De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman
Maria Kager (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, copyright 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KAGE |
Besprekingen
Kort en goed (of niet) -Grappige debuutroman zonder echte clou
Bo Van Houwelingen
ua/an/27 j
De 8-jarige Frida Wolf woont naast de gevangenis. Elke avond als ze in bed ligt, hoort ze een ratelend geluid. Het zijn de gevangenen in hun cellen, die met hun bestek tegen de tralies tikken. Een beetje vreemd misschien, maar Frida vindt het eigenlijk wel een gezellig geluid.
'Dat móét je echt opschrijven', zal literatuurwetenschapper en schrijver Maria Kager (1978) vaak te horen hebben gekregen als ze vertelde over haar jeugd. Haar vader was gevangenisdirecteur en ze woonden een tijdje naast de Haarlemse koepelgevangenis, dus genoeg anekdotes over spectaculaire ontsnappingen, geblindeerde politiebusjes en opstandige gevangenen.
Het is een aanlokkelijke premisse: hoe is het om op te groeien in een zwaarbeveiligd huis met tralies voor de ramen en een allegaartje van kinderlokkers, vrouwenmeppers en ander gespuis naast de deur? Toch gaat Kagers debuutroman vooral over Frida's relatie tot haar vader, een excentrieke gevangenisdirecteur die zijn dochter een nogal onorthodoxe opvoeding geeft. Hij is iemand die zich niet kan verplaatsen in de belevingswereld van een kind, en daarom steeds verbijsterd is als blijkt dat Frida nog steeds geen Dostojevski en T.S. Eliot heeft gelezen, en Dickens alleen in de Nederlandse vertaling. 'Je zou er niets van krijgen als je eens een boek zou openslaan', is een van zijn gevleugelde uitspraken.
En tijdens een lesje zelfverdediging: 'Wanneer je iemand neer wil steken is het belangrijk dat je pols makkelijk wendbaar is', aldus haar vader, die even voordoet hoe je een mes omdraait nadat je 't in iemands buik hebt gestoken. En is Frida benieuwd naar de kindermisbruiker die in de koepel zit opgesloten? Goed, vader beschrijft tot in detail wat dit monster met baby's heeft gedaan.
Wrang, ergens ook wel grappig, maar Kager legt het er erg dik bovenop. Ze volgt telkens hetzelfde patroon: er vindt een bijzonder voorval plaats, vader reageert daar nogal apart op, Frida heeft er haar tragikomische, soms wat kokette gedachten over: 'Daarmee was ik vermoedelijk een van de weinige Nederlandse zevenjarigen geworden die een pistool konden laden.' Zo zeg!
Zoals meer debutanten heeft Kager de neiging te veel uit te leggen: 'Jij zit hier net zo opgesloten als de gevangenen hiernaast', hoor je een 9-jarig vriendinnetje van Frida constateren. Ten eerste geloof je niet echt dat een kind zo'n observatie doet, ten tweede moet zoiets via het verhaal voelbaar worden, niet letterlijk uitgesproken.
De karakters blijven vrij statisch. Er gebeurt van alles maar vader blijft een vreemde vent, Frida blijft zijn bijdehand-tobberige dochter. Zelfs een dramatisch ongeluk brengt daar geen werkelijke verandering in.
Wat is nu eigenlijk de clou? Kager heeft een paar hilarische scènes geschreven, maar wat wil ze ermee zeggen? De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf is een aaneenrijging van anekdotes, maar een groter verhaal wil het niet worden.
De Arbeiderspers; 328 pagina's; € 23,99.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.