Museum van onvoorwaardelijke overgave
Dubravka Ugrešić
Dubravka Ugrešić (Auteur), Roel Schuyt (Vertaler), Niña Weijers (Inleider)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Nijgh & Van Ditmar, © 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : UGRE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : UGRE |
Olaf Tempelman
i /un/01 j
Een jaar geleden overleed Dubravka Ugrešic op 73-jarige leeftijd in Amsterdam. De laatste dertig jaar van haar leven bezat ze een Nederlands paspoort, maar een groot deel daarvan zwierf ze over de wereld. Haar werk is in meer dan dertig talen vertaald. In de steden waar ze kwam, zocht ze vaak naar de plaatselijke rommelmarkten. Een liefde voor afgedankte spullen paste bij een vrouw die zich bleef beschouwen als een auteur uit een afgedankt land, Joegoslavië.
Ugrešic verliet haar woonplaats Zagreb in de vroege jaren negentig toen ze op straat werd bespuwd omdat ze geen adhesie betuigde aan de nieuwe Kroatische staat waarin een virulent nationalisme alomtegenwoordig was. Het overspoelde haar op haar werk op de universiteit en het bleek vrienden van wie ze dat nooit had verwacht in zijn greep te kunnen krijgen. Een terugkerend thema in haar latere werk werd het onvermogen anderen te kennen. Zelfs van de mensen die ons jarenlang omringen, blijken we als het erop aankomt verrassend weinig te weten.
Zoals Ugrešic weigerde blij te zijn met een Kroatisch paspoort, zo weigerde ze de taal waarin ze bleef schrijven 'Kroatisch' te noemen: voor haar bleef het Servo-Kroatisch - een taal is niets anders dan een dialect met een leger en politiemacht. Na haar vertrek beschouwde ze zichzelf als een ontheemde auteur, als een vrouw van overal en nergens. Maar in het land waar ze een onderkomen vond en waar ze overleed, worden sinds haar dood inspanningen verricht om te voorkomen dat ze snel zal worden vergeten. Er is een Nederlandse biografie in de maak en bij Nijgh & Van Ditmar verscheen een nieuwe editie van haar laatste grote fictiewerk Baba Jaga legde een ei.
Of deze fictie zich als roman laat categoriseren, valt te bezien. Fictieve en non-fictieve elementen zijn hier niet minder verstrengeld dan in Ugrešic' essays. Weinig auteurs die zoveel genres aaneenregen en zoveel combineerden wat ogenschijnlijk niet te combineren viel.
De postume editie van Baba Jaga legde een ei wordt prachtig ingeleid door Niña Weijers. Haar introductie is zowel een eerbetoon aan Ugrešic' schrijverschap als een sterke analyse daarvan: 'Dubravka Ugrešic had de geest van een verzamelaar, en een uitstekend afgestelde intuïtie voor hoe alles, ook, of juist, als het leek op los zand, onderling met elkaar was verbonden.'
Baba Jaga legde een ei laat zich het kortst omschrijven als een werk waarin Ugrešic zich op de van haar bekende gevarieerde wijze buigt over de ouderdom, vooral die van de leden van haar eigen geslacht. 'Het is kenmerkend voor onze tijd dat mensen doodsbang zijn om oud te worden en obsessief hun best doen om het verouderingsproces te vertragen en hun leeftijd te camoufleren', laat zij een folklore-expert noteren in het quasi-academische slotdeel. 'Vooral de moderne vrouw kent bijna geen grotere angst dan oud worden.'
De overkoepelende figuur is Baba Jaga. Als westerlingen die naam kennen, is dat vaak van Moessorgski's beroemde compositie De Schilderijententoonstelling. Van Midden-Europa tot ver in Oost-Europa geniet Baba Jaga bekendheid als een heks die zich flink wat curieuzer gedraagt dan de doorgaans eendimensionale heksen van de gebroeders Grimm. Baba Jaga's huis is gebouwd op botten, ze kan vergroeien met meubilair en ze kan zich, afhankelijk van de folkloristische overlevering van de regio, bezondigen aan merkwaardige seksuele uitspattingen en kannibalisme.
Het woord 'baba' wordt in alle Oost-Europese taalfamilies gebruikt voor 'een oude vrouw die typisch oude-vrouwen-gedrag vertoont'. Ugrešic' folklore-expert noteert zogenaamd terloops: 'Overigens moeten we wel bedenken dat nog niet zo heel lang geleden bijna alle vrouwen er vanaf hun middelbare leeftijd als heksen uitzagen.'
Baba Jaga legde een ei begint autobiografisch, met een terugblik van Ugrešic op de laatste o zo eenzame levensfase van haar moeder in een flatje in Zagreb. Na de vroege dood van haar vader bleef ze daar achter zonder ooit nog een nieuw levensdoel te vinden. Magnifieke zin: 'De tijd verstreek en zij bleef op haar plek als een verkeersregelaar die op een verlaten kruispunt is blijven staan.'
Het centrale deel van Baba Jaga legde een ei is een postmoderne fabel waarin Ugrešic haar reputatie eer aandoet van een auteur die ook de treurigste zaken van het leven hilarisch kan opdienen.
Drie oude vrouwen uit Zagreb die stuk voor stuk reden hebben om droevig op hun leven terug te kijken - 'degene die het scenario van mijn leven heeft geschreven heeft bar weinig talent', is de formulering van een van hen - nemen daarin hun intrek in een geprivatiseerd Tsjechisch wellnesshotel in een voormalig kuuroord. De baas daarvan, dokter Topolánek, besefte 'in die eerste roerige, kapitalistische tijden dat je het makkelijkst geld kunt verdienen aan de menselijke ijdelheid'. Deze dokter Topolánek heeft een Bosnische masseur in dienst, Mevlo, die vooral geliefd is bij de oudere vrouwelijke klandizie omdat hij aan een Servische granaatinslag in de oorlog in 1992 een permanente erectie heeft overgehouden. Mevlo heeft gemengde gevoelens over dit unique sellingpoint: 'Ben ik een oorlogsprofiteur? Je kunt me beter een oorlogsinvalide noemen.'
In dit wellnesshotel loopt ook nog een Amerikaanse fabrikant rond van charlataneske producten die kopers het einde van hun veroudering of zelfs een tweede jeugd in het vooruitzicht stellen, van Power Maxx tot Carbo Boost en van Ultra Amino to CytoBurn. 'Mr. Shake had precies de fundamentele obsessie van onze tijd aangevoeld. Door het wegvallen van alle ideologieën was het lichaam de enige plek waar de menselijke verbeelding nog een toevluchtsoord kon vinden.'
Mr. Shake komt in het kuuroord om het leven als een van de oude dames uit Zagreb zonder expertise op de golfbaan een golfbal in diens mond slaat. Of was het geen ongelukkige bal maar hekserij waar Baba Jaga nog een puntje aan kan zuigen? Het is het begin van een ontknoping waarin Ugrešic aannemelijk maakt dat we, behalve van onze veroudering en onze dood, van verrassend weinig zeker kunnen zijn: 'Het is vreselijk maar waar: alles wat we over onze naaste medemens menen te weten, blijkt in een beschamend klein pakketje te passen.'
Milan Kundera schreef in Het boek van de lach en de vergetelheid over het onvertaalbare Tsjechische begrip litost, dat je zou kunnen omschrijven als een 'tragikomisch besef van de menselijke ontoereikendheid'. Maar geen auteur bij wie het treurige en het hilarische zo natuurlijk zijn verstrengeld als Dubravka Ugrešic. Je kunt beweren dat zij de koningin van de lach en de vergetelheid was.
Met een voorwoord van Niña Weijers.
Uit het Kroatisch vertaald door Roel Schuyt.
Nijgh & Van Ditmar; 372 pagina's; € 21,99.
00/00/0000
Oude mythen en moderne gebruiken
Samen met Slavenka Drakuli? is Dubravka Ugre?i? (°1949) een van de leading ladies in de Kroatische letteren. Toch zeker volgens het buitenland, waar ze met vele literaire prijzen werd getooid. Want Ugre?i? en haar geboorteland hebben (hadden) op z'n zachtst gezegd een haat-liefdeverhouding met elkaar, zeker in de turbulente jaren negentig. Toen in 1991 de Joegoslavische burgeroorlogen losbarstten en Servië en Kroatië een ultranationalistische koers gingen varen, was Ugre?i? een van de weinige kritische
intellectuele stemmen die luidop tegen de gang van zaken protesteerde. Haar boek De cultuur van leugens (1995) is een ontluisterende analyse van de mechanismen van een nationalistische dictatuur, zoals Tu?man en Milo?evi? die installeerden. Ugre?i?' uitspraken werden haar niet in dank afgenomen. Ze werd publiekelijk voor landverraadster uitgemaakt en in 1993 trok de toen in eigen land al gevestigde schrijfster naar het buitenland. Tegenwoordig woont ze in Amsterdam.
Daarmee kwam het thema ballingschap in haar boeken terecht. Op het einde van De cultuur van leugens zit ze in Berlijn, waar ze schrijft: 'Ik heb me aangesloten bij een stam waarvan de leden op dit moment over de hele wereld zijn verspreid'. En verder: 'Want het enige ding dat werkelijk enige waarde heeft, is een goede koffer'. In 1993 verscheen al een boek met de veelzeggende titel Nationaliteit: geen.
Ugre?i? schrijft speelse, postmoderne, vrouwelijke verhalen, vol literaire verwijzingen (vaak uit de Russische literatuur, haar specialiteit) die de vlotte stijl nooit hinderen. In recenter tijden verschenen erg relevante essaybundels van haar, Verboden om te lezen (2001) over de boekcultuur, en Niemand thuis (2007), onder andere over Europa en de Europese literatuur en over het verschil tussen Oost en West. Ze schreef ook de roman Ministerie van pijn (2005) over een Amsterdams universiteitsklasje van ex-Joegoslavische
bannelingen die samen herinneringen aan hun verloren land gaan verzamelen.
En nu is er dan Baba Jaga legde een ei, als onderdeel van de De Bezige Bij-reeks 'Mythen', waarbij bekende auteurs oude mythen in een nieuw kleedje steken. Hoe pakt Ugre?i? dat aan? Door in vier stappen voor een bevreemdende leeservaring te zorgen.
Eerst krijgen we in drie pagina's een beschrijving van 'kleine, lieve oude vrouwtjes', die eerst niet opvallen, maar als je op ze gaat letten, blijkt de wereld ervan vergeven te zijn. Het is een waarschuwing. In het tweede deel krijgen we een al te realistisch portret van de oud geworden moeder van de schrijfster (het ik-personage) ? Ugre?i?' moeder kwam al eerder aan het woord in Museum van onvoorwaardelijke overgave (1997). Omdat ze haar flatje in Zagreb niet wil verlaten, stuurt moeder haar dochter naar haar Bulgaarse geboortestad Varna, om er na te kijken wie en wat er nog overblijft uit haar jeugdjaren. Ugre?i? krijgt hoe langer hoe meer tegen haar zin gezelschap van Aba, een jonge Bulgaarse slaviste die Ugre?i?' moeder gezelschap houdt, Varna beweert te kennen en vooral een fan is van de schrijfster. De schrijfster ergert zich mateloos aan de kinderlijke en slaafse Aba en ook haar missie ? zoveel mogelijk foto's maken voor haar moeder ? is geen opbeurende opdracht. Eigenlijk gebeurt er niet veel in dit deel en de lezer glimlacht meewarig bij zoveel moeilijk gedialogeer tussen de schrijfster en Aba. De uitspraken en handelingen van de ziekelijke moeder zijn nu eens komisch, dan weer tragisch. Veel verder in dit boek lezen we over dit deel: 'De tekst heeft iets van een 'ziektegeschiedenis', van een anamnese van vergetelheid waarin tegelijk het hoofdthema wordt uitgewerkt: het verlies van het contact met het eigen bestaan.'
Het derde deel maakt het boek nog vreemder. Daarin maken we kennis met drie dames op leeftijd, Beba, Kukla en Pupa, die zes dagen doorbrengen in een chique Tsjechisch kuuroord. Daar ontmoeten ze allerlei figuren, avonturiers die men gewoonlijk aantreft in ex-socialistische transitielanden: Mr. Shake 'behoorde tot de "mensen van onze tijd", tot de juiste mensen op de juiste plaats en het juiste moment, waarmee onze huidige wereld overbevolkt is geraakt', een verkoper van lucht, iemand die 'even aan de postcommunistische markt [kwam] snuffelen'; Dr. Topolánek met z'n revolutionaire dromen: 'alleen speelde zijn revolutie, anders dan die van zijn ouders, zich af op een aanzienlijk lucratiever, mooier en zachter terrein: het menselijke lichaam'; Mevludin, een jonge Joegoslaaf uit Bosnië, die aan een Servische granaatinslag een eeuwige erectie overhield en nu in het kuuroord masseur van dienst speelde, met diensten als 'Massage à la Süleyman the Magnificent'; en een klein vreemd Chinees meisje Wawa, dat sommige woorden en zinnen achterstevoren uitspreekt.
Ondertussen houdt de auteur met rijmpjes, genre 'terwijl het leven afdrijft met de stroming mee, zet dit verhaal koers naar open zee', het verhaal strak in het gareel en de lezer stelt zich uiteindelijk nog maar één vraag: hoezo? Een opeenvolging van vreemde sterfgevallen en dei ex machina maken het er het allemaal niet zo duidelijk op. En toch blijft Ugre?i? onderhoudend in de conversaties, de uitweidingen over het communisme, de transitieperiode, het oude Joegoslavië, over man-vrouwrelaties, over ouder worden en de al te menselijke obsessie met jeugd en schoonheid. Haar personages zijn bovendien stuk voor stuk goede verhalenvertellers.
Komen we ten slotte bij het vierde deel, dat begint met een brief aan de redacteur die, net als de lezer, niet goed wist wat hij met de bovenvermelde delen aan moest en dus dr. Aba Bagay, specialiste in Slavische folklore, aanschreef met de vraag om verduidelijking. Die begint alvast met de nuchtere mededeling: 'als u echter even gegoogeld had...'. De lezer had al uit de achterflap begrepen dat Baba Jaga de heks uit de Slavische mythologie is die kinderen kidnapt en in een hutje woont dat op kippenpoten staat. Maar opdat we de eerste delen des te beter en anders zouden kunnen lezen, voegt dr. Aba Bagay (anagram van Baba Yaga) aan haar brief een uitgebreid hoofdstuk 'Baba Jaga voor beginners' toe. Dit niet zonder enkele wenken aan de lezer in haar brief zoals 'vanuit literair oogpunt is elke interpretatie als "legaal" te beschouwen. De literatuur kent geen goede of minder goede interpretaties, maar alleen goede en minder goede literaire werken.' En: 'het is aan u om dat te ontdekken'.
In 'Baba Jaga voor beginners' wordt de lezer (bewust) overstelpt met informatie over oorsprong, variaties, attributen, overleveringen van de mythe-Baba Jaga. Al dan niet expliciet wordt er bij wijze van illustratie verwezen naar de bovengenoemde delen van deze veellagige roman.
Maar hier gebeurt iets interessants. Plots wordt de wetenschappelijke tekst ook een aanklacht tegen allerlei uitwassen in deze moderne tijden die de vrouw vernederen en discrimineren. Heel slim legt de auteur verbanden tussen de oude mythen en moderne gebruiken. Ze geeft een rist voorbeelden van actuele verschijningen en interpretaties van oude mythologische elementen: de anti-Baba Jaga-industrie van de cosmetica en plastische chirurgie; van het drinken van bloed door heksen tot het verjongen van het lichaam door algehele bloedtransfusies; van de vagina dentata tot het Zuid-Afrikaanse antiverkrachtingscondoom Rape-aXe; van heksenklauwen tot dure manicure, van kromme heksenneuzen tot neuscorrecties.
Een opgekropte woede komt ten slotte in een prachtige finale tot explosie. Het is een opruiend startschot dat weerklinkt van Afghanistan tot de Amerikaanse pornostudio's. Op de laatste bladzijden leest men ook: 'In de terminologie van onze tijd kan Baba Jaga een "dissidente" worden genoemd, een verstotene'. Volgens Wikipedia werd Dubravka Ugre?i? in de jaren negentig door de nationalistische media van haar land meer dan eens een heks genoemd... [Sven Peeters]
Bookarang
Een magische roman met een eigenzinnige kijk op de eeuwenoude Slavische mythologie over de heks Baba Jaga. De roman verkent de mythe van Baba Jaga, een heks die kinderen kidnapt en in een hutje woont dat op kippenpoten staat. Maar wat heeft zij te maken met de reis die de auteur maakt naar de Bulgaarse stad Varna, de geboorteplaats van haar moeder? Of met een drietal oudere vrouwen die een week doorbrengen in een Tsjechisch kuuroord? Verschillende verhaallijnen komen in dit boek samen en vertellen een verhaal over ouder worden en de kracht van verhalen. In lichtvoetige stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Dubravka Ugrešić (Kutina, 1949 - Amsterdam, 2023) was romanschrijfster, essayiste en literatuurwetenschapper. Ze schreef vele boeken. Haar werk wordt in meer dan dertig landen uitgegeven en won meerdere literaire prijzen, zoals de Austrian State Prize for European Literature, de Heinrich Mann Prize en de Manès-Sperber-Preis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.