Blauwboek : gedichten voor de grote reuzin
Peter Holvoet-Hanssen
Peter Holvoet-Hanssen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HOLV |
Jeroen de Preter
ua/an/12 j
Met Strombolicchio, ondertitel Uit de smidse van Vulcanus, schreef Peter Holvoet-Hanssen een soort Alice in Wonderland voor gevorderden. De 'poëziebundel' bulkt van de slinkse grappen die eerst de lachlust, vervolgens bevreemding, uiteindelijk angst opwekken. 'Strombolicchio is een controversiële bundel,' zegt de auteur. 'Ik vind hem beter dan Dwangbuis van Houdini. Hij is dreigender, gevaarlijker.' Holvoet-Hanssen is blij dat hij er enige toelichting bij mag geven. Hij is bang verkeerd begrepen te zullen worden.
Peter Holvoet-Hanssen
Strombolicchio.
Uit de smidse van Vulcanus
Bert Bakker, Amsterdam, 72 p., 525 frank.
'Salamanders lezen de krant in het kabinet van Persephone." Deze bizarre, en ook wel onheilspellende versregel heet u welkom in de onderwereld van Strombolicchio. En het wordt er niet echt beter op in de volgende pagina's. Daar trekken cherubijnen "zich af op een heidense cadans", "een leger van gehangenen zwerft uit", "Ol' man river zingt / 'sterven is de ultieme belevenis' / Hallelujah / een man springt zingend in de Mississippi". Strombolicchio wordt gemakshalve de 'nieuwste' 'dichtbundel' van Peter Holvoet-Hanssen genoemd. 'Nieuwste': hij werd in werkelijkheid vóór het alom bejubelde Dwangbuis van Houdini (1998) geschreven. En 'dichtbundel': deze dichter doet het begrip gedicht uit zijn voegen barsten.
Holvoet-Hanssen noemt zich bij herhaling "een gezant van het beweeglijk element". En waarachtig, zijn verzen tuimelen en buitelen tot het je erbij begint te duizelen. Hij jongleert met de taal, goochelt met macabere, absurde en lieflijke beelden. Dwangbuis van Houdini werd vorig jaar onthaald als een ontdekking. Her en der werden zuchten van verlichting geslaakt. Eindelijk was er in de poëzie nog eens een nieuw geluid te horen. Peter Holvoet-Hanssen kreeg voor zijn eersteling prompt de ASLK-debuutprijs, een onderscheiding waarmee de jury de lezers wilde "uitnodigen om mee met Peter Holvoet-Hanssen te kiezen voor de hoge zee van het literaire avontuur en niet voor de benepen veiligheid van het meertouw".
Van een droomdebuut is evenwel geen sprake. Het kostte Holvoet-Hanssen de grootste moeite om zijn poëzie uitgegeven te krijgen. Het was collega Peter Verhelst die zijn uitgever Prometheus na een lang gesprek kon overhalen ze te publiceren. Holvoet-Hanssen schrijft al sinds de jaren tachtig aan wat hij "poëtische exploraties" noemt.
"Strombolicchio is een bloemlezing uit poëtische exploraties die ik geschreven heb vanaf de jaren tachtig tot Dwangbuis van Houdini. Ik heb er in totaal tien jaar aan gewerkt. Het is het verslag van een reis naar de wijze waarop ik poëzie wilde schrijven. Ik wist vooraf dat het zo lang zou duren. Je kunt in Strombolicchio nog voelen dat wie dat schrijft evolueert, hij gaat als het ware voorbij aan wat ik in die bundel mijn Vuureiland noem, de plek waar de hersenen in brand staan.
"Strombolicchio is een vulkanisch eiland bij Sicilië. Ik gebruik het als een symbool voor waar ik met deze verzen naar toe wil. Ze ontstaan op een vulkanische ondergrond, ze zijn explosief, uitdijend en in wezen beweeglijk. Mijn reis naar de poëzie vat ik al aan het begin van Strombolicchio samen in de regel "Avanti. Van lava tot spumanti". Ik ben er immers van overtuigd dat er op die vulkanische ondergrond, uit de lava, iets sprankelends kan ontstaan. Op die beweeglijke bodem moeten verzen tot stand komen die de grootst denkbare uitersten met elkaar verbinden: hard en zacht, micro- en macrokosmos, materie en antimaterie, spel en ernst, oude en nieuwe cultuur. Uiteindelijk moet het poëzie zijn voor mens èn hond.
"De dingen die ik schreef zijn nooit als gedichten bedoeld. Je merkt dat ook aan het woordgebruik, dat verschilt van het traditioneel poëtische. In den beginne schreef ik Fistels, dat zijn hersenzweren. Ik heb die in de jaren tachtig naar twee Vlaamse uitgevers gestuurd, met de uitdrukkelijke wens ze niet als gedichten, maar als Fistels te lezen. Een beetje zoals de 'gedrichten' van Paul Snoek. Ze werden afgewezen. Dat krijg je natuurlijk, als je hersenzweren opstuurt. Die Fistels ontstonden in de tijd dat ik deejay was. Ze zaten vol samples. In Strombolicchio begin ik met zo'n Fistel. Achteraf merkte ik dat die al alle ideeën bevat die in de rest van de bundel verder uitgewerkt worden. Na de Fistels kwamen de Baldakijnen - korte schetsjes die ik meestal opdroeg aan iemand, bijvoorbeeld aan een geliefde. Het zijn niet meer dan zeepbellen uit een stomend bad. Je mag er niet te veel gewicht aan toekennen, anders spatten ze uit elkaar. Op de Baldakijnen volgden de Vliegende tapijten. Ik beschrijf er de euforie in die zich van me meester maakte toen ik Strombolicchio zag, en begreep wat en hoe ik moest schrijven. Aan het eind komen dan de Drijvende doodskisten: de ontnuchtering, èn het beginpunt van een nieuwe reis."
Van sommige fragmenten uit Strombolicchio voelt hij zich intussen ver verwijderd. Holvoet-Hanssen is gegroeid. Vanwaar dan de behoefte om ze toch nog te publiceren? "Ik noem Strombolicchio heel bewust een apocriefe bloemlezing. Ik wou de wereld laten zien welke reis ik achter de rug heb. Niet dat ik alle teksten onveranderd heb opgenomen. Sommige Baldakijnen of Vliegende tapijten zijn helemaal herschreven. De bundel zit met opzet vol - volgens de geijkte normen wellicht overvol - mineralen en grondstoffen die de mensen kunnen inspireren om wat dan ook te doen. Ik gebruik mijn poëtische exploraties ook zelf, als een schatkist. Als ik ze open, vind ik onmiddellijk inspiratie om nieuwe dingen te schrijven. Een goede zin zet me weer op weg. Zo kan een oud Baldakijn me herinneren aan vroegere tijden, waarin ik met mijn hersenen nog echt gewaagde sprongen waagde. De lava van Strombolicchio zit barstensvol beelden die in Dwangbuis het grote hoofd van Harry Houdini vullen. In zijn machtige schedelpan verenigen zich alle uitersten en alle beelden, zodat hij die nauwelijks nog in bedwang kan houden. De Houdini-figuur versplintert, explodeert - padang! Uit de brokstukken ontstaan twee tegenpolen: de personages tovenaar en Sneeuwmaker."
De tovenaar verschijnt al aan het eind van Strombolicchio. Hij speelt een hoofdrol in Dwangbuis van Houdini. Hij lijkt de twee bundels met elkaar te verbinden. "Die tovenaar is iemand die de donkerste kant vertegenwoordigt. Het is een machtswellusteling. Hij staat tegenover Sneeuwmaker, een gevoelig, kwetsbaar personage. Het zijn twee uitersten, die volgens mij noodzakelijk zijn voor de harmonie en de schoonheid. Een derde personage zit in de verzen zelf. Hij verbindt de tegenstellingen, is wijs en dwaas tegelijk. Zo tracht ik ook te schrijven. Op het ogenblik dat je denkt: nu is hij ernstig bezig, ben ik alweer dwaas. Je gaat zo ook voorbij de vraag naar goed en kwaad. De polen goed en kwaad zijn immers ook beweeglijk."
Dat thema wordt heel expliciet aangesneden in Strombolicchio. "Goed werd kwaad en kwaad deed goed, kleuren en geuren / stookten de duivel op tot zij trekkebekte, niet meer te stoppen / verrekte (...)". Het kwaad lijkt in Strombolicchio haast een deugd. "Het kan ons alleen maar vooruithelpen als we de slechtste kanten in onszelf zien. Ik toon de meest vieze dingen, de donkerste uitspattingen. Als je het kwaad beleefd hebt, dan ga je die explosies herkennen. Je gaat er op een andere manier mee om. We gaan Dutroux niet langer zien als een monster dat buiten ons leeft."
De toon van Strombolicchio is bijzonder grimmig. Het lijkt allemaal te doorleefd om alleen maar een spel te zijn. "De grondthematiek van Strombolicchio is de angst, en hoe daarmee om te gaan. Ik heb die dingen allemaal van dichtbij meegemaakt. Dat thema angst zit er, weliswaar verdoken, altijd in. De angst is ook een van de thema's in Dwangbuis van Houdini. De meeste critici prezen die bundel als een levenslustig woordenspel. Ik ben daar natuurlijk wel blij om, maar ik vraag me toch af of die mensen wel voldoende naar de titel kijken. 'Dwangbuis' is toch een heel expliciete verwijzing naar waanzin? Als je dat weet, gaan er deuren open.
"Ik ben ver meegegaan in de waanzin van anderen, en heb die tot in het merg beleefd. Je kunt het vergelijken met Twin Peaks. David Lynch moet toch ook behoorlijk ver in zijn brein gekeken hebben om zoiets te maken? Mijn beeldentaal is voor psychoten trouwens heel herkenbaar. Ik heb Dwangbuis van Houdini ooit geëvoceerd in een psychiatrische instelling. Die mensen wisten onmiddellijk waarover ik het had. Het liep daar overigens behoorlijk uit de hand. Een van hen had mijn zwaard afgepakt. De angst waar ze allemaal voor sidderen, die hadden ze heel goed herkend. Ik besefte toen plots dat ik zelf steeds op mijn hoede moet blijven."
De naam Van Ostaijen valt in elke bespreking van zijn werk. De jury van de debuutprijs maakte de vergelijking ook, maar voegde er nog aan toe dat hier "bijvoorbeeld allerminst sprake (is) van een metafysica 'geenzijds der zinnekim', die voor Van Ostaijen als de ultieme toetssteen gold". Dat kan de indruk wekken dat Holvoet-Hanssen een vrijblijvend spel met woorden speelt. Een vergissing, zegt hij. "Ik verkondig de metafysica van het beweeglijk element. Zo'n wetenschappelijk werk als Het uitdijend heelal van Guth bevestigt mijn intuïtieve theorie dat alles van hetzelfde klompje materie afkomstig is. Strombolicchio beschouw ik als een levend organisme, dat uitdijt en verbindingen maakt met andere elementen. De bundel ontstond volgens de processen van het leven. Ik wil poëzie schrijven die een weerspiegeling van het volledige leven is. Ook al is dat enkel in een glasscherf. Ik geloof dat het volledige leven in iets kleins en triviaals kan zitten. Als glasscherf voel ik mij potentieel verbonden met alles en iedereen. Wij zitten weliswaar allemaal op een eigen eiland, maar er zijn steeds verbindingen mogelijk. Ik zie het als lichtdeeltjes, die elkaars vorm kunnen aannemen maar elkaar ook weer kunnen afstoten."
Holvoet-Hanssen schrijft open teksten, die niet te vatten zijn in één interpretatie. De verzen wemelen van de verwijzingen naar literaire teksten (Rabelais, Melville, Dante, Peter Pan, Winnetou), de rock (Velvet Underground, Grant Hart, Jeff Buckley), de film (Star Trek, The Big Sleep), angstwekkende kinderliedjes ("'k Zal je pakken, 'k zal je pakken / zei de toverheks", "Au clair de la lune"). Het platte flirt schaamteloos met het verhevene, en het spel speelt in beide bundels een prominente rol. Er zijn dus nogal wat argumenten om Holvoet-Hanssen een postmodern dichter te noemen.
"Het etiket 'postmodern' wordt te hooi en te gras gebruikt. Op den duur krijgt die term een negatieve bijklank. Het impliceert ook vaak dat er geen onderliggende intentie is. Ik wil spelenderwijs tot een vloeibaarheid komen. Dat is allesbehalve een vrijblijvende houding, het vraagt een enorme openheid, die veel verder gaat dan het postmodernisme. Het beweeglijk spel tussen de uitersten is geen statisch inzicht. Stel je voor dat een kunstenaar een universum kan creëren dat een ware, volledige weerspiegeling van het leven is. Nadien zal wellicht blijken dat daarachter weer iets zit. Zoals er meerdere heelallen zijn.
"Ik denk niet dat één etiket volstaat om de bundel te verklaren. Ik noem Strombolicchio een symfonie, waarin ik met opzet aberrant en dissonant ben en expres aan de boom der poëzie schud. Als je de bundel vol vooroordelen, dus met een statische blik, ter hand neemt en hem onmiddellijk als postmodern gekakel afdoet, dan blijft het allemaal gesloten."
Zelfs een door de wol geverfde lezer zal in Strombolicchio geregeld het spoor bijster raken. Is het "beweeglijk element" geen excuus voor willekeur?
"Strombolicchio is een reis naar de verbinding van de uitersten. Er zit een lijn in, maar die lijn is vloeibaar. Het ritme zit meestal ondergronds, en duikt soms op. Het is de onderlaag van mijn gedichten. De echte fans beschouwen het als een moeilijke cd. Hoe meer je het hoort, hoe beter het wordt. Ik begrijp ook wel dat je niet kunt verlangen dat iedereen van de eerste keer mee is. De lezer moet de bereidheid hebben open te staan, en de geijkte vormen te laten voor wat ze zijn.
"Mij geeft die beweeglijkheid de mogelijkheid om telkens andere dingen te doen. Zo zal mijn volgende bundel, Santander. Ontboezemingen in het vossenvel, veel traditioneler zijn. De jury's kunnen dus herademen. Er zullen onder meer sonnetten instaan. In mijn 'coördinaten voor wolkengaten' speel ik dan weer met het getal 33. Het zijn samen 33 regels, die eruitzien als voorbijtrekkende wolken. Ik verwerk er ook de geschiedenis tot het jaar '33 in. In Santander combineer ik postmoderne technieken met verwijzingen naar het begin van deze eeuw. Zulke dwarsverbindingen komen in de buitenlandse literatuur vaker voor. Je krijgt dan napalm, liefdessappen en rozengeur tegelijk. Zo komt er een openheid, èn een visie, maar dan een visie die niet statisch wil zijn."
Peter Holvoet-Hanssen doet meer dan schrijven alleen. Hij werkt halftijds in een opvangcentrum, vertaalde met Hilde Keteleer een bloemlezing van gedichten van Rimbaud, trekt door het land met een Dwangbuis van Houdini-evocatie... Heeft hij, na het succes van zijn dichtbundels, geen zin om alleen van zijn pen te leven?
"Ik zou misschien wel kunnen schrijven over mijn turbulente jeugdjaren. Maar ik denk dat het een goede zaak is dat ik met de gewone dingen bezig blijf. Ik ben bovendien meer een veelbedenker dan een veelschrijver. Ik deed vroeger niets anders dan dingen bedenken. Vampierenfuiven, maar ook concepten. Ik werk nu aan een Strombolicchio-project. Hoe dat er precies zal uitzien weet ik nog niet. Het moet de sfeer hebben van een schurftig terras aan de voet van de Stromboli."
'Ik wil poëzie schrijven die een weerspiegeling van het volledige leven is. Ook al is dat enkel in een glasscherf''Ik ben ver meegegaan in de waanzin van anderen, en heb die tot in het merg beleefd. Mijn beeldentaal is voor psychoten trouwens heel herkenbaar'
Jos Joosten
rt/aa/23 m
Voor het toeval lijkt een centrale rol weggelegd in Peter Holvoet-Hanssens nieuwe bundel Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus . Zozeer zelfs, dat je je al bij de omslagillustratie - een tamelijk abstract ogende afbeelding van lava - afvraagt of het plaatje toevallig gekozen is of doelbewust. ,,Hé,'' zei een geoloog die de omslagfoto zag, ,,dat is pahoehoe.'' Dat woord kende ik niet - het bleek, toen ik achteraf op Internet zocht, een Hawaïaanse term voor gestolde lava - maar het zette meteen aan tot denken: pahoehoe zijn immers ook, enigszins verbasterd, de initialen van Peter Holvoet-Hanssen. Zo bevindt de lezer zich al vanaf de kaft middenin de uitdaging die Holvoet-Hanssen heet, een dichter die er lol in heeft de lezers op een ander been dan gepland te plaatsen. Twijfel is gerechtvaardigd: is zo'n doordachte vondst wel iets voor Holvoet-Hanssen? De voorganger van Strombolicchio , het veelgeprezen debuut Dwangbuis van Houdini , stond meer in het teken van de ketelmuziek van rondtrekkende circussen en goedkoop kermisvermaak, dan zich te onderscheiden met doordachte highbrow poëtische vondsten of dubbellagige intertekstualiteiten. Ook Holvoet-Hanssens nieuwe bundel bevat weer een kakofonie van toverspreuken, aftelrijmpjes, sprookjes- en zeeroversscènes.
Toch ligt er wel degelijk een idee ten grondslag aan Holvoet-Hanssens poëzie. De twijfel over het al dan niet toevallige karakter van de omslag komt ook niet uit de lucht vallen, maar heeft alles met dat idee te maken. Ook in de rest van Strombolicchio heeft toeval een belangrijke functie. Of, om een passage te citeren uit de slotafdeling:
Ik speel met mijn bot, - God, niet-God
met toeval niet-toeval - smelt mijn letters tot woorden.
Het toeval waarop ik hier doel, is een symptoom van het onsystematische, van het ongeordende. En het is, paradoxaal genoeg, meteen hetgeen wat eenheid schept in deze poëzie. Het toeval als bindende factor verklaart grotendeels vorm én inhoud van deze bundel die op het eerste gezicht nog lukraker lijkt dan zijn debuut: kinderliedje naast serieuze ontboezeming, wartaal naast zuiver poëtische zinnen, ingetogen verzen naast ongebreidelde erupties en daarnaast een parade van de meest uiteenlopende figuren, variërend van de zanger van cultband Hüsker Du tot Wim Zonneveld en van de Jungiaanse sprookjesinterprete Marie-Louise von Franz tot zeeroofster Anne Bonny.
Als je alles aan het toeval overlaat, is totale chaos het resultaat. Daarom stelt de mens ijkpunten op, kunstmatige bakens in de werkelijkheid zoals de dosering van eenheden tijd en afstand waarbinnen we opereren. Een parodie op deze ordeningsdwang is de enige verklaring die ik vinden kan voor het tellen en nummeren dat her en der opduikt in Strombolicchio . Het illustreert de inwisselbaarheid en de kunstmatigheid van elke ordening. De algemeen geldende orde maakt plaats voor de particuliere van de dichter.
0 is als een leeg ei, bevat in potentie de essentie
punt 1 heeft essence in alles en heeft 2 verzonnen
wind en tegenwind schaken met mekaar, 3 groeit
in onevenwichtigheid komt 4 aan het licht, verroest
5 verblindt, de kwintessens vervlakt
de poorten van het pentagram sluiten
Zo gaat dat nog even door.
De dichter ontsnapt aan die opgelegde orde. Hij symboliseert dat met de figuur van de zeerover - rebel en vrijbuiter bij uitstek. De positie die aan de piraat wordt toegeschreven, zegt meteen veelover Holvoet-Hanssens plaats als dichter, of misschien wel over de poëzie in het algemeen:
Voor de Nieuwe Wereld zijn wij
buitenstaanders
voor de Oude Wereld zijn wij
vrijbuiters, niet van deze wereld.
Een overgangssituatie dus. Daarmee staan we, hoe gek het misschien klinkt, niet zover van wat de lava vertegenwoordigt die vanaf de kaft opduikt. Strombolicchio is de naam van een vulkanisch eilandje, vlakbij Stromboli ten noorden van Sicilië. De vulkaan was volgens de Griekse mythologie de werkplaats van Hephaestus (of: Vulcanus), de god van het vuur, vandaar de ondertitel ,,Uit de smidse van Vulcanus''. Een andere rol die men Vulcanus toebedeelt, is die van opstandeling of rebel. Ook de lava zelf is betekenisvol in Holvoet-Hanssens poëzie. Lava verenigt immers het onverenigbare in zich: als vloeibaar steen of bevroren hitte. Lava belichaamt de vier elementen uit de natuurfilosofie sinds Empedocles: lucht, vuur, water en aarde (steen) smelten erin samen.
Overal in Strombolicchio duiken aan vulkanisme én overgang verwante begrippen op: eruptie, smelting en stolling. In de slotreeks staan ze, in gedicht ,,VI'', alle vier vlak bij elkaar.
Ik lees regels: dat vuur zuurstof nodig heeft, dus leeft en
beweegt. Zo ontstaan gaten in de wolken, denk ik. Na de vonk
een beeld van een beeld. Cirkels op het water. Een idee.
Ik noem haar Rozenboom, zij kneedt de grond tot haar tuin.
Poëzie (,,regels'') wordt hier onlosmakelijk verbonden met de vier elementen. Hoewel dit gedicht flirt met Plato (,,beeld van een beeld'' en ,,idee''), staan de verzen toch vooral in het teken van de aan hem voorafgaande natuurfilosofen. Het gedicht is daarover ondubbelzinnig in de openingsregel: ,,De deur staat op een kier voor het beweeglijk element.'' De buitenwereld ligt niet vast, maar is het resultaat van een permanente beweging tussen lucht, aarde, water en vuur.
Als ik me niet vergis heeft de uitvinder van het viertal, dichter-filosoof Empedocles, afkomstig van Sicilië, meer sporen achtergelaten in de gedichten van Holvoet-Hanssen. Een van de bekendste mythen over Empedocles gaat over zijn levenseinde; hij viel in de krater van de Etna. Over het hoe en waarom verschillen de meningen. Zelfmoord, hoogmoed of een ongeluk tijdens sjamanistische riten? Bij Holvoet-Hanssen lezen we, twee gedichten vóór het zojuist aangehaalde: ,,Strompelafdrukken aan de rand van een vulkaan als interludium. / Ik val in de krater, blijf haken in de tijd.''
Jos de Man kenschetste het denken van de natuurfilosofen in De schaduw van Thales bondig als volgt: ,,Empedocles heeft net als Heraclitus het belang aangevoeld van de dialectiek van toeval en noodzaak. [...] Al wat altijd heeft bestaan, blijft bestaan, het wisselt alleen: van eenheid naar verscheidenheid en weer terug. Welke vormen ontstaan wordt vaak door het toeval beslist.'' Het moge duidelijk zijn wat Holvoet-Hanssen verbindt met natuurfilosofen als Heraclitus (,,pantha rei'') en Empedocles. In plaats van ons geordende rationeel-westerse denken opteert ook hij voor het ,,beweeglijk element'', kiest hij voor de zeerover, de nomade, de overgangsfiguur.
Overigens wil dit alles niet zeggen dat er geen systematiek in Strombolicchio zit. In de opbouw is die zelfs heel evident aangegeven: de bundel is een chronologische bloemlezing uit de gedichten die Holvoet-Hanssen schreef in de tien jaar vóór hij Dwangbuis van Houdini publiceerde. Dat geldt voor alle opgenomen gedichten, behalve de slotafdeling ,,De hond van de Duivelsbrug'' waaruit ik de laatste citaten haalde. Blijkens de aantekeningen achterin vormen die meteen ook de opmaat voor een aanstaande nieuwe bundel: Santander, ontboezemingen in het vossenvel . Holvoet-Hanssen verdeelt zijn poëtische loopbaan aldus in vier periodes, wat op zich natuurlijk ook poëticaal te duiden is als een manier om systematiek aan te brengen in de eigen werkelijkheid.
Uit de eerste periode is slechtséé n gedicht opgenomen, ,,Speelvogels in The Big Sleep'', dat als opening van de bundel fungeert. Dit gedicht is zo associatief en uiteenwaaierend dat er zelfs met veel moeite geen consistentie in te vinden is. Je zou het, met goede wil, kunnen zien als de chaos vanwaaruit de schepping aanvangt of als een - inderdaad - ordeloze eruptie van lava dan wel woorden. Maar op mij werkt het eerder vermoeiend dan uitdagend, en dit vroege vers bewijst vooral hoe vernuftig Holvoet-Hanssen in zijn latere poëzie de chaos heeft leren doseren en manipuleren tot een overtuigende privé-kosmos. In Strombolicchio volgen we dus ook het groeiproces van de dichter. Hopelijk is het dan ook géén toeval - als ik ook eens mag - dat het beste in Strombolicchio in de laatste afdeling staat. Daar treffen we de recentste gedichten aan, waarvan ons gelukkig meer voor de toekomst wordt beloofd.
PETER HOLVOET-HANSSEN,
Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus,
Bert Bakker, Amsterdam, 68 blz., 595 fr.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.