Het pad van de gele slippers
Kader Abdolah
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2023 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : ABDO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2023 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ABDO |
Ariejan Korteweg
ru/eb/17 f
De boeken van Kader Abdolah zijn als de jaarringen van een schrijversleven. Zoals het winter wordt en straks ook weer zomer, zo verschijnt elk jaar een nieuwe Abdolah. Zo is het sinds hij in 1993, vijf jaar na zijn aankomst, het Nederlands genoeg machtig was om in die taal te kunnen schrijven. Schrijver was hij al in Iran, het land dat hij vijf jaar eerder had moeten verlaten vanwege zijn verzet tegen het regime. Sindsdien is hij er niet geweest, hij zou er waarschijnlijk zijn leven niet zeker zijn.
Abdolah heeft zich een eigen plek en publiek in de letteren bevochten en zet het Nederlands naar zijn hand; zijn taal is soms weerbarstig, altijd stellig en vaak ook wat plechtig. Hij schrijft in korte hoofdstukken, en binnen die hoofdstukken korte alinea's met veel witregels, waardoor de toegankelijkheid groot is. Fantasie en werkelijkheid vloeien vaak in elkaar over. Met name toen hij columns schreef voor de Volkskrant was Abdolah geëngageerd, maar dat engagement was altijd gevat in de vrijheid van de romancier. Nu is hij vooral een verteller die telkens dieper duikt in zijn verleden.
Zo'n beetje om het jaar vertelt Abdolah een verhaal over zijn geboorteland. In Salam Europa! (2016) schreef hij over de sjah van Perzië die in de 19de eeuw met een trein door Europa toerde. In 2020 maakte hij een hervertelling van 1001 Nacht, in 2022 een ode aan de Perzische dichter Rumi. In 2018 verscheen Het pad van de gele slippers, over de zoon van een saffraanhandelaar, een familiekasteel met uitzichttoren, een verrekijker en een geheimzinnige vrouw die een onverstaanbare taal spreekt.
Het zijn allemaal ingrediënten die terugkomen in Voordat het laat wordt, de jaarring van 2023. Het perspectief is gekanteld, de hoofdpersoon is dit keer geen 'hij' maar een 'ik'. Het is Abdolah zelf die zijn droom in vervulling laat gaan. 'De mens moet uiteindelijk terug naar de plek waar hij vandaan komt', schrijft hij ergens. En dat is wat hij gaat doen. Hij wordt Iran binnengesmokkeld en bewandelt dus de omgekeerde weg van alle vrijheidslievende burgers van het land.
Na veel busritten, glazen thee en schalen met dadels bereikt hij het huis van zijn stokoude moeder, die aanvankelijk niet veel van hem moet weten. Veel blijer is ze met de schitterende witte koe die in het kielzog van Abdolah komt aanwandelen.
Nog wat hoger in de bergen staat het observatorium dat al eeuwenlang toebehoort aan de familie. In die uitkijkpost neemt Abdolah zijn intrek. Hij krijgt er bezoek van twee oude vrienden, een (echt bestaande) filmer en dichter, en van een mysterieuze vrouw - Anahita noemen ze haar - die hun taal niet spreekt maar veel begrijpt. Samen bouwen ze sterrenkijkers waarmee ze steeds dieper het heelal binnendringen.
Verwacht geen logica bij Abdolah, en ook geen psychologie. Hij wikkelt de draad van zijn verhaal af en is niet verrast door al wat op zijn pad komt en goed van pas komt. Dat kan een witte koe zijn, een vrouw die uit de hemel lijkt te zijn gevallen, een moeder die hem niet herkent. Dat kunnen alle ingrediënten zijn die je nodig hebt als je een telescoop wilt bouwen of alle kippen en vissen en wilde groente om te overleven. Dat hij de saffraanteelt waarmee zijn grootouders de kost verdienden in een handomdraai weer tot leven brengt, spreekt dan min of meer vanzelf.
Abdolah is als een verteller die elke avond aanschuift aan tafel. Er is een groot verhaal dat hij wil vertellen, maar zijn gedachten gaan ook alle kanten op. Soms citeert hij uit eigen werk of verwijst naar iets wat hij ooit, in een ander boek, op pagina 399 noteerde. Hij wil wat kwijt over het Nederlands: 'Een taal die naar vers gras ruikt en naar de koeien die vrolijk en bezweet de wei in rennen op de eerste dag van de lente.' Op een ander moment denkt hij terug aan zijn tijd als opstandeling: 'We wisten niet, en begrepen ook niet, dat de keuze van het dragen of niet dragen van een hoofddoek een essentiële voorwaarde van vrijheid was.'
Hij is gelukkig waar hij is, daar in dat oude observatorium. In het echte leven staan er ayatollahs in de weg, en een revolutionaire garde. Maar in gedachten is hij daar.
Prometheus; 346 pagina's; € 25.
Bookarang
Een roman over identiteit en het begrip thuis. Kader Abdolah keert terug naar zijn vaderland met een vals paspoort en een andere naam. Hij bereikt zijn ouderlijk huis, maar zijn moeder herkent hem niet. Zij is dement. Hij realiseert zich dat zijn verlangen naar zijn ouderlijk huis misplaatst was. Hij bezoekt het oude familieobservatorium waar zijn voorouders de hemel observeerden. Hij richt zijn blik op de steden van zijn vaderland, waar vrouwen in opstand zijn gekomen tegen de geestelijke macht. Hij neemt de lezer mee naar het oorspronkelijke thuis, naar de plek waar we allemaal vandaan komen. Op licht poëtische toon geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Kader Abdolah (Arak, 1954) is een bekende Nederlands-Iraanse (roman)schrijver, dichter, vertaler en columnist. Hij schreef vele boeken. Zijn werk wordt in meer dan dertig landen uitgegeven en won meerdere literaire prijzen, zoals de Charlotte Köhler Stipendium, de E. du Perronprijs en de Gouden Ezelsoor.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.