Atletiek van snijbloemen : gedichten
Koenraad Goudeseune
Koenraad Goudeseune (Auteur)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Atlas, 1999 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 8° - GEWONE FORMATEN GOUD |
31/12/2000
Een van liefde verstoken kunstenaar zoekt zijn heil in het schrijven van brieven. Deze brieven vormen niet het excuus om een verhaal te vertellen. Eigenlijk kan er amper sprake zijn van een plot. Koenraad zit in de knoop met zijn liefdeleven, zijn geschrijf, de wereld en vooral zichzelf. Nu eens lacht hij, dan weer grient hij om zijn eigen ellende, maar steeds op een hilarische manier.
Eerder dan een verslag van de ellende is dit boek een fictief samenraapsel van anekdoten, belevenissen, gedichten, aanzetten tot verhalen en commentaar op boeken, tv-programma's, manifestaties en mediagebeurtenissen. Goudeseune vertelt dat hij vol enthousiasme zijn eerste literaire pogingen opstuurde naar zijn grote voorbeeld Clem Schouwenaars, van wie hij ooit het hele oeuvre bezat. Maar "de laatste tien jaar ben ik evenveel keer verhuisd en men vergeet al eens iets". Tja.
Hij krijgt een kaartje van Benno Barnard uit New York. Hij schrijft zelf een belachelijke brief naar het Radio 2-emoprogramma 'Op weg naar morgen' met daarin het citaat: "Ik weet niet wat er dom is aan blond, want daar val ik op." Hij vermeldt hoe het interview met 'Knack' is verlopen. Tussendoor wordt hij op een vrij podium zwaar beledigd door "die dikke krullenbol van een Vlaamse zanger, Johan Verminnen". Hij zit voortdurend in geldnood, maar vindt geen financiële steun bij zijn broer. "Vincent had tenminste Theo nog." Maar waar het vooral op aankomt, Goudeseune wil geschiedenis schrijven. Toen hij 16 was, had hij het briljante idee om het futurum exactum toe te voegen aan het Nederlands door zijn literair werk in die vervoegingsvorm te schrijven. En dat is niet voor niets de voltooid tegenwoordig toekomende tijd, het is de metafoor van dit boek. Een boek dat nooit afgeraakt zal zijn.
Dit boek kadert perfect in het huidige klimaat van vrijblijvendheid. Alles is fictie. Of iets waar is doet er niet toe, als het maar een mooi verhaal oplevert. Net zoals Goudeseune het hoofdpersonage is van zijn eigen boek. [Bart Janssen]
G. Didelez
Is dit derde boek van de Vlaamse schrijver (1965), na een roman en een dichtbundel, fictie of non-fictie? In ieder geval schrijft de hoofdpersoon, kennelijk de schrijver, een hele reeks brieven aan personen die soms nauwelijks geduid worden (Jeroen Brouwers?, Johan Anthierens?) en vooral als klankbord fungeren. Gaandeweg leren we de briefschrijver beter kennen: zijn drank- en drugsproblemen, zijn zoeken naar werk, zijn gevecht met het papier en vooral zijn onmogelijke liefde voor Elke, die zijn gevoelens niet beantwoordt. Het hoofdpersonage wil, zoals hijzelf schrijft, de gebeurtenissen 'zo nauwgezet mogelijk bijhouden'. Hij beweert dat zijn brieven 'met liefde geschreven zijn' en dat hij 'er hard op heeft zitten zwoegen'. Hoewel de auteur vlot en beeldend schrijft en af en toe (vooral in de schaarse gedichten die tussen de teksten geweven zijn) mooie beelden hanteert, wekt de overvloed aan petite histoire niet direct de leeshonger op. Goudeseune schijnt zelf trouwens best te weten wat er aan zijn teksten scheelt: 'Ik mag hangen als ik je iets te vertellen heb...' schrijft hij, en verder nog: 'een echte schrijver is iemand die eindigt met het schrijven van zijn memoires i.p.v. ermee te beginnen'. Een wijze bedenking. Op het omslag een fraai stilleven van pennen en boeken. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.