Pieter Daens, of Hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht
Louis Paul Boon
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BOON |
Magazijn |
Querido, 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10585 |
31/12/2010
Het uitgangspunt van deze vierde roman van Boon is bekend: een doodlopend steegje wordt door de aanleg van een nieuwe spoorweglijn van de buitenwereld afgesneden; de bewoners worden op zichzelf teruggeworpen en proberen een nieuwe samenlevingsvorm uit de grond te stampen. Na drie sombere romans ? tussen 1941 en 1943 schreef hij 3 mensen tussen muren, De voorstad groeit en Abel Gholaerts ? een roman waarin, zo schrijft hij aan Maurice Roelants, de zon misschien zal doorbreken, Wendt Boon de steven naar een stralende utopie? Het zou alvast in de lijn liggen van een korte tekst, De Zon (in 2001 bij Demian verschenen met houtsnedes van Masereel).
In het ? zoals in elk deel van het verzameld werk ? uitvoerige nawoord wordt nagetrokken welke ideologische invulling die zon krijgt: Koelie, die zich opwerpt als inspirator van de nieuwe gemeenschap, staat anarchisme voor of minstens een zeer libertaire vorm van socialisme.
Dat was de opzet. Maar al heel snel, in een brief aan Elsschot nog voor publicatie, meldt Boon: 'Ik heb een beetje spijt dat ik het geschreven heb. [...] Vergeten straat is niet dát, het kon beter zijn, als ik er goed over nadenk is het een mislukking.' Jammer alleen dat Manteau haast leek te hebben en het boek zonder meer in productie nam. Het verscheen in 1945.
Vergeten straat is geen nieuw Utopia. Daarvoor zijn de personages al te menselijk. Met het afsluiten van de straat kan het sociale experiment starten, maar al vroeg merk je dat de utopie af te rekenen krijgt met het menselijke tekort. Eén personage is daarbij van groot belang: Roza, de stiefdochter van Koelie. Die laatste had Roza heel haar jeugd lang opgesloten gehouden, opdat ze gespaard zou blijven van de buitenwereld, en vanuit de onuitgesproken wens haar voor zichzelf te houden. Maar wanneer de straat wordt afgesloten, Koelie groeit in zijn rol als 'leider' en Roza haar eerste menstruatie krijgt, gaat alles aan het kantelen. Koelie wendt zich van haar af, en zij ontdekt een sluipweg om toch de wereld buiten de vergeten straat te gaan ontdekken. Ze ontdekt in zichzelf agressie, vernielzucht, wordt een femme fatale, of ? en dat is een in vele latere romans van Boon voorkomend personage ? het destructieve, maar o zo aanlokkelijke kindvrouwtje. Terwijl hij Vergeten straat afwerkte, was Boon trouwens begonnen aan een roman over een zekere Odile, die erg veel zou lijken op Ondineke uit De Kapellekensbaan.
Dat het experiment zou mislukken was dan wel niet het initiële idee van Boon, maar wel de uitkomst. Boon nu al volledig gedesillusioneerd? Nog niet helemaal, maar het idee dat een gemeenschap zich in alle teruggetrokkenheid kan ontwikkelen tot een ideale maatschappij is afgevoerd. Boon laat de maatschappijexperimenten in het vervolg voor wat ze zijn en gaat de wereld beschrijven zoals die is. En de mens? Veel hoop is er niet: 'Och, we zijn zoo klein, dat we niet zien hoe het onnoozelste gebaar ons voorgeschreven wordt door wetten die al van over duizenden jaren bestaan.' [Kris Lauwerys]
Hans Renders
In de tijd dat de grote Vlaamse schrijver Louis Paul Boon (1912-1979) deze roman publiceerde, vlak na de Tweede Wereldoorlog, was er in het verwoeste Europa een grote drang naar restauratie. Niet alleen omdat de stoffelijke wereld weer opgebouwd moest worden. De echte restauratie vond plaats in ideologische, religieuze en politieke zin. Daarom was het moedig van Boon om in 'Vergeten straat' te beschrijven dat de weer geïntroduceerde maatschappelijke ordening helemaal niet zo ideaal was, nooit geweest ook. Arbeiders die in krotten wonen en maar moeilijk tot verzet te porren zijn. En als de onderdrukten dan het heft in eigen hand nemen, dan gebeurt dat op een manier die door zijn communistische vrienden en collega's niet goed begrepen wordt. Te vaag en te kabbelend, te anarchistisch. Boon heeft in 1946 een sympathiek boek gepubliceerd, interessant ook voor literatuurhistorici en sociologen, maar het heeft nog niet de literaire verbeeldingskracht van de latere Boon. Gebonden uitgave op pocketformaat; normale druk. Met een informatief nawoord (10 p.).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.