De andere Rubens : activiteiten, interesses, leefwereld
Rutger J. Tijs
Rutger J. Tijs (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 716 TIJS |
31/12/2000
Enkele jaren geleden heeft de uitgeverij Lannoo het ambitieuze project opgevat de Belgische bouwkunst van de Middeleeuwen tot nu in beeld te brengen. Prachtige fotoboeken illustreren het rijke architecturale erfgoed, dat vaak stiefmoederlijk is behandeld: "door de overweldigende aandacht aan de schilderkunst toebedeeld, wordt de specifieke bijdrage van de bouwkunst al te gemakkelijk over het hoofd gezien".
Rutger Tijs, verbonden aan het departement Ruimtelijke Ordening van de stad Antwerpen, is planoloog en architect en promoveerde aan de faculteit Toegepaste Wetenschappen (Interfacultair Instituut voor Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) van de KU Leuven met een proefschrift over de ontwikkeling van de stedenbouwkundige verordeningen tijdens het ancien régime. Bijgevolg is hij de geschikte figuur om de Belgische renaissance- en barokkunst onder woorden te brengen. Oswald Pauwels, docent fotografie aan de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, zorgde voor geschikt en uiterst helder beeldmateriaal.
In het begin van de 15de eeuw groeit in Italië een doorgedreven interesse voor de bouwprincipes van de antieken, voor hun proportieleer, hun visie op harmonie en ordening. Vooral Vitruvius' "De architectura livri X"(geschreven in de eerste eeuw voor Christus) speelt een cruciale rol en vormt de basis van de grote architectuurtraktaten uit het 15de-eeuwse Italië. Ook in de Nederlanden raken kunstenaars door de nieuwe vormentaal geboeid. De schilder Jan Gossaert reist naar Rome (in 1508), ontdekt er de bouwwerken-nieuwe-stijl, tekent ze over en gebruikt ze als achtergrondmotieven in zijn nog laatgotisch geïnspireerde werken. Barend van Orley schildert rankenfestoenen, gevleugelde putti, medaillons met geharnaste ruiters, vierkante marmeren zuilen versierd met ronde kolommen op de hoeken. Hoewel nog pril en niet systematisch onderzocht, zijn het de eerste, uiterst belangrijke aanzetten tot een vernieuwde stijl, die vanuit de schilderkunst geleidelijk aan ook de bouwkunst in de Nederlanden zal veroveren. Rutger Tijs bespreekt die lange zoektocht naar een eigen vormentaal in zijn eerste twee hoofdstukken; daarna focust hij op de bouwstijl van o.a. Pieter Coecke van Aelst, Hans Vredeman de Vries, Sebastiaan van Noyen en Jacques du Broeucq. Ook toont hij hoe de 'Vlaamse Renaissance' niet beperkt blijft tot de grenzen van de Lage Landen en via politieke en economische contacten ook uitstraalt naar de Baltische Staten, naar Spanje en Portugal. De auteur zegt uitdrukkelijk: "Ik wil aantonen hoe de invloed vanuit Italië precies werd verwerkt en geassimileerd om met eigen accenten te worden uitgevoerd". Maar de bouwkunst evolueert en de Renaissancetaal moet geleidelijk aan plaats ruimen voor de barokke ornamentiek en theatraliteit. Architecten als Wenceslas Cobergher en Jacques Francquart werpen zich op tot de nieuwe protagonisten, ontwerpen kerken als uitstalramen vol eucharistische propaganda en inspireren zich daarbij opnieuw op Italiaanse voorbeelden. Ook de burgerlijke architectuur past zich aan en zoekt naar demonstratieve grandeur. Vooral Pieter Paul Rubens speelt in dat proces een essentiële rol. Zijn woning aan de Wapper in Antwerpen is een merkwaardig ruimtelijk experiment, dat een grote voorbeeldfunctie heeft gehad. Met de dood van Rubens sterft echter de echte Italiaanse bouwkunst in de Nederlanden. Hoewel Jacob Jordaens nog krampachtig probeert het ruimtelijk illusionisme in zijn woning te etaleren, worden de echte palazzi in Genua gebouwd en niet meer in onze streken. [Brigitte Dekeyzer]
Jeanine Deckers
De zestiende en zeventiende eeuw was een van de bloeiperiodes in de Vlaamse bouwkunst. Er ontstond een grote belangstelling voor klassieke architectuur door de heruitgave van de architectuurtractaten van Vitruvius, een Romeinse bouwmeester. Dit boek laat zien hoe de invloed vanuit Italië zich verspreidde in de Zuidelijke Nederlanden en van daar uit weer de rest van Europa beïnvloedde. Bijvoorbeeld door de publicatie van de architectuurboeken van Serlio en de modelboeken van Vredeman de Vries. De veranderingen in de architectuur waren het eerst zichtbaar in een nieuwe, uitbundige ornamentiek. In België is nog veel architectuur uit die periode bewaard gebleven en deze uitgave is een van de eerste die deze gebouwen in een samenhang aan een groot publiek presenteert! Er worden ook hoofdstukken gewijd aan tuinarchitectuur en kerkenbouw. Bevat heel veel schitterende kleurenfoto's met een uitgebreide, ter zake doende toelichting waarop de expressieve architectuur goed tot zijn recht komt. Zeer verzorgde uitgave. Index van personen en plaatsen. Niet een heel gemakkelijk boek, maar meer dan waar voor je geld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.