De sneeuwklas
Emmanuel Carrère
Emmanuel Carrère (Auteur), Floor Borsboom (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : CARR |
Marijke Arijs
em/ec/23 d
8 september 2021. Emmanuel Carrère installeert zich op een bank in het Parijse Paleis van Justitie. De schrijver zal de komende negen maanden voor het tijdschrift L'Obs verslag uitbrengen van het proces over de terreuraanslagen van 13 november 2015, toen moslimterroristen dood en verderf zaaiden in de concertzaal Bataclan, op Parijse terrassen en bij het Stade de France. Het wordt een historische zaak, met veertien beklaagden, 350 advocaten, 1.800 benadeelde partijen, ruim duizend geaccrediteerde journalisten en een onderzoeksdossier van maar liefst 542 delen, die samen een stapel vormen van ongeveer 53 meter hoog.
Zo'n rechtszaak is een kolfje naar de hand van de Franse auteur, want het monsterlijke in de mens is een van zijn specialiteiten. Ook religie en de ziekelijke uitwassen ervan hebben voor hem geen geheimen. Een uitgebreide versie van zijn stukken verscheen nadien in boekvorm en is nu in het Nederlands vertaald onder de titel V13 - vrijdag de dertiende.
Vijf weken lang krijgen de overlevenden en nabestaanden het woord. Geen detail, hoe gruwelijk ook, wordt geschuwd. Hoe drie jihadisten binnen tien minuten negentig mensen vermoordden en zo'n tweehonderd anderen verwondden in de Bataclan. De chaos. De geur van kruit en bloed. Het gereutel. Het feit dat de schutters “zich prima leken te vermaken”. Hoe de terrorist, toen zijn bomgordel afging, als “een regen van confetti” neerkwam in de concertzaal. Het schuldgevoel van de overlevenden, die hun levensvreugde en zorgeloosheid zijn kwijtgeraakt.
Maar er waren evengoed indrukwekkende voorbeelden van solidariteit en moed. Een jonge vrouw die zo'n vijftig mensen het leven redde. En de politiecommissaris die op eigen houtje naar binnen ging, alleen gewapend met een pistool, en de terrorist op het podium uitschakelde. Emmanuel Carrère is diep onder de indruk van de waardige houding van de getroffenen, die massaal verklaren dat ze de daders niet haten; niettemin twijfelt hij: hun verhaal is te eenstemmig en deugdzaam om helemaal oprecht te zijn.
Nadat in Parijs de benadeelde partijen zijn gehoord, worden de veertien verdachten verhoord. Vooral kleine garnalen, want de grote vissen hebben zich opgeblazen of zijn doodgeschoten. De meesten zijn Belgen en ze zijn opgepakt in Molenbeek, “kweekvijver voor islamisten”. Dit proces is dus in de eerste plaats een Belgische aangelegenheid, en de ontwijkende verklaringen van de Belgische rechercheurs, die elkaar de zwartepiet toespelen, vormen het absolute dieptepunt van die negen maanden.
Vanaf het begin
De beklaagden zijn van het zwijgzame type, Salah Abdeslam voorop. Hij is de enige van de negen commandoleden die het kan navertellen. “Bij alles wat u over ons jihadisten zegt, is het alsof u de laatste bladzijde van een boek leest”, verklaart de 'ster' van het proces. “Maar u zou het boek vanaf het begin moeten lezen.” Dat is precies wat Carrère probeert te doen.
De auteur maakt een uitgebreide reconstructie van de feiten, schetst een beknopte geschiedenis van het jihadisme, stelt vragen over goed en kwaad en verdiept zich in begrippen als 'takkiya', maar op de persoonlijkheid en de beweegredenen van de verdachten krijgt hij geen vat. Wat bezielde deze types om hun leeftijdgenoten te vermoorden? Slachtoffers van armoede, uitsluiting en discriminatie zijn het niet, volgens de deskundigen. Ze lopen juist over van jihadistische trots. En ze hebben zichtbaar plezier in moorden, het wordt in dit boek vaak genoeg herhaald.
Advocaat Sven Mary verklaarde ooit dat Abdeslam de intelligentie had van een lege asbak, maar op de schrijver komt deze “schijterige bijfiguur” eerder over als een clown, een ijdeltuit en een wispelturig filmsterretje, verstrikt in zijn eigen tegenstrijdigheden. Doorgaans loopt Carrère over van empathie, maar deze keer laat zijn inlevingsvermogen het afweten. Zijn verdienste is dat hij dit collectieve trauma in zijn herkenbare, nuchtere stijl tot een behapbaar verhaal heeft getransformeerd.
Vertaald door Floor Borsboom. De Arbeiderspers, 272 blz., € 23,50 (e-boek € 13,99). Oorspr. titel: 'V13. Chronique judiciaire'.
Sacha Bronwasser
em/ov/11 n
Het was net voor de helft van V13, de gebundelde kronieken van het 'proces van de eeuw' over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, dat ik wilde stoppen met lezen. De schrijver, Emmanuel Carrère, had voorspeld dat de hoorzittingen zwaar zouden worden en dat was zo. De getuigenissen waren aangrijpend maar in hun repetitie ook afstompend. De juridische formuleringen waren taai, de hoofdverdachten waren allemaal dood op een na en de anderen, merendeels loopjongens van de jihad, deden ook nog eens vaak beroep op hun zwijgrecht - Carrère had zichzelf óók afgevraagd waarom hij in vredesnaam dit voorstel had gedaan aan de redactie van het weekblad l'Obs.
Niet dat het niet boeiend was. Carrère weet hoe hij een verhaal moet vertellen en dat begon meteen bij het betreden van de speciaal voor dit proces gebouwde, hermetisch van de buitenwereld afgesloten 'doos' in het Paleis van Justitie. Wat konden we daar verwachten? 'On y va', schrijft hij; eropaf.
De rechter heeft 'wel iets van een boer'. De lange reeks getuigenverklaringen zijn 'niet alleen verschrikkelijk maar ook geweldig'. Als moeder Nadia, die haar dochter op het terras van La Belle Équipe verloor, het woord neemt 'dan luister je' - en wij als lezer dus ook. Met kleine beschrijvingen en tussenzinnetjes trekt Carrère je het verhaal binnen. Dat is bij de slachtoffers en nabestaanden vanzelfsprekend, de sympathie ligt - uiteraard - bij hen.
Je voelt mee met Maia, die haar man ziet sterven. Met Alice en Aristide, topatleten en broer en zus, nu gehandicapt. Met Marilyn, die altijd een moer van 18 mm in een buisje in haar tas draagt. Die moer werd uit haar wang gehaald. Zij is als een van de eersten aan de beurt om te getuigen en 'tweehonderdvijftig andere getuigenissen zullen volgen en de hare overvleugelen, maar Marilyn die gracieus en o zo treurig vertrekt met haar moer in dat buisje, die zal ik nooit meer vergeten'. Je ziet haar lopen.
Medeleven met slachtoffers lijkt te rechtvaardigen als je leest over onpeilbaar leed, over gruwelijke verwondingen en onherstelbaar verlies - de adjectieven zijn even groot als leeg. Maar in feite is het eerste deel van V13 dezelfde leedporno die je na elke grote aanslag of aanval gebiologeerd aan een scherm of, in dit geval, aan de pagina's kluistert. Buiten de rechtszaal wordt het consumptiegoed.
Het was op een gegeven moment genoeg.
Maar dan begint het proces eigenlijk pas. Dan wordt V13 niet alleen goed geschreven, maar ook belangrijk. Dag na dag wordt uitgeplozen wie nu precies wat deed of naliet en vooral: wat er aan 13-11-2015 voorafging en wat volgde. Dat alles in de soms bizarre opdeling van de rechtspraak waarin de persoon, het geloof en de feiten gescheiden dienen te blijven (maar hoe doe je dat als iemand zichzelf namens Allah gaat opblazen, daar op het laatste moment van afziet, zijn bomgordel demonteert en in een vuilnisbak propt?).
Dit is het 'droge seizoen van het proces' - maar niet in de handen van Carrère. Die tekent niet alleen alles op in de rechtszaal, maar gaat daarbuiten ook bij betrokkenen op de thee, hangt na afloop in het café tegenover de rechtszaal en struint over een talud langs de snelweg om een precieze vluchtlocatie in het echt te zien. Alles voor het detail, de nuance, de kleur, zo nodig in deze brij die tot dusver in Frankrijk nog te heet was om echt aan te pakken.
Een van de verdachten is Mohamed Abrini (die vier maanden later ook opdook bij de aanslagen op luchthaven Zaventem in 2016, de man 'met het vissershoedje'): 'de potige en niet al te snuggere maat die niet zo'n goede indruk maakt en die je met moeite de disco in krijgt' - zo'n situatie kén je toch? De schrijver kruipt in zijn leefwereld en in die van zijn maten. Geeft inzicht in de reeks voortekenen, de miscommunicatie, blunderende inlichtingendiensten en vooral ook de lange, lange aanloop naar die vrijdag de dertiende.
De kansloze straten van Molenbeek, Brussel. De vader die een lapzwansende zoon, o fatale vergissing, in 2012 naar een koranschool in Caïro stuurt en er een salafistische sadist voor terugkrijgt: Abdelhamid Abaaoud, het brein achter alles. Het miserabele café Les Béguines, waar in de kelder deze avond en meer (Schiphol was ook een doel) vrijwel open en bloot wordt beraamd. België stuurt er, bizar, een financiële brigade op af die binnen een kwartiertje klaar is, nadat aan de eigenaar is gevraagd 'of er nog terroristische plannen waren'.
Verder uitzoomend: de Franse aanvallen op Irak en Syrië en de vele burgerslachtoffers daar, ook alweer vergeten, maar niet in Molenbeek. 'Wij zijn niet met een kalasjnikov uit de buiken van onze moeders gekomen', zegt Mohamed Abrini. Het is allemaal zoveel langer geleden begonnen.
Carrère maakt van tien lange maanden in de rechtbank reconstructie, misdaadroman en sociale kritiek tegelijk. Die voortstuwt, de nuance aandurft en voorbij de horror zoekt waar dit allemaal vandaan komt. Opdat we er iets van leren, jawel. 'Onze 131 doden, dat is een mondiale gebeurtenis, het wordt zeven jaar later nog herdacht, er worden een historisch proces, films, en een boek als dit aan gewijd, maar 131 Syriërs of Irakezen die omkomen door Amerikaanse bombardementen (of van Assad, of van Poetin), dat zal iedereen worst wezen, dat is een persbericht.' Vul elk ander conflict hier zelf in.
V13 kent ook een heldin. Sonia. Twee dagen na de aanslagen ruikt ze onraad als haar verwarde vriendin Hasna haar vraagt een 'neefje' te helpen. Het blijkt Abdelhamid Abaaoud, de hoofddader, schuilend op dat talud langs de snelweg. Sonia besluit de hulpdiensten te bellen, ze weet ze met de juiste details te overtuigen. Het natrekken van Hasna leidt uiteindelijk tot de vondst van Abaaoud, die zichzelf en anderen op het laatste moment opblaast. Sonia en haar gezin verdwijnen voor de rest van hun leven in een zeer beperkend getuigenbeschermingsprogramma, maar op dat punt van het verhaal weet je: zelfs helden zijn hier verliezers. En een einde, nee, dat is niet in zicht.
Emmanuel Carrère
V13 is het zestiende boek van Emmanuel Carrère (65), bekend om zijn literaire non-fictie. L'adversaire (2000), over de pseudo-arts en moordenaar Jean-Claude Romand, werd een bestseller. Vertaald in 23 talen en verfilmd met Daniel Auteuil in de hoofdrol. In 2009 verscheen D'autres vies que la mienne, over de tsunami van 2004 op Sri Lanka, waar Carrère destijds was. In 2020 verscheen Yoga, over zijn eigen depressie en behandelingen. Zijn ex-vrouw Hélène Devynck liet naar aanleiding van dit boek juridisch vastleggen dat ze nooit meer in zijn boeken genoemd mocht worden.
Uit het Frans vertaald door Floor Borsboom. De Arbeiderspers; 272 pagina's; € 23,50.
(bw)
ua/an/09 j
****
Elf maanden lang was de Franse schrijver Emmanuel Carrère bijna dagelijks aanwezig op het proces van de aanslagen van vrijdag 13 november 2015 in Parijs. Zijn artikels werden wekelijks gepubliceerd in L'Obs en zijn nu aangevuld en samengebracht in het boek 'V13'. Carrère geeft vanuit zijn perspectief weer hoe het maandenlange proces verliep. Met veel empathie tekent hij de verhalen op van de slachtoffers, hun nabestaanden, politici en politieagenten, rechters en advocaten, maar ook die van de verdachten. De getuigenissen in de eerste hoofdstukken grijpen naar de keel: overlevenden van de moordpartij in concertzaal Bataclan en de schietpartijen op Parijse terrassen die vrienden hebben verloren en onbekenden hebben horen sterven, nabestaanden die hun geliefden moesten identificeren. Carrère is er net zoals de meesten van ons niet in geslaagd om door te dringen tot de daders: hij blijft noodgedwongen steken in de feitelijke beschrijvingen van hun verleden en hun levensparcours tot de aanslagen. Toch is 'V13' een helder en bij momenten aangrijpend verslag van wat in West-Europa het proces van de eeuw is gaan heten.
Bookarang
Een indringende reportage over het proces tegen de verdachten van de dodelijke aanslagen in Parijs op vrijdag 13 november 2015. Tussen september 2021 en juli 2022 volgde schrijver Emmanuel Carrère in het Parijse Palais de Justice het proces bij tegen de verdachten van de terroristische aanslagen op vrijdag 13 november 2015. Bij de aanslagen vielen 130 doden in het Stade de France, op terrassen in een uitgaansbuurt en in de concertzaal Bataclan. Carrère beschreef zijn treffende observaties in kronieken voor L’Obs, en toont daarbij drie perspectieven: dat van de slachtoffers, de verdachten en het hof. Intelligent, empathisch en met literaire souplesse geschreven. Voor de meer geoefende lezer. Emmanuel Carrère (Parijs, 1957) is een wereldberoemde Franse schrijver. Zijn werk werd in verschillende landen uitgegeven en won meerdere prestigieuze literaire prijzen, zoals de Grand Prix de l'Imaginaire en de Prix Renaudot.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.