Duivelskruid
Marita De Sterck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 1998 |
YOUNG ADULT : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 1998 |
YOUNG ADULT : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 1998 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : STER |
Jan van Coillie
ru/eb/11 f
,,Misschien is elke passie gedoemd om korter te zijn dan het leven dat zij verwarmt.'' Het is maar één van de beklijvende uitspraken in Splinters van Marita de Sterck. Als je eenmaal in de ban van het boek bent, haken deze uitspraken zich in je vast, zoals ze dat ook doen bij Jutta en Anton, de hoofdpersonages in dit verhaal. Splinters brengt het verhaal van hun liefde en de splinters die ze eraan overhouden.
De compositie lijkt even eenvoudig als functioneel. De onpare hoofdstukken geven het standpunt van Jutta weer, de pare dat van Anton. Dit wisselende perspectief wordt op een doordachte manier ingekleurd. De Jutta-hoofdstukken beginnen met een korte introductie in de verleden tijd en in de derde persoon en verspringen dan naar de tegenwoordige tijd. Het is alsof de camera telkens inzoomt, waarna de lezer Jutta op de voet kan volgen. Alleen de slothoofdstukken beginnen meteen in de tegenwoordige tijd: er is nog enkel het nu, de herinneringen zijn opgeslorpt.
Anton vertelt zijn ervaringen in de ik-vorm en in de verleden tijd, als een terugblik. Als lezer leer je hem kennen van binnenuit. Soms zorgt die opbouw voor knappe verwijzingen. De wilde, warme zoenen in de sneeuw krijgen een diepere betekenis in het volgende hoofdstuk waarin oma bekent hoe lijfelijk ze soms haar overleden man voelt: ,,Een lichaam vergeet nooit. Het weet nog precies hoe het voelt, kussen in de sneeuw.''
De confrontatie van de twee standpunten relativeert en boeit. Je bent benieuwd hoe de ander het gebeurde heeft ervaren.
Marita de Sterck leeft zich telkens sterk in die ervaringen in. Jutta is heel consequent getypeerd als een gekwetst vogeltje, getekend door iets wat ze niet wil of kan verwoorden. In de eerste hoofdstukken zegt ze bijna geen woord. Voor Anton heeft ze iets broos en zachts en tegelijk iets keihards en onberekenbaars. De spanning in het verhaal heeft vooral met Jutta te maken, met haar kwetsbaarheid, haar geheim. Vlijmscherp verwoordt de auteur Jutta's verwarring en het scherm dat ze om zich heen heeft opgetrokken. Ze hoopt dat Anton haar zal aanhalen, en tegelijk is ze bang voor de wolf in hem.
Stukje bij beetje wordt duidelijk hoe het vertrek van haar vader Jutta heeft getekend. Uiteindelijk houdt ze de liefde af uit angst voor een mogelijke breuk. Pas als ze - ook letterlijk - de dozen van haar verleden kan openen, brokkelt haar schild af. Dit proces maakt ze samen met haar moeder door. Enkel samen zijn ze sterk genoeg om over het verleden heen te komen. Net als vroeger helpt haar moeder de splinters uit te halen, hoeveel pijn dat ook doet.
Anton praat en denkt anders, mannelijker vooral. Zijn denken is herkenbaar maar nooit clichématig. Hij benadert Jutta aanvankelijk als een achtervolger, een veroveraar. Maar zijn stoerheid wordt van bij het begin getemperd door een zekere schroom en verwondering, waar hij weinig vat op heeft.
Zijn jongensachtige verlangen om te imponeren botst steeds weer met zijn onvermogen om door Jutta's cocon te breken. Maar hij slaat er zich doorheen, hij heeft geleerd voor zichzelf op te komen. Subtiel laat de auteur aanvoelen hoe zijn ouders hem door hun open, speelse houding daarbij steunen. Ik vind het in dat licht wel vreemd hoe hij hen tegenover Jutta's oma plots zo scherp beoordeelt.
Die oma is de spilfiguur die Anton en Jutta inzicht biedt in hun verwarde gevoelens. Zoals zoveel oma's in boeken verpersoonlijkt ze levenswijsheid maar anders dan veel boekenoma's is ze niet louter spreekbuis van de auteur maar een volwaardig personage. Wanneer ze Anton vertelt dat je ,,over de liefde nog het meest leert als je er eens goed tegenaan gebotst bent'', of dat niets moeilijker is dan te ,,leren houden van zonder jezelf kwijt te raken'', dan raakt dat evenzeer de (jonge) lezers.
Niet alleen de perspectiefwisseling is uitnodigend in Splinters , maar ook het fijne weefsel van motieven. Net als in vorige novellen als Wachten of Zoë zwijgt verwerkt Marita de Sterck motieven in het verhaal die de lezer uitnodigen verbanden te leggen tussen heden en verleden, voorwerpen en gevoelens. De structuur van het weefsel is in dit boek hechter en vanzelfsprekender dan in haar vorige verhalen. De titel zelf is al zo'n motief. Voor oma is een kermis een splintering waard. Als Jutta Antons brief met haar mond verscheurt, heeft ze het gevoel dat er splinters inzitten. Vroeger zat ze altijd vol splinters van de draaimolen. Haar moeder haalde ze eruit en zei dan altijd ,,dat er nog veel splinters zouden komen en dat ze allemaal zouden genezen''.
Verwant met de splinters is het motief van de braakballen als beeld van wat Jutta wel en niet heeft verteerd, of dat van het liesgras dat onder water moet worden uitgedund. Jutta zelf wordt herhaaldelijk getypeerd als Roodkapje of als een vogeltje, verwant met de vleermuizen met hun geluidloze kreten.
Een rist motieven houdt verband met haar vader: haar teddybeer, het kopjeduikelen, de glijbaan en de schelpen. Jutta bewaarde de schelpen van hun mooie dagen aan zee. Maar hij ,,had haar schelp weggenomen, zonder te zien hoe koud ze was en bang en boos''.
De glijbaan is nauw verbonden met het boeiendste motief, dat van de tijd. Als kind met haar vader op de glijbaan remde ze altijd af, ze vond het oneerlijk dat het zo snel ging, dat het zo gauw voorbij was. Ook op andere momenten probeert ze de tijd stil te zetten. Als Jutta en Anton voor het eerst samen zijn op haar kamer, denkt Anton: ,,Ze wou de tijd rekken, dat was duidelijk. Haar handen sloten zich. Ik wist dat ze net als ik wou dat dit moment nooit zou voorbijgaan. Dat het zich voorgoed zou vasthechten aan dit gebaar en nooit verleden tijd worden.'' Als Jutta de foto's van vroeger opnieuw bekijkt, denkt haar oma ,,het doet pijn om ernaar te kijken. Maar soms moet je de tijd even aanraken om weer door te kunnen''. Jutta's oma weet waar ze over praat, voor haar is er geen later meer, alleen maar vroeger, ,,geleende tijd, bijna op''.
Meer nog dan over de liefde gaat Splinters over hoe het voelt om verliefd te worden en daarbij gekwetst te raken. Zowel het verlangen als de extase en de pijn worden op een bijzonder lichamelijke manier verwoord. Antons handen in de weggesneden binnenzakken van Jutta's spijkerbroek, de eerste vederlichte zoen, de intense eerste tongkus - in en door de taal wordt het voelbaar zonder ook maar ergens banaal te klinken. Zelfs het schrijven van een liefdesbrief is voor Jutta een lichamelijk gebeuren: ,,Ze slaat haar armen, zin na zin, vanuit haar veilige kamer om hem heen. Ze kan de omhelzing moeiteloos rekken, zolang ze wil.''
Van een bijzondere intensiteit is de vrijscène, beschreven vanuit de twee gezichtspunten. De twee hoofdstukken beginnen als een sprookje. Het verteltempo vertraagt, alsof de schrijfster net als Jutta en Anton die momenten wil rekken of vasthouden. De woorden klinken zowel vertrouwd als verrassend, zoals de kreetjes die Jutta slaakt, ,,gedempt, rafelig''. Elk woord valt op zijn plaats, aarzelend zoals het gebeuren zelf. Maar een enkele keer klinkt de woordkeus net iets te gezocht.
Niet alleen de woorden en de lichamen spreken in dit verhaal, ook de stiltes. Op de mooiste momenten hebben de stiltes geen opvulling nodig. Maar als het moeilijk begint te gaan, botst Anton op de stiltes van wantrouwen, zonder opening of kans, gapende stiltes. Ze confronteren ook de lezer met het onvermogen van mensen om open met elkaar te communiceren.
Splinters is een boek dat uitdaagt en confronteert, dat dwingende vragen stelt over leven en liefde, over passie en pijn.
Koen Driessens
em/ov/07 n
ANTWERPEN - «De belangrijkste beslissingen in je leven neem je als adolescent. Niet verwonderlijk dat je dan faalangst hebt, vooral in de liefde. Fascinerend te zien óf en hóe jongeren daar uitraken. Dit groeiproces heb ik in een roman proberen te gieten.» Na twee novellen, antropologische non-fictie en een reeks naslagwerken voltooide Bibliotheekschool-docente en redacteur van het vakblad Leesgoed Marita De Sterck haar eerste roman, 'Splinters'. Het boek mag meteen postvatten in de adolescentenreeks van de hoog aangeschreven uitgeverij Querido.
Haar eerste, omvangrijke roman bleek geen sinecure. «Ik worstelde met de structuur en de stijl, kon wat feedback best gebruiken,» zegt De Sterck. Ze stuurde het manuscript naar uitgeverij Querido die het zware geschut bovenhaalde, maar ook zalfde. De Sterck: «Mijn eerste versie was veel te zwaar, mokerde de lezers plat. Ik wílde een erg zwart verhaal waarin een meisje verstrikt raakte in haar depressie na een mislukte relatie. Maar men raadde mij een pendelbeweging aan. Een afwisselend evenwicht tussen donkere en lichte fragmenten maakt ook een loodzwaar thema verteerbaar. Vandaar dat ik Jutta's visie op de relatie afwissel met die van haar vriend, Anton.»
De 'twee' verhalen illustreren perfect het ontstaan van misvattingen en de onuitgesproken vragen en eisen van beide geliefden. «Een ander thema is de verbondenheid van adolescenten met hun grootouders, nadat de band met hun ouders verandert. Ouders bestoken de jongeren vaak met te grote verwachtingen. Ze zijn bang om hen met de harde realiteit te confronteren. Nu ik de 40 gepasseerd ben, heb ik soms het gevoel dat bepaalde adolescentiefasen als het ware terugkeren. Misschien is dat de midlifecrisis: pas nu begin ik jongeren beter te begrijpen.»
Redactie
Jutta, een wat verlegen meisje, wordt tijdens een natuurkamp verliefd op de vlotte Anton die al wat meer ervaring met meisjes heeft. Toch voelt het deze keer anders. Maar als de relatie steeds inniger wordt, kruipt Jutta in haar schulp en maakt ze de relatie onmogelijk. In eenvoudig, mooi proza wordt de ontluikende liefde tussen Jutta en Anton met veel gevoel weergegeven. Elk hoofdstuk over Jutta's ervaringen wordt afgewisseld met Antons versie van dezelfde gebeurtenissen. Zo wordt het duidelijk hoe misverstanden kunnen ontstaan en dat jongens anders denken dan meisjes. Het onderwerp, de verlatingsangst van Jutta veroorzaakt door het plotseling weglopen van haar vader, is een duidelijke probleemstelling. Net als de verhaalopbouw, recht toe recht aan met een enkele terugblik. Vooral de vrijscènes zijn zonder modieus of grof taalgebruik: eerlijk, ontroerend en herkenbaar voor jonge mensen. Ruime bladspiegel. Foto-omslag van een meisje dat toekijkt hoe een jongen met een mes een punt aan een stok snijdt. Vanaf ca. 13 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.