De Egyptische
Philippe Bonifay
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Aanwezig |
Dupuis, 1994-2007 |
3 |
VOLWASSENEN : STRIPS : FRAN |
Aanwezig |
Dupuis, 1994-2007 |
2 |
VOLWASSENEN : STRIPS : FRAN |
Aanwezig |
Dupuis, 1994-2007 |
1 |
VOLWASSENEN : STRIPS : FRAN |
31/12/2008
De driedelige reeks 'Zoo' heeft een lange ontstaansgeschiedenis achter de rug. Eind jaren '80 begon tekenaar Frank Pé aan wat zijn magnum opus moest worden; hij riep daarvoor de hulp in van scenarist Philippe Bonifay. Pas in 1994 verscheen het eerste deel omdat Frank zich een nieuwe tekenstijl en inkleuringtechniek eigen moest maken. Ook het uitgebreide documenteren van het verhaal maakte dat Frank pas het laatste jaar echt aan tekenen kon beginnen. Maar daarmee was de zaak nog niet rond. Het duurde nog zo'n dertien jaar voor de reeks voltooid werd, maar Frank werkte intussen ook aan andere projecten. Alle drie de delen werden eind 2007 uitgegeven in de reeks 'Vrije Vlucht' van Dupuis. Er werd echter geen enkele referentie naar de lange en moeilijke bevalling opgenomen. Op de covers vinden we telkens een samengestelde compositie die indirect refereert aan het type tekeningen die Frank maakt voor de regelmatig opgevoerde life act rond de reeks 'Zoo', waarbij hij zich uitleeft in brede muurfresco's terwijl Bonifay het verhaal vertelt en muziek voor de nodige sfeerschepping zorgt.
De reeks zelf draait rond een fictieve zoo in een Normandisch dorpje voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op de schouders van de plaatselijke arts Célestin rust de zware taak om het landhuis en het dierenpark, waarmee zijn grootvader begonnen was, in stand te houden als een harmonische plek waar mens en dier vredig naast elkaar leven. Behalve dieren verzamelt hij ook gaandeweg mensen die zich in zijn park kunnen ontplooien, ver van de boze buitenwereld. De wat simpele maar erg sensuele wees Manon, zelf in zekere zin meer dier dan mens, krijgt in het dierenpark een nieuwe thuis. Naarmate ze opgroeit, wordt ze onvoorwaardelijk verliefd op Buggy, de inwonende kunstenaar, die met zijn tekeningen en dierensculpturen de bevolking van het dierenpark explosief doet toenemen. En dan is er nog Anna, afkomstig uit het animistische Siberië, waar ze in een bloedstollende openingsscène haar geliefde, zijn tamme beer en haar neus verliest; volgens het plaatselijke volksgeloof de zetel van de ziel. Verstoten vindt ze na heel wat omzwervingen met een behulpzame zigeunerfamilie onderdak in de zoo van Célestin, waar ze in de vacht van de beer Hector haar verscheurende verlies kan verwerken.
Het pastorale beeld dat van de zoo opgehangen wordt, is echter gedoemd te verdwijnen. Het kleurenpalet van de vrolijkere scènes moet steeds vaker wijken voor de donkere beelden die op de Eerste Wereldoorlog vooruitlopen of het slagveld in al zijn verschrikkingen verbeelden. Het morele gevoel van Célestin reikt verder dan de zoo en het aangrenzende dorp, hij wil er uiteindelijk ook zijn voor eenieder die de wereldbrand moet ondergaan. Manon, die het al moeilijk heeft als een pasgeboren dier in de zoo het niet haalt, verkeert in alle staten als Célestine naar het front vertrekt en uiteindelijk als vermist wordt opgegeven. Het is Anna die intussen het roer in handen neemt, de zoo runt en uiteindelijk als een spookachtige verschijning door het desolate niemandsland van de oorlog dwaalt om Célestin terug te vinden.
Ondanks het tragische einde zegt Frank in een interview in 'ZozoLala' (ZL79) dat hij een romantisch verhaal brengt. Niet de Franse romantiek van liefde en dood zoals bij de reeks 'Samber' van zijn oude vriend Yslaire, maar de Duitse romantiek, gefascineerd door de natuur en het leven. Dat komt bv. sterk tot uiting in een liefdesscène tussen Manon en Buggy, waarin hun lichamen zich niet enkel met elkaar verstrengelen maar ook met de natuur waarin ze rollebollen. Een liefde die zich bij momenten trouwens als een aan het dierlijke grenzende passie manifesteert. Naast romantiek is het verhaal doordrongen van zware emoties die volgens Frank terug te voeren zijn op zijn fascinatie met de Russische mystiek, die o.m. op de cineast Tarkovski teruggaat. Vandaar dat het op het eerste gezicht wat doelloze verhaal uiteindelijk draait rond de spirituele ontwikkeling van Anna, "die door een dal van ellende moet om vervolgens als een sterker en verlichter mens uit de pijn en verdriet te kunnen oprijzen. Dat is een weg, waarvan ik geloof dat hij moet worden afgelegd." Een soort inwijdingsverhaal dat ondanks de sterk oplopende emoties wars is van pessimisme. Daarom gaat Frank niet zo ver als Tarkovski, die stelt dat de mens de weg kwijt is die de natuur hem gegeven heeft. Hoewel dat inzicht wel nazindert in het Siberische volksverhaal waarmee de reeks opent, waarin een witte wolf haar ziel verliest aan de gedomesticeerde honden.
Voor de vormgeving van zijn fictieve landgoed met dierentuin heeft Frank zich o.m. laten inspireren door het kasteel van Elbeuf (Rouan), de oudste zoo's van Europa (Berlijn, Antwerpen) ? alle van de periode 1840-1844 ? en de koninklijke serres van Laken (1873). Gebouwen die qua bouwperiode goed kunnen aansluiten bij de vage datering van de Normandische zoo, waarvan de oudste gebouwen door de grootvader van Célestin opgericht werden. Wat gebeeldhouwde dieren betreft, kent de zoo van Antwerpen een lange traditie van animaliers die in de dierentuin inspiratie kwamen opdoen (ook vandaag fungeert de zoo een beetje als een openluchtmuseum van dierenbeelden). Een van de bekendste is ongetwijfeld Rembrandt Bugatti die van Parijs naar Antwerpen verhuisde om de meest unieke dierencollectie van die tijd te verbeelden vanuit een atelier naast de dierenverblijven. De kunstenaar Buggy lijkt gemodelleerd naar de gevoelige kunstenaarsziel van Bugatti, die sterk gebukt ging onder het leed van de Eerste Wereldoorlog (Bugatti was brancardier) en uiteindelijk zelfmoord pleegde. De dierentuin was de enige plek waar hij troost kon uit putten. Maar ook de beeldhouwer Rodin is herkenbaar in de output van Buggy, zowel de beelden van dieren als de vele naaktsculpturen van Manon.
Het tijdskader en de architectuur mogen dan kloppen, de dieren krijgen hun plaats in functie van de moderne opvatting dat dierenverblijven de natuurlijke leefomgeving moeten nabootsen. De dieren worden dan ook niet soort per soort achter stevige tralies gekooid, zoals het vroeger gebruikelijk was. Maar Frank benadrukt dat voor de rest de dieren realistisch worden weergegeven. "De dieren lopen er niet los rond. Men kan als oppasser gewoon met een beer omgaan. Ik heb niet een soort paradijsje willen schetsen, waarin het lam en de leeuw gebroederlijk naast elkaar liggen. De enige fout die ik gemaakt heb, is dat ik ergens een Zuid-Amerikaanse vogel buiten laat vliegen. In het echt moet hij in een verwarmde kas gehouden worden. Verder is echter alles tot in detail geverifieerd. Zelfs de kleur van het voedsel dat de miereneters krijgen, klopt." Toch wordt de mens-dierrelatie hier veel te rooskleurig voorgesteld. Alsof ze door dieren is opgevoed, gooit Manon zich bv. zonder remmingen in de armen van een volwassen beer voor een lekkere knuffel. Dat maakt dat je de idyllische scènes met enige scepsis bekijkt.
Met 'Zoo' haal je in elk geval een subliem getekende en met gevoel ingekleurde reeks in huis. Verhaalmatig moet de striplezer zelf heel wat gaten invullen, wat de indruk kan wekken dat alles zich bij momenten in een idyllisch vacuüm afspeelt. Maar zoals hierboven betoogd, zijn er heel wat elementen en ontwikkelingen die ook op dat niveau van 'Zoo' een sterke trilogie maken. Gezien het belang van de spirituele ontwikkeling en voor een beter begrip van de reeks moeten de verschillende delen in hun onderlinge samenhang gelezen worden. [Kris van Zeghbroeck]
Ruud Booms
Twaalf jaar na het eerste en zeven jaar na het tweede wordt met het derde deel het stripdrieluik over de teloorgang van een negentiende-eeuwse dierentuin, ergens in Normandië, afgesloten. De Eerste Wereldoorlog heeft de verhoudingen binnen de vredige microkosmos van de dierentuin ernstig verstoord. Van de beheerder, een arts aan het front om gewonden te verzorgen, ontbreekt elk spoor. Binnen de excentrieke gemeenschap werpt de mysterieuze Russische vrouw, wier neus is verminkt, zich op om de verdwenen arts op te sporen. Zij volgt een eindeloos spoor van bloed en geweld tot in de krochten van een getraumatiseerde verloren wereld. Op een geserreerde bijna afstandelijke wijze wordt het in zichzelf gekeerde milieu geschetst. De grafische vorm en inhoud zijn van een uitzonderlijke gaafheid. Elke sfeertekening is doordacht; afwisselend bruine en koele tinten overheersen en benadrukken de afschuwelijke gebeurtenissen van de Grote Oorlog. De emotionele lagen van dit mythische verhaal worden door de grafische kracht vol compassie blootgelegd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.