Dagtekening van liefdesvormen : gedichten
Rozalie Hirs
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Vleugels, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : HIRS |
Jeroen Dera
2/ei/20 m
Bij de eigenzinnige uitgeverij Vleugels verscheen recent Ecologica , de achtste dichtbundel van Rozalie Hirs. De Nederlandse dichteres timmert sinds haar debuut Locus (1998) aan een sterk oeuvre. Het 25ste gedicht geeft een goed beeld van de nieuwe bundel.
Door de gebiedende wijs word je als lezer meteen Hirs' wereld binnengeloodst, maar waar moeten we nu precies naar binnen sluipen? In de kers uit de zesde regel misschien, waarvan het vruchtvlees bloedt doordat de mieren erin naar binnen dringen? Wacht: die kers heeft ook een mond - zoiets houdt in de plantkunde toch geen stand, alle huidmondjes ten spijt? En wolgras, dat heet toch eigenlijk wollegras? In de wetenschappelijke naam van het eenjarig wollegras, Eriophorum vaginatum , klinkt het vrouwelijk geslachtsorgaan door - zouden we dat bloedende vruchtvlees seksueel moeten lezen? Hirs roept een hoop vragen op: dat woord 'verwarde' op het eind van de derde regel is nog niet zo gek gekozen.
Het fascinerende van Hirs' poëzie is dat ze haar lezers bij de hand neemt ('Sluip naar binnen, volg de mieren!'), maar tegelijkertijd ontwricht. Dat zit hem niet alleen in de beeldspraak, maar ook in de grammatica. De meerduidigheid tiert welig in deze verzen zonder interpunctie. Neem de tweede en derde regel: trillen die 'windwoorden' in hun variaties, of bestendigen zij in hun variaties het lied? Allebei, waarschijnlijk. Wat dat betreft zijn de woorden van Hirs, die ook actief is als componist, hier net muziek: de akkoorden vloeien ritmisch in elkaar over, zonder zich iets aan te trekken van de grenzen van een zin. Gerrit Kouwenaar wist het al: 'De wetten der grammatica zijn een kunstmatig hek in de taal.'
Die taal zelf thematiseert Hirs ten volle. 'Windwoorden', 'pagina', 'afdrukken': dit gedicht gaat niet alleen over de natuur, maar ook over de literatuur. Beide staan onder druk, lijkt Hirs te suggereren. De natuur kampt met bloedend vruchtvlees, gedroogd gras, en elders in de bundel staat: 'zelfs op de top van zijn kunnen is de aarde niet dood genoeg'. In de 'ecologica' van de poëzie tekent Hirs die ecologische verwarring op, zonder af te doen aan de diepe schoonheid die zij nog steeds in de natuur ervaart. Maar wie hoort haar, aan de andere kant van de kloof? De 'windwoorden' mogen dan wel zichtbaar trillen, ze zijn ook in een mum van tijd weer vervlogen. En die pagina's met poëzie? Voor je het weet zijn ze onklaar geraakt en marcheren de mieren eroverheen.
In dit van beelden zwangere gedicht is het verleidelijk om de uil uit de slotstrofe als een verwijzing naar de dichter te lezen, die in de taal de wijsheid in pacht heeft en op het microniveau van een gedicht miljarden elementen in beweging kan zetten. Tegelijkertijd weet ze dat ze onhoorbaar is, geruisloos als een uil in de nacht. In Ecologica wijst Hirs op 'de beperkte tijd als basiskenmerk van de werkelijkheid', en het is anno 2023 haast onmogelijk om daar niet een zoveelste klimaatwaarschuwing in te horen. Misschien blijkt de mens, op weg naar een nieuw Atlantis, net zo houdbaar als een seconde. Laten we, als dat zo is, dan op zijn minst nog de mieren in Hirs' poëzie volgen.
In 'het gedicht' duikt een recensent in de mogelijke betekenis van een gedicht, woord voor woord.
Vleugels, 64 blz., € 22,90.
Geertjan De Vugt
i /ul/29 j
Stel je eens voor dat je in een huis leeft waarin alles, maar dan ook alles, voortdurend praat. Zo'n huis is de aarde. Althans, zo is de aarde in ecologica, de nieuwe, van de ondergang bewuste bundel van Rozalie Hirs. Het is een huis, zo schrijft deze dichter, 'gedeeld met miljoenen andere soorten planten bijen'. Het woord dient er als 'planetair bewustzijn'. Maar verwacht in het huis van ecologica geen idylle. In de nadagen van de aarde is het verdrinken of verstikken.
Van alle eigenschappen is het de pyromanie die de mens vanaf het begin het sterkst kenmerkt. Niet de taal, maar het vermogen vuur te maken onderscheidt ons van andere soorten. Meer dan ooit zijn we collectief bezig de wereld in de fik te zetten. De aarde heeft 'gedrochten voortgebracht', het heelal heeft zich gevuld met 'van vooruitgang gespeende techniek'. Maar naar de bewoners van het huis wordt amper nog geluisterd. 'geef de taal terug', schrijft Hirs dan ook, 'uit naam van het laatste/ paar siberische kraanvogels zowaar in leven'. Door klimaatverandering verdwijnen niet alleen talloze soorten, ook talen verdwijnen. Dat is waar ecologica over gaat, zo zal zeker tegen het einde van de bundel blijken.
Voor Hirs, die dicht in kolkende zinnen zonder interpunctie of hoofdletter, zonder sturing zowaar, is de natuur niet iets subliems. De 19de eeuw met haar romantisering van de natuur, waarin de wereld buiten de mens als óf iets vreeswekkends óf iets arcadisch werd voorgesteld, ligt reeds lang achter ons.
Des te opmerkelijker is het dat de aarde door Hirs niet alleen als een huis, maar ook als een tekst wordt voorgesteld die 'aan haar op handen zijnde epiloog' begint. Tussen poëzie en biologie schuilt voor de dichter van ecologica geen groot verschil. Vanuit deze gedachte is het slechts een sprongetje naar de idee van de natuur als boek, een gedachte die eerst bij Augustinus te vinden is, dan in de vroegmoderne tijd door christelijke denkers werd verspreid en daarna in de Romantiek opgeld deed. Goethe, om slechts een voorbeeld te noemen, zag de natuur als een levend boek dat weliswaar 'onbegrepen, maar niet onbegrijpelijk' was. Voor hem had toen al een hele trits dichters dit spoor bewandeld. Het is opvallend hoeveel taligheid Hirs meent te ontwaren in de wereld onder de boomgrens: 'woord voor woord' gaat ze er op reis, 'letter voor letter met de vale lijster uit het zuiden'. En al direct in het openingsgedicht wordt gerept van kraanvogels als komma's en van het 'gekweel van een nachtegaal' dat 'zwanger van betekenis' is. Misschien is het toch niet zo heel eenvoudig om de 19de eeuw van ons af te schudden.
ecologica bestaat uit drie zeer verschillende afdelingen. De eerste, waaraan de bundel haar naam ontleent, bevat 34 gedichten. Het tweede en derde deel werden veel eerder geschreven, waarschijnlijk niet per se met het oog op bundeling. Het zijn twee meerstemmige projecten. 'atlantis &', het tweede deel, is een libretto waarin de dodenzang van de verdrinkende stad Atlantis tot klank wordt gebracht. Alleen de klinkers zouden van onder het wateroppervlak nog de oren weten te bereiken; iets wat Hirs heeft weergegeven in fonetische transcriptie, een even utopisch als dystopisch gegeven. Utopisch, omdat eenieder deze klanken kan uitspreken. Dystopisch, omdat er van de taal, van de betekenis niet veel meer overblijft en alles tot slot zal ondergaan in de zee. Zo plat afgedrukt op papier werkt het toch minder overtuigend dan wanneer het wordt uitgevoerd door orkest en koor.
'o kleine distel', het laatste deel, bevat poëzie die werd geschreven voor een animatiefilm en bestaat uit een lange lijst met plantennamen in verschillende talen én een gedicht voor solostem. Een betere illustratie van het boek der natuur is haast ondenkbaar. Want niet alleen godgeleerden, filosofen en dichters hebben in de natuur een boek ontwaard. Ook de wetenschap deed dat. 'stekend longkruid', 'kraailook' of 'bont kroonkruid' - je kunt je afvragen waarin meer poëzie schuilt: in de natuur zelf of in de woorden die de natuurvorsers aan de planten gaven. Hirs lijkt hier wel sterk te leunen op de poëtische kracht van natuurnamen, toch een beetje de romantisering van de natuur waar ze in het eerste deel tegen leek te ageren. Het zijn namen van planten die voorkomen in kalkrijke gebieden. Ook daarin lijkt het boek der natuur op het boek met verzen: op de witte ondergrond tiert de betekenis weelderig.
★★★☆☆
Vleugels; 64 pagina's; € 22,90.
Bookarang
Een dichtbundel van Rozalie Hirs over natuur, ecologie en wetenschap. De poëzie van ‘Ecologica' viert de natuur in al haar diversiteit, maar benoemt ook zorgen en verdriet om crises in de natuur door toedoen van de mens, zoals milieuvervuiling, de opwarming van de aarde en het uitsterven van dieren en planten. In de bundel komt een veelvoud aan (in Nederland of de wereld) bedreigde of beschermde diersoorten, plantensoorten en ecosystemen voor, zoals in het gedicht ‘o kleine distel’, waarin de auteur meertalig de geologische, biologische en ecologische eigenaardigheden van veelal geneeskrachtige planten bezingt. De gedichten in ‘Ecologica’ zijn zeer talig, beeldend en met diepgang geschreven. Voornamelijk geschikt voor geoefende poëzieliefhebbers. Rozalie Hirs (Gouda, 1965) is een Nederlandse componist, dichter en liedtekstschrijver. Ze schreef meerdere boeken. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven. ‘Ecologica’ is haar achtste dichtbundel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.