Moderne natuur : aantekeningen uit een tuin aan de rand van het bestaan
Derek Jarman
Derek Jarman (Auteur), Henny Corver (Vertaler), Nico Groen (Vertaler), Olivia Laing (Inleider)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Das Mag Uitgevers, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : JARM |
Kaat Schaubroeck
ru/eb/03 f
“Maar de narcis, als de narcis toch weer eens met de lente mocht komen, ik zou er aardbeien bij mijn kerstpudding voor eten.” Wat kon Derek Jarman (1942-1994) prachtig op zijn paard zitten. In de ochtend van 7 februari 1989 heeft hij in zijn tuin in Dungeness vijftig narcissen geteld - allemaal nog in de knop - maar in de bloemenwinkels staan de geforceerde planten al weken in bloei. Net zoals er her en der aarbeien in de etalages liggen. Zelfs de mandarijntjes houden zich niet meer aan de hun toebemeten tijd. Je hoort hem grommen tussen de lijnen van zijn Moderne natuur.
Natuurlijk deden de seizoenen ertoe voor Jarman. Lang voor hij kunstenaar, schrijver en regisseur werd, was hij al bezeten van tuinen. Toen hij vier was, kreeg hij van zijn ouders het boek Beautiful flowers and how to grow them . Als kind won hij elk jaar vijf schilling met zijn tuintje, en op de kostschool ging het paradijs open toen hij tussen de viooltjes zijn eerste seksuele ervaring met een jongen had. Hij noteert: “Als het allemaal anders was gelopen, weet ik zeker dat ik hovenier zou zijn geworden in plaats van een enthousiaste amateur.”
Moderne natuur, geschreven van januari 1989 tot september 1990, is het dagboek van zijn dagen als “enthousiaste amateur” in Prospect Cottage, zijn vissershuis in Dungeness, waar hij zijn iconische tuin op de natuur veroverde. De stormen beukten er zo woest dat planten werden meegesleurd en de golven juttersmateriaal neergooiden - een eeuwigdurende uitruil. Maar de rozen moesten en zouden er bloeien.
Het is een hardnekkig misverstand dat Jarman zo'n man was van de juiste plant op de juiste plaats. Natuurlijk, hij schikte in zijn tuin nauwgezet het wrakhout en de vuurstenen die hij aan het strand had gevonden, maar evengoed liet hij de wind gele hoornpapaver, zeekool en slangenkruid zaaien, of anders snaaide hij aan de kant van de weg wel iets mee. Jarman groef in zijn tuin ook kuilen tussen de stenen, gooide er compost en mest in, en ging keer op keer nieuwe planten bestellen: de tuin als een vorm van verzet, geloof, tovenarij. Irissen wilde hij, lavendel en vooral: rozen. Jarman grapte weleens dat een prins hem op een dag uit zijn doornen paleis zou moeten bevrijden.
Zo vergankelijk als de tuin was, zo breekbaar werden de dagen. Prospect Cottage gooide Jarman steeds nadrukkelijker een vraag voor de voeten: hoeveel seizoenen nog? “Achter de façade is mijn leven een en al twijfel en onzekerheid”, schrijft hij op 11 november 1989. “Ik begiet de rozen en vraag me af of ik ze nog zal zien bloeien.”
Jarman had in 1986 de diagnose aids gekregen. Dat was toen nog een doodvonnis en een stigma. Informatie werd nauwelijks gegeven, onder meer doordat de nieuwe 'section 28' in de wet het scholen haast onmogelijk maakte om het nog over homoseksualiteit te hebben. Schone naalden waren taboe, condooms met glijmiddel waren er niet. Als Jarman een videoclip regisseert voor de Pet Shop Boys wordt dat in de krantentitel samengevat als: “Aidslijder regisseert pets.” Het hield Jarman niet tegen om het thema onder de aandacht te blijven brengen, en de hypocrisie van politici furieus te bekritiseren. “Politiek is een combinatie van alle zeven doodzonden én is de vergeten achtste.”
Lukrake zaden
Terwijl hij de eerste maanden van zijn dagboek nog vult met een haast encyclopedische kennis van bloemen en planten, doorspekt met herinneringen aan zijn kindertijd, escapades in Londen en het gepieker over zijn film The garden , wordt Moderne natuur ook een tijdsbeeld en een verslag van een naderende dood. Dat verslag is rauw, intiem en aangrijpend. Niet voor niets wordt dit dagboek al jaren gekoesterd, ook door schrijfster Olivia Laing, die de inleiding schreef bij de Engelstalige heruitgave van 2018.
Dat het dagboek nu voor het eerst naar het Nederlands werd vertaald, inclusief de inleiding van Laing, is dus goed nieuws. Die vertaling is liefdevol en secuur - op een enkel foutje na misschien (koningstoorts waar het koningskaars moet zijn, maar dat is muggenziften). Je kunt alleen maar dankbaar zijn voor zoveel zorg van de twee vertalers, Henny Corver en Nico Groen, die zelf aangeven dat ze geen groene vingers hebben.
Hoe kan het dan dat dit boek verder zo weinig plantenliefde uitstraalt? Anders dan in de Britse pocketeditie van 2018 bevat het geen beeldkatern. En dus helemaal géén foto's van die bijzondere tuin. Wat je wel krijgt, is een wikkel met zaden, voor “bloemen”, of (volgens de webshop van Das Mag) “veldplanten”. Menen ze het? Om wat lukrake zaden te mikken bij een boek dat zo secuur zijn planten beschrijft? Het is een al te plat marketingtrucje. Gemakzuchtig en stijlloos - alles wat Jarman niet was.
Wie de tuin dus wil zien, raad ik aan om te surfen naar de website van het Garden Museum in Londen, waar ze hun tentoonstelling van 2020 online hebben gezet. Of ga gewoon zelf naar de magische tuin, Dungeness ligt op een halfuurtje rijden van Folkestone.
Vertaald door Henny Corver en Nico Groen. Das Mag, 480 blz., € 32,50.
Oorspr. titel: 'Modern nature'
Sander Kollaard
ru/eb/24 f
Derek Jarman (1942) was een Engelse filmmaker, schrijver, schilder en beeldhouwer. Hij ontwierp decors en kostuums voor film en opera. Hij maakte muziekvideo's voor de Pet Shop Boys, The Smiths en Marianne Faithfull. Hij was tuinier: de door hem in kiezels aangelegde tuin aan de onherbergzame Engelse zuidkust, in Dungeness, is nog altijd een attractie. Hij was een uitgesproken activist voor homorechten en dus een fel tegenstander van Margaret Thatcher, die in 1988 wettelijk liet verbieden om 'homoseksualiteit opzettelijk te bevorderen of materiaal te publiceren met de bedoeling homoseksualiteit aan te moedigen'.
Toen Jarman in 1986 besmet bleek te zijn met het aidsvirus, besloot hij daar open over te zijn. 'Ik verfoei geheimen; voor de draad ermee, geen stiekem gedoe.' Het leverde hem nationale bekendheid op in een land waar - zoals in veel landen in die tijd - aids werd gezien als een homoprobleem en werd toegeschreven aan een losbandige leefstijl. Hij stierf, 52 jaar oud, in 1994.
Moderne natuur bestaat uit dagboekaantekeningen uit 1989 en 1990. Jarman wist dat hij zou sterven. Om zich heen zag hij vrienden en bekenden ziek worden en doodgaan, vaak op een ellendige manier. Hij vindt er, zo eloquent als hij is, nauwelijks woorden voor. 'Vandaag is mijn vriend Alan gestorven.' Zo blijven ziekte en dood in zijn aantekeningen lange tijd op de achtergrond. We zien glimpen. 'Ik begiet de rozen en vraag me af of ik ze nog zal zien bloeien.' Hij laat een testament opmaken. Hij heeft zo nu en dan klachten: nachtzweten, hoofdpijn. Hij valt af. 'Ik zie eruit als een vogelverschrikker.'
Maar dat is het wel. Wat we vooral zien, is iemand die uit alle macht leeft: schaarste maakt de tijd die hij heeft kostbaar. Hij reist heen en weer tussen zijn flat in Londen en het huis in Dungeness. Hij schildert en maakt films. Hij brengt tijd door met vrienden en verschijnt op televisie. Hij brengt nachten door op Hampstead Heath, waar hij zich thuis voelt tussen de dolende mannen. Soms komt het tot seks, maar vaak genoeg blijft het bij verhalen over seksuele escapades. Hij luistert er graag naar: 'Net als in vissersverhalen zijn het altijd knoeperds.'
Een groot deel van de aantekeningen gaan over Dungeness - het huis, de tuin en het landschap. Hij geeft geweldige beschrijvingen van het barre, kale kustgebied, niet veel meer dan een metersdikke laag kiezels, een paar huizen en vissersboten, op de achtergrond het gevaarte van een kerncentrale. Het weer heeft er vrij spel. Jarman beschrijft het voortdurende spektakel van zee en hemel, elk uur anders, zelden gewoontjes. Tijdens een storm zwaait de plafondlamp heen en weer, ligt de kamer vol stof en valt de elektriciteit uit. De wind rukt aan de houten planken van het huis: 'Tachtig jaar teer en verf lieten los met een knal als een geweerschot.'
Het is een wonder dat hij er een tuin weet aan te leggen. De algemene aanpak is om een kuil te maken in de kiezels, die vol te storten met compost, en in de compost te planten. Het is vallen en opstaan. Hij plant bijvoet, zeekool en sleutelbloemen. Hij neemt stekjes, geeft water en wiedt. Vogels en vlinders schieten toe. Maar geregeld laat het weer zich gelden met droogte, kou of een harde wind die zout zeewater meevoert. De planten zijn 'verschroeid door de zoute wind en staan er heel zielig bij'. Niet dat hij bij de pakken neerzit. Even later is hij alweer op weg naar de kweker voor een nieuwe roos.
Het huis in Dungeness heeft hij gekocht met geld uit de erfenis van zijn vader. Het tuinieren is een herontdekking na jaren van stadsleven en een balkonnetje waar hij hooguit wat geraniums kan houden. Maar sinds hij als 4-jarige een geïllustreerd boek heeft gekregen over bloemen en planten, is hij een enthousiast botanist. De geneeskrachtige werking van planten interesseert hem in het bijzonder. Klein hoefblad wordt aanbevolen tegen alle longklachten, schrijft hij, en is het hoofdbestanddeel van kruidentabak. 'Ook Plinius beval het aan: hij opperde het door een holle rietstengel te inhaleren en tussendoor slokjes wijn te nemen.' Al te serieus wordt hij niet: de planten in zijn tuin zullen hem niet redden, beseft hij. 'Als farmacopee schiet mijn tuin tekort.'
Geregeld dwaalt hij over het strand. Hij neemt langwerpige vuurstenen mee om de perken te markeren en decoreert de tuin met aangespoelde stukken hout, oude roeispanen en een roestig anker. Zo ontstaat inderdaad moderne natuur, een symbiose van bloei en verbeeldingskracht, in min of meer gelijke delen tuin en kunstwerk. Het is ook een moderne tuin door het besef dat zijn eigen, falende lichaam er een onderdeel van is. Dat is troostend. Zodra hij de tuin betreedt, schrijft hij, komt hij in een andere tijd terecht: cyclisch, een wereld van ontstaan, groei en verval, van zich herhalende seizoenen. Het bevrijdt hem van een lineaire tijd die onverbiddelijk naar het graf leidt.
De dagboekaantekeningen worden geregeld afgewisseld met herinneringen. Ook daarin spelen tuinen een grote rol. Zijn vader was piloot bij de RAF en dus reisde het gezin veel rond. In zijn vroegste herinneringen is er een idyllische tuin aan het Italiaanse Lago Maggiore. In Rome wonen ze vlakbij de Villa Borghese. 'Elk park droomt van het paradijs', stelt hij vast.
Zijn eerste seksuele ervaringen spelen zich af in een verwaarloosd park in de buurt van zijn kostschool. Hij vleit zich er neer met een ander jongetje, tussen de viooltjes, naakt, en ze strelen en betasten elkaar. Zijn metgezel beschrijft het resultaat als 'het zalige gevoel'. Ze beloven elkaar geheimhouding, want seks is zondig. Als hij op de slaapzaal wordt betrapt bij het masturberen, wordt hij voor zijn bed gezet, naakt en de erectie nog fier, en door een van de nonnen geslagen: 'De rotting zwiepte met duizenden jaren opgekropte christelijke haat.'
In maart 1990 - op ongeveer driekwart van het boek - slaat de ziekte harder toe en lezen we er meer over. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis vanwege aanhoudende diarree, koortsaanvallen, nachtzweten en moeite met ademen. Hij valt snel af: het gehobbel van de rolstoel waarin hij naar de onderzoeksafdeling wordt gereden, bezorgt hem pijn in alle gewrichten. Hij kan een boek over Jackson Pollock niet lezen, klaagt hij, 'het drukt te zwaar op mijn borst'.
Als hij eindelijk wordt ontslagen, is de opluchting groot. 'Terug naar huis, naar mijn tuin.' Eenmaal in Dungeness gaat hij meteen weer aan het werk. Hij schildert, maakt plannen voor een nieuwe film en werkt in de tuin. 'De zeekool is ontkiemd, de eerste knoppen verschijnen aan de rozen.' Hij blijft zich beroerd voelen en krijgt oogproblemen, maar weigert opgave. 'Ik wil dolgraag nog een paar zomers mijn tuin in leven houden.'
Het dagboek eindigt in september. 'Ik ben nu een halfjaar ziek', schrijft hij in de laatste zin. 'Ik ben negenenhalve kilo afgevallen en mijn scheermes boldert opnieuw over mijn gezicht.' Het is een treurig besluit dat een treurig boek suggereert, maar dat is het bepaald niet. In het zicht van zijn einde liet het leven zich bij Jarman des te meer gelden. Het boek getuigt op elke bladzijde van veerkracht, het bewonderenswaardige vermogen om altijd en overal een pleziertje te vinden, iets moois of interessants, vriendschap, een grap, iets om van te genieten. Zoals schrijver Olivia Laing het in haar ontroerende inleiding samenvat: zo 'gaan we allemaal, het donker uit en in; maar o, om zo gelaaid te hebben.'
Uit het Engels vertaald door Henny Korver en Nico Groen. Das Mag; 400 pagina's; € 32,50.
(ldm)
ua/an/30 j
*****
In 1986 kreeg de Britse filmmaker, beeldend kunstenaar en activist Derek Jarman (1942-1994) te horen dat hij seropositief was. Kort daarna kocht hij Prospect Cottage, een vervallen victoriaanse vissershut op het kiezelstrand van Dungeness, een landtong in het zuiden van het graafschap Kent. In 1989 besloot Jarman daarheen te verhuizen. Hij zou er tot aan zijn dood wonen. Hoewel de barre omgeving een 'steenwoestijn' is en voortdurend geteisterd wordt door de elementen, slaagde Jarman erin een lustig bloeiende tuin tot wasdom te laten komen: 'De grens van mijn tuin is de horizon.' Tot op vandaag is de tuin een horticultureel hoogstandje.
Over die tuin hield Jarman een dagboek bij, dat nu voor het eerst is vertaald. 'Moderne natuur' omspant een periode van twintig maanden, van 1 januari 1989 tot en met 3 september 1990. Jarman wil bijhouden hoe zijn tuin evolueert, maar ook en vooral zijn 'persoonlijke mythologie' neerschrijven door in zijn verleden te graven en het verloop van zijn fysieke aftakeling rigoureus bij te houden. Hoewel het dagboek geschreven is met de hete adem van de dood in de nek, getuigt 'Moderne natuur' van een enorme creativiteit en levensvreugde. Hij sublimeert het landschap van 'de Ness', zoals hij Dungeness noemt. Dat blijkt een onuitputtelijke inspiratiebron voor de schrijver én voor de regisseur. In Prospect Cottage heeft Jarman zijn strafste films gemaakt, 'Blue' en 'The Garden', maar 'Moderne natuur' is eveneens een hoogtepunt in zijn oeuvre. Al zijn obsessies komen erin aan bod: homoseksualiteit, het menselijk lichaam, politiek bewustzijn, religiositeit en de natuur.
Jarmans tuin is een schuiloord, een veilige haven en een pantheïstisch heiligdom. Meestal is hij alleen in Prospect Cottage, maar de vele bezoekers beuren hem op. De frequentste gasten zijn 'HB' (zijn partner Keith Collins) en Tilda Swinton, zijn levenslange hartsvriendin en fetisjactrice. In zijn nieuwe Eden legt de regisseur lijsten aan van de fauna en flora, zoekt hij de volkskundige betekenis van de planten op en beschrijft hij hun eventuele medicinale kwaliteiten. Nauwgezet noteert hij de tot de verbeelding sprekende plantennamen, zoals zeekool, koningstoorts, slangenkruid, akkerwinde en gaspeldoorn. Tussen de planten wemelt het van de hagedissen, knaagdieren en vlinders. Wanneer zijn immuunsysteem begint te falen, wordt zijn opsomming een stuk prozaïscher: AZT, rifampicine, pyroxidine, methamine, sulfadiazine, carbamazepin - de namen van zijn medicijnen.
De tuin symboliseert gaandeweg de vergankelijkheid waarmee Jarman steeds meer geconfronteerd wordt: 'Ik leef in geleende tijd.' Vastberaden en openhartig beschrijft Jarman de spreidstand tussen de idyllische secret garden enerzijds en de onafwendbare, nakende dood anderzijds. Het maakt van 'Moderne natuur' onwaarschijnlijk intense lectuur: 'Het idee dat je meer voelt dat je leeft als je weet dat je doodgaat, is een misvatting. Ik leef minder. Er is minder leven te leiden.' Helemaal door merg en been gaan de passages waarin Jarman in het ziekenhuis St Mary's is opgenomen en metamorfoseert in 'Sint-Derek van Dungeness, heremiet in de woestijn van het ziekbed'. 'Moderne natuur' is een stil makende meditatie, een louterende les in nederigheid, een stilistisch verfijnd loflied op het natuurlijke leven. De wereld heeft veel meer Jarman nodig.
Marnix Verplancke
em/ec/09 d
Twee vrouwen reizen naar een eiland in de Middellandse Zee. Het is de zomer van 2020 en omdat ze elk in een ander land wonen hebben ze elkaar door de coronacrisis vier maanden niet gezien. Hun eens zo bloeiende relatie is erdoor verwaterd en de vertelster is vast van plan ze op het eiland te beëindigen. Ze heeft er zelfs van gedroomd, van dat eiland, als de plek waar de knoop doorgehakt moet worden. Het is alleen wachten op het juiste moment, want ook al is de liefde uitgeblust, je wilt elkaar toch zo weinig mogelijk pijn doen. En dus holt de vertelster achter de goede momenten aan en wordt de breuk steeds opnieuw uitgesteld.
In het korte verhaal In de rij voor de nachtboot laat Saskia De Coster haar twee personages elkaar zowel psychisch als lichamelijk aftasten alsof het de eerste keer was. Vier maanden eenzaamheid heeft van hen andere mensen gemaakt, en of psyche en lichaam nog wel in overeenstemming te brengen zijn is nog maar de vraag. De twee vrouwen eten, drinken en verleiden. Op een dag huren ze zelfs een boot waarmee ze naar de rots varen waar de geliefde van de vertelster op haar achtste het drama van haar leven meemaakte. Samen met haar vader was ze daar geweest, in net zo’n bootje. Hij had een duik in zee genomen en was nooit meer bovengekomen. Urenlang had het meisje gewacht, tot een paar mensen het bootje hadden opgemerkt en haar hadden meegenomen naar het vasteland. Over dat verlies is de jonge vrouw nooit echt heen gekomen, merk je, en dat ze haar vriendin heeft meegenomen naar die betekenisvolle plek is geen toeval.
De Costers verhaal baadt in een zwoel-melancholische sfeer. Er gaat een subtiele warmte uit van dit boekje waarin de personages het vooral van kleine gestes en gebaren moeten hebben en een blik of een stilte soms meer zegt dan duizend woorden.
****
Confituur, 29 blz., gratis bij alle Confituur-boekhandels bij aankoop van minstens € 25.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.