fouten van de "decadente" parlementaire democratie moest herstellen. Zij misleidden meteen niet weinig naïeve jongeren. De vrees voor het bolsjewisme was het uithangbord van de rechtse, conservatieve revolutie. Maar de hidden agenda -- die met het vorderen van de jaren trouwens hoe langer hoe minder verborgen bleef -- was de afkeer, ja de haat tegen de democratie, tegen de opmars van de "proletarische horden" en tegen "goddeloos" liberalisme, socialisme en communisme. Daarbij werd schaamteloze racistische praat verkocht. Zo bv. door ene Dr. Florent Peeters, die zogezegd de extremen van de revolutie van rechts afwees, maar die het niettemin had over het "jodenvraagstuk". Blijkbaar was het bestaan van de joden voor hem een vraagstuk op zich. Florent Peeters was dus geen scherpslijper. Maar wel juichte hij Salazar toe, die paal en perk zou stellen aan "de noodlottige rassenvermenging van Portugezen met Moren, negers en Indiërs". Dit ongegeneerd racisme wekte blijkbaar geen bevreemding in de academische kringen, waar hij zich bewoog. Hoewel de Vlaamse uiterste rechterzijde voor haar "volksverbonden" gezwijmel bij voorkeur uit bruine Duitse bronnen putte, is het de Franse ultra-nationalist Charles Maurras (Action Française) die de "revolutie van rechts" nog het beste omschreef als zijnde een "door een kleine kern geleide radicale revolutie tegen de revolutie". Er waren vanzelfsprekend niet weinig katholieken die deze gevaarlijke trend niet volgden en die er tegenin gingen. Op het einde van de jaren '30 werden velen toch wel beslopen door ernstige twijfels, o.m. over Hitlers euthanasiemaatregelen tegenover "minderwaardige" elementen. Maar toen was het kwaad al geschied. De democratie kwam er in Europa bekaaid af. Franco in Spanje, Salazar in Portugal, Monseigneur Tisso in Slowakije, konden in het Vaticaan op ruime sympathie rekenen. De linkerzijde leverde ook haar renegaten, minder in aantal, omdat de ideologische kloof voor velen toch wel erg diep was en ook omdat links in Vlaanderen nu eenmaal een minderheid was. Maar met Hendrik de Man was het meteen goed raak. Het was een raadselachtige en tragische evolutie van deze hoogbegaafde voorman, die zeer lucied de mythen en misdaden van nationaal-socialisme en fascisme ontleedde, maar die, gedreven door verbittering, uiteindelijk ging theoretiseren over een sterk gezag en een "nationaal" gericht socialisme. In juni 1940 dacht hij, zoals zovelen, dat Hitler de oorlog had gewonnen en hij zwoer de parlementaire democratie af. Natuurlijk waren er in het hele politieke spectrum intellectuelen, die niet in de val trapten. Terwijl iemand als Victor Leemans zich uiteindelijk liet meesleuren tot in de collaboratie, waren er tal van anderen die weigerden de autoritaire dwaalwegen te bewandelen. Boehme vermeldt vooral het dappere en intelligente weerwerk van Emile van Dievoet en Max Lamberty. Helaas, heel wat intellectuelen verrieden hun universele humanitaire plicht. De Franse wijsgeer Julien Benda (1867-1956) had het over "la trahison des clercs" en het is Olivier Boehmes grote verdienste dat verraad nuchter te hebben ontleed. Nog maar zelden hebben we die capitulatie voor irrationele en duistere krachten, die volkomen verkeerd begrepen opdracht van het Europese Avondland, zo scherp geëtaleerd gezien. De lezer krijgt de feiten, hij kan oordelen. [Robert Schoeters]
Redactie Vlabin-VBC
Dit boek schetst hoe rechtse Vlaamse intellectuelen zich tijdens de periode tussen de twee wereldoorlogen gewillig lieten leiden door de autoritaire en totalitaire tijdgeest. Professoren en academici meenden te behoren tot een 'nieuwe aristocratie' die de fouten van de 'decadente' parlementaire democratie moest herstellen. Een eerste hoofdstuk tracht de 'vele gezichten' van deze rechtse revolutie te schetsen. Vervolgens wordt verteld hoe de katholieke intellectuelen erdoor werden verleid. Daarna wordt gefocust op de rol van Herman J. De Vleeschauwer als vertolker van het 'levensfilosofische protest', het jongconservatisme van Victor Leemans, de 'herformulering van het socialisme' door socialist Hendrik De Man, en de tegenstem van Max Lamberty. Ten slotte wordt ingegaan op de vage grenzen tussen het volkse en raciale vertoog, en is er een epiloog die een synthese biedt. De grote verdienste van de auteur is dat hij analyserend te werk gaat; de lezer krijgt de feiten en kan zelf oordelen. Met eindnoten per hoofdstuk, een bibliografie en een index.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.