Het voorval : novelle
Annie Ernaux
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, © 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PRUI |
Jozefien Van Beek
ob/kt/14 o
'Mrs Dalloway zei dat ze zelf wel de bloemen zou kopen. Want Lucy had genoeg te doen.' In haar nieuwe roman Huiswerk flirt Marja Pruis' hoofdpersonage met dat van Woolf door zichzelf geregeld Mrs Dalloway te noemen. Maar Clara Feij schuurt ook vervaarlijk dicht aan tegen de 'ik' die we kennen uit Pruis' essays.
Clara is een intelligente vrouw van middelbare leeftijd die bij een ernstig tijdschrift het 'zachte hoekje' mag verzorgen (zoals Pruis bij De Groene Amsterdammer ), in het mooiste huis van Amsterdam woont (vindt ze zelf) en nauwgezet haar outfits kiest. Al is ze geregeld zelfbewust over haar uiterlijk: 'Op de fiets voel ik mijn lange rok in de kleur van mijn schooluniform achter me aan wapperen, alsof ik net bij een winkel voor bemiddelde vrouwen van zekere leeftijd vandaan kom.'
Schaamteloos mag de lezer binnenkijken in haar hoofd, en net door die openheid wekt Clara sympathie op. Ze twijfelt, probeert het goede te doen, wil niet oppervlakkig zijn, maar is dat wel - en dat wéét ze. Ze probeert wie ze is in balans te brengen met wie ze wil zijn, maar al te best wil dat niet lukken: 'Ik schrijf over hebzucht en wacht op de pakjesman. Mijn gedroomde en reële zelf gaan niet gelijk op.' Niemand die de film Sorry we missed you van Ken Loach zag, kan nog schuldeloos pakjes bestellen, denkt Clara, maar dat weerhoudt haar er niet van om exact dat te doen. Ze weet zelfs niet meer wat ze bestelde wanneer ze de pakjesman ziet komen. 'Ik probeer mezelf voor te houden dat het in Engeland vast allemaal erger is dan hier. En vraag me ondertussen af waar hij is gebleven met z'n pakjes.'
Racistische gevoelens
We volgen Clara's gedachten, haar meta-bespiegelingen. Op het man-vrouwterrein voelt ze zich veilig. 'Durf alles te zeggen, want ik ben een vrouw.' Maar: 'Met zwart en wit wordt het een ander verhaal, want ik ben wit.' Ze becommentarieert schrijfster Eileen Myles: 'Myles zou heel graag een witte schrijver eerlijk willen zien over de ervaring een racist te zijn, over het hebben van racistische gevoelens en gedachtes. Gewoon toegeven dat we allemaal lelijke gevoelens hebben.' Geldt dat ook voor Clara? Nee toch?
Rose komt 'het paleis' van Clara Feij schoonmaken, ze is degene die het 'huiswerk' doet en rond wie de roman draait. Ze komt uit een Afrikaans land dat Clara maar niet kan onthouden, maar op racisme zul je de vrouw des huizes niet betrappen - denkt ze. Want zie haar eens inschikkelijk en vriendelijk zijn: ' Hi Rose that's okay! ' In de uitroeptekens zit alles. 'Ik geef haar een knuffel met dat uitroepteken.' Rose vertrouwt haar, en daar is ze trots op. Ze is geen vijanddenker, en daar is ze trots op. Maar het tweede deel van de roman eindigt met een gebeurtenis die Clara uit evenwicht brengt. Is het verraad of niet, en hoe moet ze reageren?
Via een kleine gebeurtenis snijdt Pruis grote thema's aan. Huiswerk gaat over racisme, gentrificatie, ouder worden en de generatiekloof, verraad en ethiek, en dat allemaal op een subtiele, elegante manier. Pruis haalt in haar roman de wereld binnen, maar houdt het tegelijk wel binnenshuis. Ze schreef een boek als een moreel vraagstuk. Ze wiegt je als lezer heen en weer, mee op de deinende gedachten van haar hoofdpersonage, sust je geweten door Clara's sympathieke zelfbevraging, haar twijfel en schaamte. Maar in het laatste deel van het boek slaat Pruis des te harder terug. Heldere antwoorden geeft ze niet, maar ze confronteert je wel met je eigen privileges en luie gedachten. Het boek geeft ons huiswerk mee: een grondig gewetensonderzoek.
In Huiswerk maakt Pruis gebruik van alles wat haar essays zo aantrekkelijk maakt en voegt daar de kracht van fictie aan toe. Het was geleden van 2016 dat ze nog een roman schreef - je zou bijna vergeten dat ze een uitmuntende romancier is.
Nijgh & Van Ditmar, 216 blz., € 23,99 (e-boek € 14,99).
Bo Van Houwelingen
ob/kt/14 o
Je bent een goed mens met nog betere bedoelingen. Ja oké, je betaalt de schoonmaakster zwart. Maar alleen omdat zij dat zélf wil. Als je thuis bent terwijl ze schoonmaakt probeer je uit te stralen hoe blij je met haar bent. Dankbaar. Kopje thee? Koekje? Gewoon pakken, hoor. Je toont interesse, waar woont ze? Kinderen? Ze komt uit Burundi of Burkina Faso, dat ben je even vergeten. Afrika in elk geval. Als ze een keertje niet kan, betaal je haar gewoon door, want zo ben je, beschaafd en sociaal. Rijk, ook dat. En dan wordt er geld gestolen. Door de schoonmaakster, dat kan haast niet anders. Wat nu?
Laat het maar aan Marja Pruis (1959) over om goede bedoelingen op de proef te stellen. Ze schreef al eerder over de ongemakkelijke verhouding met mensen die je betaalt om je huis te schoon te maken in 'Ik en mijn werkster', een typisch Pruis-essay, zoals we dat kennen uit De Groene Amsterdammer: persoonlijk, eerlijk en doordrongen van de hypocrisie die ons dagelijks leven tekent.
Voor vrouwenrechten ijveren maar je werkster nog geen tiende betalen van wat je zelf verdient, en dan nog zwart ook (ja maar alleen omdat...). Als Pruis dat loon een keer royaal naar boven afrondt zegt de werkster dat het te weinig is. Pruis schrijft in haar essay: 'Ik haal diep adem. Onderdrukken, het doet al pijn genoeg. Laat ze dan alsjeblieft wel een beetje dankbaar zijn.' Dit soort stiekeme gedachten pluist Pruis verder uit in haar nieuwe roman, Huiswerk.
Mrs. Dalloway, zo noemt hoofdpersonage Clara Feij zichzelf gekscherend. Omdat ze zo'n mevrouw is, met haar boodschapjes van de markt, met de bloemen die ze zelf wel even gaat halen voor in haar nieuwe grote huis in Amsterdam-Noord (een stadsdeel dat door welvarende mensen zoals Clara 'ontdekt' is en nu enorm gentrificeert).
Ze staat er zelf ook een beetje versteld van, dat ze zo iemand geworden is. Een vrouw met een schoonmaakster, Rose. Het gaat er bij Clara niet makkelijk in, dat zij de baas is en Rose de ondergeschikte. Zo... feodáál. In Clara's wereld is niemand de meerdere van iemand, iedereen is gelijk. Zwart of wit, arm of rijk, intellectueel of ongeschoold, het doet er simpelweg niet toe! Behalve dat het er natuurlijk wel toe doet.
Ogenschijnlijk gaat Huiswerk over een verwende westerse vrouw met een onbeduidend first world problem. Help, ik heb hulp in de huishouding. Maar eigenlijk - en ziehier de kracht van Marja Pruis, die het onbeduidende altijd met het aanzienlijke weet te verbinden - gaat de roman over klasse, over de klassenmaatschappij en hoe daarmee om te gaan. Iedereen is gelijk, roepen we vaak in Nederland, maar hoeveel gelijkheid bestaat er écht tussen een rijke witte vrouw en haar arme zwarte schoonmaakster? Als je doet alsof er geen verschil is, doe je dan wel recht aan de situatie? En als je het verschil wel erkent, ben je dan niet verplicht iets te doen aan die oneerlijkheid?
Clara weet het ook allemaal niet, zij probeert de ongelijkheid met de mantel der aardigheid te bedekken. Alle appjes aan Rose krijgen een positief uitroepteken: 'is goed!', 'graag!', 'tot zo!' - Clara ziet zelf hoe krampachtig het is, maar kan niet anders. Als er wordt ingebroken en alles in de richting van Rose wijst, belandt Clara in een pijnlijke en ergens ook hilarische spagaat: hoe beschuldig je je schoonmaakster zo aardig mogelijk van diefstal? 'I hope that should you be in trouble, if there is any kind of problem, you can tell me, that you trust me enough for that.' Het is een appje zonder uitroepteken.
Clara heeft het in zich een enorm clichématig personage te zijn, maar daarvoor maakte Pruis haar te slim, te eerlijk, te oprecht: een persoon die je kent, misschien zelfs wel bént. En daarom wil je graag naar haar verhaal luisteren, in de hoop dat zij weet te verwoorden wat je diep van binnen voelt. Opdat je jezelf wat beter begrijpt. En misschien ligt er zelfs een beetje vergeving in het verschiet, want Pruis schrijft vol mededogen: 'Een van de wonderbaarlijkste dingen van het leven is dat je ondanks dat je 'weet' hebt van zaken, je een prettig leven kunt leiden. Goed voor jezelf kunt zorgen, niet de hele dag de haren uit je hoofd aan het trekken bent.'
Maar zo makkelijk laat de schrijfster ons natuurlijk niet wegkomen. Meegevoerd door de sensatiebeluste vraag of Rose dat geld nou gestolen heeft of niet - je wil het toch weten! - geeft ze de lezer op het laatste moment nog een lel om de oren. Wil je weten wie het geld heeft gestolen? Mens, dit is wat je écht zou moeten weten. Dus hier heeft Pruis ons met haar lichtheid en relativering naartoe gemasseerd; klaar om te incasseren, al is het maar voor deze ene keer.
Nijgh & Van Ditmar; 216 pagina's; € 23,99.
Bookarang
Een literaire roman over een schrijfster die werksters met een migrantenachtergrond inhuurt om haar huis schoon te houden, maar verstrikt raakt in haar eigen goede bedoelingen. Clara Feij woont in een prachtig huis in Amsterdam. Het schoonmaken laat ze over aan een reeks werksters die gevlucht zijn uit hun eigen land. Als Rose bij haar thuis komt, verandert alles. Hoe kun je iemand helpen, als je niets van haar weet? En hoe blijf je iemand vertrouwen, als alles tegen haar pleit? Geschreven in een zachte, poëtische en associatieve stijl vanuit het perspectief van Clara. Vooral voor literaire lezers. Marja Pruis (Amsterdam, 1959) is schrijver en redacteur en literatuurcriticus voor de Groene Amsterdammer. Ze schreef meerdere boeken. Haar werk won meerdere literaire prijzen, zoals de Heldringprijs en de Jan Hanlo Essayprijs.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.