Oog en geest : een filosofisch essay over de waarneming in de kunst
Maurice Merleau-Ponty
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo, cop. 1997 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.2 MERL |
Magazijn |
Kok, cop. 1986 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.9 MERL |
31/12/2010
Het indrukwekkende Phénoménologie de la perception vormde in 1945 samen met het eerder geschreven La structure du comportement de tekst waarop de 37-jarige Merleau-Ponty promoveerde tot doctor. De auteur werd hoogleraar te Lyon en aan de Sorbonne. Toen hij in 1952 Bergson opvolgde aan het Collège de France, bezette hij de meest prestigieuze leerstoel in de wijsbegeerte.
Het boek neemt een centrale plaats in binnen de fenomenologische wijsbegeerte. Husserl introduceerde de beweging door te pleiten voor een terugkeer tot de verschijnselen zelf. Dit betekende enerzijds dat het essentiële vanuit de abstracties weer op de voorgrond moet kunnen treden. Anderzijds moet het kennende en waarnemende bewustzijn abstractie maken van de eigen individuele eenzijdigheden om te komen tot een zuiver bewustzijn voor wie de essentie van de dingen kan verschijnen.
Merleau-Ponty leerde het denken van Husserl grondig kennen tijdens zijn verblijf aan het befaamde Husserl-Instituut van de Leuvense Alma Mater. Nochtans is zijn filosofie geen uitleg, herhaling of verfijning van Husserl. Mede onder invloed van Heidegger, de grote leerling van Husserl en misschien de origineelste denker van de twintigste eeuw, legde Merleau-Ponty de aandacht op de heel concrete leefwereld waarin de mens lichamelijk existeert. Door deze verschuiving is de fenomenologie zeer bestaansbetrokken geworden en spreekt men terecht over de existentiële fenomenologie. De analyse van het 'être-au-monde' als het zeer lichamelijke bestaan in een wereld die is zoals die is, heeft dan ook veel mensen aangesproken.
Enkele opmerkingen over centrale passages uit dit boek kunnen laten vermoeden wat er op het spel staat. De titel suggereert een discussie met de waarnemingspsychologie. Merleau-Ponty vertrekt inderdaad van een vlijmscherpe kritiek op het gebruikelijke onderscheid tussen minder en meer objectieve gewaarwordingsprikkels, die vervolgens zouden worden samengevoegd tot een waarneming. Tegen de empirische en intellectualistische psychologieën in, waarin uiteindelijk een objectiverende houding wordt aangenomen, stelt hij dat er van meet af aan sprake is van de waarneming van een zinvol geheel. Wat verschijnt, verschijnt onmiddellijk binnen een veld van zinservaring. Deze stelling binnen de waarnemingspsychologie wordt mogelijk gemaakt door de visie op lichamelijkheid. De lichamelijke betrokkenheid op de wereld is geen secundair kenmerk van een abstract kennend subject. De mens is daarentegen lichamelijk op de wereld gericht en in de wereld aanwezig. Het bewustzijn is altijd een lichamelijk bewustzijn. Denken is altijd lichamelijk denken. Mooie bladzijden over de seksualiteit tonen aan dat het lichaam van de mens verschijnt als een door en door geseksualiseerd en expressief wezen. Het is ook vanuit de lichamelijkheid dat de intersubjectieve relatie benaderd kan worden. De ander is altijd een aspect van de wereld waarin ik betrokken ben, maar ook ik maak deel uit van de wereld waarin de ander betrokken is. Door de lichamelijkheid is een gedeeld bestaan in de wereld mogelijk, die 'co-existentie' wordt genoemd. Verschillende vormen van mimetisch of nabootsend gedrag zijn hier een illustratie van. De immersie van het bewustzijn in de lichamelijkheid en hierdoor in de wereld impliceert uiteraard dat elke waarheid en zinservaring ambigu is. Een objectief en neutraal gezichtspunt buiten de werkelijkheid is niet mogelijk. Taal is altijd een expressie van een concrete existentie; de vrijheid is altijd een gesitueerde vrijheid, nooit een absolute. De gedeelde lichamelijke relaties zijn steeds dubbelzinnig.
Deze radicale stellingen betekenen een ernstige aandacht voor de werkelijkheid zoals die verschijnt en waarin de mens verschijnt in zijn lichamelijke gesitueerdheid. Elke zinservaring is hierdoor voorlopig en tijdelijk. Merleau-Ponty koppelt zijn fenomenologie dan ook niet aan harde politieke stellingnames zoals Jean-Paul Sartre. Deze sympathiseerde sterk met het communisme, dat in het voetspoor van Marx uitging van een autonome historische ontwikkeling die zich volgens dialectische principes noodzakelijk zou voltrekken. Tegenover dit absolutisme meent Merleau-Ponty dat de actuele existentie in de tijd betekent dat het verleden en de toekomst nooit alleen dialectisch kunnen worden begrepen en gestuurd, maar enkel vanuit de wereldbetrokken en lichamelijke existentie.
Mijn notities maken duidelijk dat Fenomenologie van de waarneming een zeer belangrijk, maar ook complex boek is. Merleau-Ponty stelt een grote traditie aan benaderingen in de psychologie en de filosofie ter discussie en hij ontwikkelt ook een nieuwe visie, die al een grote invloed heeft gehad, maar waarvan nog steeds nieuwe mogelijkheden openliggen. Ik wijs op slechts enkele daarvan. De interpretatie van de ander en de lichamelijkheid opent bijvoorbeeld perspectieven voor een dialoog met de visie van Levinas op de alteriteit en op de ambiguïteit van de erotiek. De benadering van het denken dat lichamelijk geïncarneerd is, biedt dan weer de mogelijkheid om de zinservaring van personen met dementie beter te begrijpen. De zinservaring die geïmpliceerd ligt in de waarneming, stelt de psychologieën in vraag die het brein begrijpen vanuit artificiële intelligentie. Verder betekent de ambiguïteit van de zinservaring een scherpe kritiek op absolute waarheidsaanspraken van ideologieën.
Fenomenologie van de waarneming is een geniaal werk, maar om het te kunnen lezen moet je wel beschikken over een grondige filosofische voorkennis en enkele lange vrije dagen. Wie minder vertrouwd is met de fenomenologie kan eerst grondig het voorwoord lezen, allicht een van de beste teksten over de Franse fenomenologie. Daarnaast kan men ook de schitterende Eloge de la philosophie lezen, de inaugurale rede die Merleau-Ponty hield bij de aanvaarding van de leerstoel aan het Collège de France. Een Nederlandse vertaling is hiervan beschikbaar (Lof der wijsbegeerte).
Fenomenologie van de waarneming is een herwerkte editie van de eerdere vertaling uit 1997. De opname in de reeks 'Grote Klassieken' doet het werk de eer aan die het verdient: een linnen kaft met mooie stofwikkel, een verzorgde druk met een aangename bladspiegel op kwaliteitspapier, een leeslintje. Uiteraard bevat het boek een adequate bibliografie, notenapparaat en een index (van de hand van Merleau-Ponty zelf). De oorspronkelijke paginanummering is opgenomen in de kantlijn. [Luc Anckaert]
Dr. D.G. van der Steen
Dit hoofdwerk van de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty verscheen in 1945. Het werd voor het eerst in het Nederlands vertaald in 1997 en die vertaling verschijn nu opnieuw in de onvolprezen reeks 'Grote Klassieken'. Merleau-Ponty was een fenomenoloog. In het voetspoor van Husserl en Heidegger werkte hij aan de oplossing van een oud en uitermate belangrijk wijsgerig probleem: het probleem van de waarneming. Het lijkt zo eenvoudig: als ik iets waarneem, dat is er een subject, dat waarneemt en een object, dat waargenomen wordt. Maar deze al te simpele tweedeling van Descartes ziet volledig over het hoofd hoe belangrijk de rol van het subject is bij de constructie van dat object. Met name de rol van het lichaam daarbij is door Merleau-Ponty uitvoerig geanalyseerd. Dat was nieuw, destijds, en het is nog steeds actueel en in hoge mate relevant. De vertaling is zorgvuldig. De inleiding is wel heel erg beknopt. Met eindnoten, literatuurlijst en namenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.