Weverbergh '30-'70 : herinneringen van een letterkundig omnivoor
Julien Weverbergh
Julien Weverbergh (Auteur), Leo de Haes (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Houtekiet, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : Nederlands 851.6 WEVERBERGH |
Bert Van Raemdonck
ru/eb/10 f
Voorjaar 2023. Een wakkere inwoner van Aalst zit doelloos naar buiten te staren, wanneer plots een bolvormig object aan het firmament verschijnt. In een kordate rechte lijn verplaatst het mysterieuze ding zich pijlsnel boven de stad, waarna het geruisloos weer uit het gezicht verdwijnt. Het bizarre fenomeen wordt zorgvuldig onderzocht door het Belgische ufo-meldpunt, dat de datum van het voorval noteert: 3 april 2023. Diezelfde dag overlijdt ook uitgever, schrijver en enfant terrible van de Vlaamse letteren Julien Weverbergh (1930-2023).
Over ufo's hebben weinig mensen in ons taalgebied zoveel zin en onzin geschreven als Weverbergh. Toch is daarvan geen letter terug te vinden in de nieuwe bloemlezing die Leo de Haes heeft samengesteld. De Haes volgde Weverbergh in 1991 op als uitgever bij Houtekiet en werd later ook diens schoonzoon, maar aan Weverberghs ufo-boeken heeft hij zich naar eigen zeggen niet willen wagen.
De Haes heeft ook Weverberghs boeken over Roemenië en de communistische dictator Nicolae Ceaușescu links laten liggen. Omdat ze gedateerd zijn, vindt De Haes, al getuigen ze volgens hem wel van Weverberghs politieke engagement en zijn strijd voor vrije meningsuiting en democratie.
Kopstoot
De vrije mening was Julien Weverbergh inderdaad bijzonder dierbaar. Als rabiate dwarsligger geraakte hij voortdurend verwikkeld in kletterende aanvaringen en regelrechte ruzies. In 1963 beukte hij op het literaire establishment in door de ene vernietigende kritiek na de andere te schrijven. Als weverbergh (met kleine letter) deelde hij flinke kletsen uit aan zowat iedereen die toen iets in de Vlaamse letteren betekende. Heren van stand zoals Hubert Lampo, Herman Teirlinck en Johan Daisne kregen ervan langs in het iconische tijdschrift BOK , dat Weverbergh eigenhandig fabriceerde op de stencilmachine van de school waar hij toen Franse les gaf.
Legendarisch is de epische vete die Weverbergh met Jeroen Brouwers uitvocht. De tweespalt ontstond toen Weverbergh in 1967 redacteur en nadien directeur werd van Manteau, de uitgeverij waar ook Brouwers werkte. De gensters vlogen in het rond wanneer ze samen waren; Brouwers beweerde overigens niet één maar wel vijf keer door Weverbergh te zijn ontslagen.
Het leven van Brouwers is zo nauw met dat van Weverbergh verbonden dat De Haes in deze bloemlezing ook een fragment uit diens polemische essay 'Weverbergh en ergher' heeft overgenomen. Brouwers schrijft daarin dat Weverbergh “geen drie regels, geen tien woorden achter elkaar” kon schrijven “zonder dat de lezer ervan zijn kop stoot tegen de pijnlijkste inbreuken tegen het Nederlands”.
Flodders
Leo de Haes selecteerde teksten die Weverbergh in al zijn literaire rollen typeren. Om diens werk als criticus en uitgever tot leven te wekken, putte hij rijkelijk uit de memoires die Weverbergh in 2005 heeft gepubliceerd. Ook uit Bokboek (1965), Puin (1970) en Hard tegen hart (1992) wordt dankbaar geciteerd.
Om het polemische effect van Weverberghs korzelige proza maximaal in de verf te zetten koos De Haes vaak erg korte fragmenten. Aan een hoog tempo passeren puntige veroordelingen van de katholieke kerk, bekakt links snobisme en andere vormen van beknotting of elitarisme. Ronduit hilarisch is een pseudo-analyse van het kinderliedje 'Zie ginds komt de stoomboot', waarin Weverbergh de draak steekt met zinloos letterkundig onderzoek.
De toon in de geselecteerde teksten is overigens niet altijd negatief: Weverbergh springt ook manmoedig in de bres voor psychoanalyse, de televisie, dilettantisme en seksuele vrijheid.
In al deze fragmenten ontpopt Weverbergh zich als een heerlijk recalcitrante, zichzelf voortdurend tegensprekende, maar ook ontroerend passionele verzetsstrijder. Er zit daardoor zeker vuurwerk in dit boek, maar door de snelle afwisseling van al die korte fragmenten komt de anders zo overrompelende Weverbergh hier soms wat hijgerig over. De Haes geeft hem weinig tijd om punten te scoren en laat context en argumenten voortdurend verloren gaan. Hij bereikt daardoor soms het tegenovergestelde van wat hij wellicht heeft beoogd: juist door alleen de scherpste kogels uit Weverberghs magazijn te selecteren, lijkt deze bloemlezing soms een boeket losse flodders.
Zwamsporen
Dat gevoel houdt stand in de hoofdstukken die aan Weverberghs werk als creatief auteur en vertaler gewijd zijn. Slechts één fictieverhaal (over een heertje met een kapotte zwembroek) en één uit het Roemeens vertaald gedicht (van Marin Sorescu) doorstonden de selectie. De Haes wijt die zuinigheid simpelweg aan een gebrek aan kwaliteit en aan het feit dat Weverbergh zelf ook vond dat zijn eigen belang zich niet situeerde in de creatieve kamers van de literatuur.
Toch had het allemaal best wat méér mogen zijn. Ergens in dit boek verzucht Weverbergh dat zelfs over reuzen als Boon, Claus en Reve snel stof zal gaan liggen: “Geen mens zal hen nog lezen. De vergetelheid zit reeds als zwamsporen in hun verhalen, kritieken, gedichten.” Als dat waar is, laat ons dan geen haastwerk verrichten wanneer we monumenten afstoffen. De Haes heeft de buste van Weverbergh met zorg en liefde gerestaureerd, maar we hadden ook graag diens benen gezien.
De laatste bladzijde van deze bloemlezing is misschien wel de mooiste. Weverbergh somt daarin dingen op die zijn hart sneller doen slaan. “Bloeiende kastanjebomen”, of “op je buik aan de oever van de Kielse vest liggen en naar de baarsjes loeren”. Opvallend: niets uit de opsomming heeft iets met literatuur te maken. Weverbergh toont zich hier kwetsbaar en klein.
Daarna volgt een ontboezeming: “Het is zo raar en ingewikkeld: enerzijds kan ik me niet losmaken van een zekere hang naar 'literaire roem', anderzijds voel ik de afgrijselijke leegte (en het gemakkelijke) aan van zo'n 'roem', en besef vooral mijn beperkte gaven. We zijn met ons allen een scheet in een fles.”
Weverbergh was als een ufo boven de stad: je weet niet wat je hebt gezien, maar je zal het toch niet snel vergeten.
Houtekiet, 106 blz., € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.