De kille nachten van de jeugd : roman
Tezer Özlü (Auteur), Hanneke van der Heijden (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Jurgen Maas, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : OZLU |
Besprekingen
Openhartigheid als een vorm van verzet
Catherine Vuylsteke
i /un/29 j
Tezer Özlü (1943-1986) schrijft als een avant-gardistische filmregisseur: zonder verhaal, met elkaar snel opvolgende beeldensequenties die vaak hun kracht ontlenen aan een tegenstelling: het vuur van een kachel leidt naar ijskoud badwater, rurale taferelen eindigen in een Istanbulse cinema.
Haar debuut, De kille nachten van de jeugd (1980), is een ware splinterbom. In kale zinnen worden opvallende herinneringen over de pagina's uitgestrooid, zonder dat de auteur zich bekommert om tijd of ruimte. Het associatieve proza charmeert met zijn eerlijkheid en zijn kernachtige samenvattingen, zoals over haar jeugd: “Ouders die elkaar niet liefhebben, geen seks hebben. Nonnen die met God trouwen. Familiebanden die in ons bloed zijn ingebracht. Vaderlandsliefde die in ons bloed is ingebracht, vaderland.”
Deze korte roman is de eerste van een vreemdsoortig autobiografisch drieluik. Niet wat ze doet of waar ze is geweest, deelt Özlü met de lezer, maar hoe ze zich voelt in een schijnbaar eeuwig nu. Daarin spelen dood en waanzin een belangrijke rol - op haar achttiende onderneemt Özlü een zelfmoordpoging, tussen haar twintigste en haar dertigste brengt ze vijf jaar door in de psychiatrie.
Niettemin valt de lichtheid op, en het spaarzame woordgebruik. “Ik word wakker, en zie een vuil kussensloop. Ik lees twee letters: PK. De associatie Psychiatrische Kliniek komt meteen in me op.” De dokters menen dat ze een bipolaire stoornis heeft; elektroshocks moeten haar beter maken. “Nachten komen erg vroeg in ziekenhuizen”, schrijft ze. “Maar ze lijken nooit te eindigen. De dageraad breekt nooit aan.”
De vrije liefde
De schrijver gelooft dat de psychiatrische inrichting haar juist zieker maakt, maar kan haar omgeving daarvan niet overtuigen, wat haar fundamentele gevoel van eenzaamheid nog versterkt. Dat Özlü stamt uit een kemalistische familie, blijkt al uit de eerste paragraaf van het boek. Vader “wil in het leven thuis een militaire discipline. Dat is duidelijk. Als hij het geld had, dan huurde hij misschien nog wel soldaten in die bij de deur op een bazuin konden blazen.”
Haar tienerjaren spendeert ze in Istanbul. Ze zit op het Oostenrijkse meisjeslyceum, waardoor ze Duitse vertalingen van westerse literatuur leest en al vroeg op reis gaat naar Wenen. Aan het begin van de jaren 60 lift ze met haar zus door Europa en na een intermezzo en een huwelijk in Istanbul komt ze eerst in Berlijn en daarna in Zürich terecht, waar ze op 42-jarige leeftijd overlijdt aan borstkanker. Ze heeft dan een dochter en is voor de derde keer getrouwd, nu met een man van wie ze echt houdt.
Zoals de meeste schrijvers van haar generatie is Özlü een vrijgevochten feminist. Maar waar het politieke leven buitenshuis bij de meeste van haar collega's een belangrijke rol speelt, concentreert zij zich op de druk binnenskamers, en vooral op de seksuele moraal die vrouwen wordt opgelegd.
Openhartigheid is haar vorm van verzet. “Jarenlang kan ik het mollige lijf van mijn nicht niet vergeten, (...) hoe we onze vagina's tegen elkaar wrijven en klaarkomen.” Wanneer ze schaamhaar krijgen, houden de vrijpartijen vanzelf op. “Het vergt jaren van inspanning om aan mannen te wennen, om van een mannelijk geslacht te houden.” Al blijkt dat wel mee te vallen: Özlü neigt meer naar de vrije liefde dan naar preutse schroom.
Het is merkwaardig dat we Özlü's werk niet kenden: haar debuut is in Turkije aan de 38ste druk toe, ze staat bij jongeren bekend als de 'melancholische prinses'. Of nog: als de atheïstische rebel voor wie authenticiteit boven alles stond. Jammer dat haar geen langer leven gegund was.
Vertaald door Hanneke van der Heijden. Jurgen Maas, 140 blz., € 19,90.
Bookarang
Een autobiografisch getinte literaire novelle (112 p.) over identiteit, verlangen en innerlijke strijd. Een jonge Turkse vrouw gaat van minnaar naar minnaar, van Istanbul naar Berlijn en Parijs en weer terug, en van psychiatrische inrichting naar psychiatrische inrichting. Haar verhaal speelt zich af in de boomgaarden van een kindertijd op het Turkse platteland en in de rokerige cafés van grote steden. De roman schetst een eerlijk en onconventioneel portret van de seksuele escapades en psychologische strijd van de verteller, en toont de botsing tussen haar ongebreidelde verlangens en een repressieve, snel veranderende maatschappij. Met overgave en in poëtische stijl geschreven vanuit het ik-perspectief van de verteller. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep. Tezer Özlü (1943-1986) was een Turkse schrijver. Ze schreef meerdere boeken. Haar werk wordt in meerdere landen uitgegeven. 'De kille nachten van de jeugd' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1980. Voor deze vertaling is de 35ste druk gebruikt, verschenen in 2018 bij Yapı Kredi Yayınları.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.