De grote filosofen en hun problemen
Konrad Paul Liessmann
Konrad Paul Liessmann (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 110 LIES |
31/12/2000
De titel is een parafrase van het tweede hoofdstuk uit Nietzsches Oneigentijdse beschouwingen. In wezen stelt Nietzsche daar dat er een vorm van denken bestaat die niet alleen geen enkele vitale relevantie heeft, maar zich zelfs tegen het leven keert. Staat de filosofie totaal los van het leven, leert ze ervan of voedt ze het? Deze filosoof gooit het in zijn spontane colleges over een heel andere boeg. Hij leidt zijn gehoor in de filosofie in langs de lach, waarmee de filosofie inderdaad begint, nl. op het moment dat Thales in een put valt terwijl hij liep te denken en uitgejouwd wordt door een Thracische. Dan gaat hij verder naar de verbazing (de verwondering) die Plato aan de bron van de filosofie legde. En dan maar verder langs het twijfelen, oordelen, aanvoelen, grenzen stellen... en ook strikt ethische thema's als voortreffelijkheid, waardigheid en juistheid. Zeker in die laatste valt de voorkeur voor de Griekse klassieke denkers op. Opvallend is daarbij dat de filosofie wordt opgesloten in haar rationaliteit, wat haar inderdaad wereldvreemd maakt, en niet geplaatst in relatie tot de cultuur, het geloof enz. In verband met het lemma over waardig sterven doet de auteur of zijn neus bloedt. Alsof hij niet weet dat er heden ten dage een ingrijpend debat rond euthanasie gevoerd wordt, voert hij alleen de stoïcijnen en epicuristen op... Ten slotte, wanneer een filosofie in het leven verankerd wil zijn, kan een ernstig denker niet om een thema als 'geloven' heen. [Erik Meganck]
Prof. dr. F.J. Heggen
Liessmann (1953), hoogleraar te Wenen, biedt dit boek aan als probleemgerichte inleiding in de filosofie. Hij beklemtoont dat men nooit 'de snelle oplossing van actuele levensproblemen' mag verwachten, wel een poging om te begrijpen wat het eigenlijk betekent als mens te leven. Filosofie is geen leer maar een bezigheid. De titels van de twaalf hoofdstukken, zoals 'Lachen', 'Zich verbazen', 'Vertellen', 'Schouwen', 'Oordelen', suggereren een benadering vanuit het leven zelf, een aanknopen bij ervaringen en vragen van mensen om tot een gezamenlijk filosoferen te komen. Maar dat doet de auteur vrijwel niet. Woorden zoals ervaring en dialoog worden wel genoemd, maar niet ondervraagd op hun betekenis. De ideeënleer van Plato krijgt volop aandacht, evenals de wetenschapsleer van Aristoteles en de methodische twijfel van Descartes. Het blijven echter wat abstracte verhalen. De paragraaf over waardig sterven doet geen poging aansluiting te zoeken bij de hedendaagse discussie. Onder het hoofd 'Juist handelen' komen wel Bentham, Mill, Kant en Nietzsche ter sprake, maar ontbreekt elke verwijzing naar de hedendaagse ethiek. Dat alles maakt deze poging tot popularisering van de filosofie minder geslaagd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.