De randen : roman
Angelo Tijssens
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
B&L, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : TIJS |
Dirk Leyman
us/ug/03 a
Nee, het was geen vrolijk stemmend romandebuut dat Angelo Tijssens (38) met De randen (2022) op de wereld losliet. Een door angst getekende jeugd en een prangende zoektocht naar liefde en vrijheid van een gay man die in de kluisters van zijn verleden gegijzeld bleef. Toch brandde er veel onderhuids vuur in het uiterst sober geschreven boek.
De coscenarist van Lukas Dhonts succesfilms Close en Girl en theatermaker bij Onroerend Goed, die met De randen de Bronzen Uil-shortlist bereikte, zoekt ook in zijn tweede roman niet bepaald de lichtheid op. In Het einde van de straat dondert op de eerste pagina's een jongen in een stadspark uit een boom. Wat verderop in het boek wordt de ik-verteller bruusk fysiek belaagd aan een bushalte. Dat laatste element kennen we uit de werkelijkheid: Angelo Tijssens schreef eerder zelf hoe hij, gehuld in een opvallende roze jas, aan het einde van zijn eigen straat door drie mannen werd geattaqueerd. En hoelang dat in zijn lijf en leven doorzinderde.
In een interview in De Standaard benadrukte Tijssens hoe hij de gebeurtenis een plek wou geven: "Ik wil laten zien wat de immense impact is geweest van een scène die van de overkant van de straat enorm banaal moet hebben geleken. De aanval past bovendien in wat ik wil vertellen en bevragen met dit boek: hoe kijken anderen naar mij en wat zijn de gevolgen daarvan?"
Maskerade
Tijssens' tweede roman oogt alleszins ambitieuzer en gelaagder van opzet, al blijft hij zijn gefragmenteerde vertelritme met korte, spaarzame zinnen resoluut trouw. Toch neemt hij de tijd om zijn kaarten uit te spelen. Vanaf de eerste pagina's heerst in Het einde van de straat een diffuus onbehagen.
De ik-verteller, een talentvolle maar aarzelende schilder, banjert enigszins verweesd en stuurs door de dagen. Het besef rijst dat hij geïsoleerd raakt in zijn huwelijk. Zijn echtgenoot Nicolas, met wie het ooit zo spetterend begon, is een afwezige workaholic. Bovendien betrekken ze langdurig het huis van zijn bezorgde schoonouders, in een verkavelingswijk van een 'schijnbare alledaagsheid, alsof de relaxte vriendelijkheid niet meer is dan een maskerade, een vermomming'.
Er wordt gegluurd vanachter gordijnen, de sociale controle is intens. 'Niets kan hier zonder dat iemand het ziet en toch, ik ben er zeker van: mocht ik hier liggen doodbloeden, zou er in de appgroep alleen worden geklaagd over de bloedrode vlekken op het asfalt.' Mist hij de stad? De tijd glipt intussen door de vingers, 'met dat geschilder waarmee maar niets lijkt te gebeuren, met de jaren die voorbijglijden als blaadjes in een beek - achteloos en onvermijdelijk onderweg naar het einde, naar een uitgestrekte zee'. Geen wonder dat zijn galeriste hem toevertrouwt: 'Jij hebt een soort tristesse in je kijken, heel-erg-niet-van-deze-eeuw.'
Tijssens laat de ontheemding geniepig om zich heen grijpen, terwijl de verzengende zomerhitte ook bijdraagt tot de onverkwikkelijke atmosfeer. Het koppel drijft verder van elkaar weg, wat overblijft zijn nog een aantal automatismen. 'We werden elkaars huisdier, hij en ik.' En wat voert Nicolas overdag precies uit? Hij zou zelfs 'een spion in de Koude Oorlog kunnen zijn', denkt de ik-verteller. Zelfs de sporadische bezoekers en binnenvallende vrienden brengen amper lucht. Tot er in hun beider levens emotionele insluipers opduiken. Nicolas wordt verliefd op een vrouwelijke collega op het werk - tenminste, dat beweert hij - terwijl de jonge schilder gefascineerd raakt door een pakketbezorger. Enkidu poseert gewillig, er broeit wat. Of wordt het toch in de kiem gesmoord?
Vanaf dat moment raakt de roman in een stroomversnelling. Het knappe is hoe Tijssens - zonder opdringerigheid - haarfijn hun positie als twijfelend homokoppel onderzoekt. Hoe zij, twee mannen, zich toch steeds tot 'de norm' moeten verhouden. Ook de werkverslaving van Nicolas past in dat plaatje, ter wille van zijn ouders. 'We moeten een wereld voor ons uitvinden, omdat hij niet voor ons bedoeld is.' Tegelijk voel je hoe gehavend de schilder is en blijft, en hoe Nicolas de impact van de aanval te instrumenteel heeft ingeschat.
Dat er ook van de buitenwereld een manifeste dreiging uitgaat, zorgt aan het slot voor een kille spanning, met meer dan een knipoog naar het klimaatthema. Toch gloort er hoop. Worden Nicolas en de schilder weer de 'curator van hun eigen leven'?
Opnieuw stript Tijssens zijn taal tot een kaal sculptuur à la Alberto Giacometti en werkt hij met veel kortaangebonden dialogen, losse fragmenten en terugkerende motieven - de lasagne, de tuingeuren, de schildersstoel, ramen, het verlangen naar 'verdwijnen', het troosteten ('Mijn broeken knellen gauw wanneer de hemel zwaar wordt'). Al kun je als lezer weleens geënerveerd raken door die salvo's aan tiktakkende zinnetjes. Soms is de taal té uitgepuurd of verzandt ze in banale, overbodige vaststellingen. Niet altijd treft hij raak met de gekozen beelden, zoals hier over een gebit: 'Een van zijn tanden staat voor alle andere alsof hij net de rest voorbijholde omdat er een nieuwe kassa openging.'
Toch heeft Tijssens met Het einde van de straat een voldragener, knap opgebouwd boek geschreven, met een rijk palet aan thema's en zintuiglijke sensaties. Wees ook verguld met de aansprekende vormgeving van deze roman, zich elegant onderscheidend van het vele goedkoop ogende haastwerk dat tegenwoordig het licht ziet.
Borgerhoff & Lamberigts, 249 p., 24,99 euro.
Bookarang
Een eigentijdse psychologische roman over een jonge schilder die worstelt met zijn huwelijk, zijn identiteit en met sociale verwachtingen. Een pasgetrouwde man verhuist met zijn echtgenoot naar het huis van zijn schoonouders. Ondanks de rust en het comfort van de woning, worstelt hij met deze nieuwe realiteit. Hij voelt zich gevangen in sociale structuren die niet voor hem lijken te zijn gemaakt. Terwijl zijn huwelijk onder druk staat en het huis en zijn bewoners gebukt gaan onder een verzengende hitte, probeert hij grip op zijn leven te krijgen door zijn ervaringen uit te drukken in zijn schilderijen. In licht poëtische stijl, met modern taalgebruik en vanuit de ik-vorm geschreven, opgedeeld in korte tekstblokken. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Angelo Tijssens (1986) is o.a. auteur, scenarioschrijver, acteur en kunstenaar. Zijn debuutroman ‘De randen’ (2022) werd genomineerd voor De Bronzen Uil en de Franse Prix du Roman Gay. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.