De onderspitdelver
Thomas Bernhard
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
IJzer, © 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : BERN |
Carl De Strycker
i /un/08 j
Zegt een eindeloos ratelende man tegen de arts die bij hem op huisbezoek is: “de kunst van het luisteren is bijna uitgestorven. Maar bij u, dokter, neem ik die kunst nog waar.” De geneesheer is dan al een hele dag op ronde en heeft het een en ander moeten aanhoren.
Het verhaal in Verstoring wordt niet verteld door de arts zelf, maar door zijn studerende zoon die even terug naar huis is gekeerd omdat hij worstelt met de dood van zijn moeder en de zelfmoordpoging van zijn zus. Maar nog voor vader en zoon daar een gesprek over kunnen hebben, wordt de dokter opgeroepen. De zoon vergezelt hem dan maar op wat een hallucinante tocht zal worden langs een resem personages met steeds gruwelijkere lichamelijke en geestelijke aandoeningen.
Het begint met een gewonde cafébazin die aan haar verwondingen zal overlijden. Volgen onder anderen nog: een man met ondraaglijke hoofdpijn, een getraumatiseerde vrouw op haar sterfbed, een verlamde musicus die een soort monster is. De weg van zieke naar zieke wordt nauwer, het dal steeds donkerder; om de laatste patiënt te bereiken moeten ze de auto achterlaten en langs een gevaarlijke rotswand te voet naar een burcht. Daar wacht hen de raaskallende man met een niets of niemand ontziende monoloog.
Gekanker
Veel van wat de burchtbewoner te berde brengt is confronterend. Zo'n vaststelling dat er nog nauwelijks naar elkaar geluisterd wordt en dat je daar ondertussen een arts voor moet betalen, is herkenbaar. Of deze pijnlijk treffende observatie: “Als ik naar mensen kijk, kijk ik naar ongelukkige mensen (…) Allemaal mensen die met hun kwaal te koop lopen en daardoor van de wereld een komedie maken.”
Verstoring (1967), Thomas Bernhards tweede roman, valt uiteen in twee delen. Het eerste, waarin de stoet patiënten passeert, is een nog enigszins conventionele opeenvolging van scènes met dialogen en vertellerscommentaar. Als de eigenaar van de burcht het woord neemt, krijgt het verhaal de voor Bernhards proza en toneel zo kenmerkende vorm en stijl. De handeling lost op in een ziedende monoloog bestaande uit meanderende zinnen vol repetitieve elementen en associatieve gedachten. Als lezer word je meegezogen in het aan waanzin grenzende gekanker.
Dat is ook wat de dokter overkomt. De overdosis ziekte, dood, verval en ondergang, en het spervuur aan gestoorde opmerkingen en sardonische commentaren zijn verstorend. Hij is het “slachtoffer van een door en door zieke, zowel tot gewelddadigheid als tot krankzinnigheid neigende bevolking”, stelt de zoon vast. Uiteindelijk biedt het dagje meelopen met zijn vader het antwoord op zijn vragen over de depressieve gevoelens binnen het gezin.
Verstoring ontbeert de humor die het latere werk van Bernhard wel bezit. Het is zwartgallig, deprimerend en zwaar op de maag; het is storend, maar wel literair subliem gezaag.
Vertaald door Chris Bakker. IJzer, 224 blz., € 26,50. Oorspr. titel: 'Verstörung'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.